Organisatie | Zeist |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning Zeist 2015 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning Zeist 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening maatschappelijke ondersteuning Zeist 2015, art. 12, lid 5
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Nieuwe regeling | 11-11-2014 Gemeenteblad, 2014, 77829 | Nr. 815 |
Artikel 1. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
Het college hanteert de maximale bedragen genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het vigerende Uitvoeringsbesluit Wmo.
Artikel 2. Tegemoetkoming voor kosten
In deze kilometerprijs zijn de kosten voor regulier openbaar vervoer verrekend. Het maximaal via de Wmo te compenseren aantal kilometers per jaar is 2000. Uitbetaling vindt plaats op declaratiebasis.
Voor compensatie van vervoer met de eigen auto, wordt uitgegaan van de auto die de cliënt bezit of voor zijn vervoer gebruikt. Via de ANWB autokostentabel (www.anwb.nl/auto/autokosten) wordt via het kenteken de prijs per kilometer (vaste en variabele kosten) voor die specifieke auto berekend. De cliënt moet hiervoor de volgende gegevens overleggen:
Het maximaal via de Wmo te compenseren aantal kilometers per jaar is 2000. Voor de werkelijke compensatie wordt uitgegaan van de gebruikelijke vervoersbehoefte van de cliënt.
Deze vergoeding wordt alleen verleend als redelijkerwijs niet kan worden voorkomen dat deze dubbele woonlasten ontstaan. De hoogte van de financiële tegemoetkoming bedraagt € 550,- per maand voor het tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte of het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte en maximaal € 250,- per maand voor het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte. De vergoeding wordt voor maximaal 3 maanden verstrekt, tenzij er sprake is van een zwaarwegende reden die compensatie van meer maanden rechtvaardigt
Toelichting artikel 1. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
Het college hanteert de maximale bedragen genoemd in (thans) artikel 3.1, eerste lid, van het vigerende Uitvoeringsbesluit Wmo. Dat doen we op dit moment ook en is ook gangbaar. Het CAK baseert zijn communicatie ook op deze bedragen.
In artikel 3.1 van het ontwerp-Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 staat:
Indien de gemeenteraad uitvoering heeft gegeven aan de artikelen 2.1.4, eerste lid, onderdeel b, en 2.1.5, eerste lid, van de wet, mag de verschuldigde bijdrage in de kosten dan wel het totaal van de verschuldigde bijdragen in de kosten niet meer bedragen dan:
voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt € 19 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 23.295 het bedrag van € 19 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 23.295;
voor de ongehuwde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt € 19 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 16.456 het bedrag van € 19 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 16.456;
voor de gehuwde personen indien een van beide de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt € 27,20 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 29.174 het bedrag van € 27,20 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 29.174;
voor de gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt € 27,20 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 22.957 het bedrag van € 27,20 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 22.957.
De bijdrage, bedoeld in het eerste lid en artikel 3.10, eerste lid, is niet verschuldigd:
indien het college, na advies van een instelling voor algemeen maatschappelijk werk, de Raad voor de Kinderbescherming of het AMHK, van oordeel is dat de verschuldigdheid hiervan kan leiden tot mishandeling, verwaarlozing of ernstige schade voor de opvoeding en ontwikkeling van een minderjarige, waarvan degene aan wie die maatwerkvoorziening is verstrekt de minderjarige of de ouder, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, is.
Toelichting artikel 2. Tegemoetkoming voor kosten
In de Wmo 2015 is de mogelijkheid om een financiële tegemoetkoming te verstrekken niet meer meegenomen. Uitgangspunt is immers dat voorzieningen die verstrekt worden, maatwerkvoorzieningen zijn.
In de Ledenbrief van de VNG (blz. 38) van 16 september staat dat de consequenties van deze stelling niet helemaal helder zijn en de gemeenten de beleidsruimte hebben om hier hun eigen keuzes te maken. De rechter zal te zijner tijd kunnen oordelen of deze keuzes juridisch aanvaardbaar zijn.
In paragraaf 13.5 van de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2015 is opgenomen dat we de financiële tegemoetkoming (voorlopig) blijven handhaven. De reden hiervoor is dat we op dit moment nog niet beschikken over andere mogelijkheden om deze voorzieningen in natura te verstrekken. Voor verhuizingen hebben we bijvoorbeeld nog geen contacten en contracten met verhuisbedrijven. In 2015 zullen we dit gaan opbouwen. Hierbij zullen we ook initiatieven zoals dat van Stichting Bikkel meenemen. Dat is een arbeidsproject voor mensen met een lichte verstandelijke beperking, waar onder andere verhuizingen worden gedaan.
We zullen bij het toekennen van een financiële tegemoetkoming altijd onderzoeken of het toegekende bedrag voor de cliënt in kwestie voldoende is om voor hem of haar passende oplossing te bewerkstelligen.
Toelichting artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel
Dit artikel spreekt voor zich.
In het modelbesluit van de VNG waren nog artikelen opgenomen over de waardering van mantelzorg en de calamiteitenregeling. Deze artikelen hebben wij niet overgenomen. De waardering voor mantelzorgers wordt afzonderlijk geregeld. De calamiteitenregeling heeft zijn beslag gekregen in de inkoopovereenkomsten.
Het artikel in het modelbesluit van de VNG over het persoonsgebonden budget (pgb) hebben wij niet opgenomen in dit besluit. Het onderwerp “pgb” is in Zeist opgenomen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning Zeist 2015.