Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014 |
Citeertitel | Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | 16/2014 |
Externe bijlage | raadsvoorstel |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-04-2018 | 01-01-2019 | Hfdst 2A, lid 20a, lid 20b, lid 21b 1e en 2e lid, hfdst 2E, hfdst 2F en hfdst 2G | 19-04-2018 | RIS 299449, 2018 | |
13-07-2016 | 01-06-2016 | 27-04-2018 | art. 21b, 21f, 24c, 24d | 30-06-2016 Gemeenteblad 90646, 2016 | RIS 294164, 2016 |
07-07-2015 | 13-07-2016 | diverse artikelen | 25-06-2015 Gemeenteblad 120, 2015 | rv 56, 2015 | |
22-12-2014 | 01-12-2014 | 07-07-2015 | nieuwe regeling | 18-12-2014 Gemeenteblad 218, 2014 | rv 143, 2014 |
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden
Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken
Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door burgemeester en wethouders.
Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij burgemeester en wethouders. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluiten burgemeester en wethouders de aanvraag niet te behandelen.
Bij het ontbreken van een of meer gegevens delen burgemeester en wethouders dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, besluiten burgemeester en wethouders de aanvraag niet te behandelen.
Burgemeester en wethouders kunnen de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geven burgemeester en wethouders de reden voor de verlenging aan.
Paragraaf 2.3 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening, intrekking of wijziging; verbod vervreemding
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ten aanzien van een voorziening nadere regels vast te stellen met betrekking tot de activiteiten en doelgroepen die voor subsidie in aanmerking komen, de aan de subsidieverlening te verbinden voorschriften en de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan burgemeester en wethouders.
Artikel 14 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening
Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, delen burgemeester en wethouders dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven burgemeester en wethouders aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stellen burgemeester en wethouders de subsidie ambtshalve vast.
Artikel 15 Subsidievaststelling volgend op verlening
Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na de indiening van de aanvraag als bedoeld in artikel 14 of binnen acht weken na de verstrekking van de aanvullende informatie. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stellen burgemeester en wethouders het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.
Artikel 16 Intrekken of wijzigen van de beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling
Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de handelingen als bedoeld in artikel 16, eerste lid onder b, heeft plaatsgevonden, nog geen vijf jaren zijn verstreken. Ten onrechte feitelijk beschikbaar gestelde voorzieningen kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de voorziening is toegekend nog geen vijf jaren zijn verstreken en de aard van de voorziening dit mogelijk maakt.
Artikel 19 Verbod tot vervreemding
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen is niet toegestaan zonder toestemming van burgemeester en wethouders, tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
HOOFDSTUK 2A Tijdelijke regeling Verbetering hygiëne toiletten lesgebouwen primair en speciaal onderwijs
HOOFDSTUK 2B Tijdelijke regeling tegemoetkoming in kosten voor aansluiting op en gebruik van een glasvezelinfrastructuur voor scholen in het primair, speciaal en/of voortgezet speciaal onderwijs:
HOOFDSTUK 2C Tijdelijke regeling ter voorziening in huisvesting van peuteropvanglokalen in lesgebouwen voor basisonderwijs
Artikel 20a Toepassing en begripsomschrijvingen
In afwijking van en in aanvulling op artikel 1 “Begripsomschrijvingen” wordt verstaan onder:
Artikel 20c Financiële normering voorzieningen voorschoolpeuterspeelzalen
Op een voorziening als bedoeld in artikel 20b is het gestelde in Bijlage IV, deel A, hoofdstuk 1, paragrafen 1.1, 1.2, voor zover dit het bedrag voor elke volgende groep boven de vijfde betreft, en deel B, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 20d Verleningscriteria
Een voorziening als bedoeld in artikel 20b komt alleen voor subsidiëring in aanmerking, indien aan de volgende criteria wordt voldaan:
Indien vereist is door het schoolbestuur vermindering van capaciteit van het lesgebouw aangevraagd voor de peuterlokalen voor opname op het Programma onderwijshuisvesting dat betrekking heeft op hetzelfde jaar als de aanvraag voor subsidie op grond van dit hoofdstuk. Indien de vermindering van capaciteit van het lesgebouw ten behoeve van de voorschoolpeuterspeelzaal niet wordt gehonoreerd, komt het peuterlokaal niet in aanmerking voor subsidie.
Artikel 20e Indieningsdatum en aanvraag
Een aanvraag voor opneming van een voorziening op het programma dient uiterlijk 31 januari van het jaar van vaststelling van het betreffende programma te zijn ontvangen door burgemeester en wethouders. Hierbij wordt voor de aan te vragen voorziening gebruik gemaakt van het door burgemeester en wethouders vastgestelde aanvraagformulier.
De aanvraag vermeldt naast de gegevens als vermeld in artikel 6, tweede lid, sub a t/m e bovendien:
De aanvraag dient voorts vergezeld te gaan van:
een verklaring van de exploitant van de voorschool-peuterspeelzaal dat deze bereid is in de te realiseren ruimtes minimaal één (bij realisatie van één lokaal) respectievelijk minimaal drie (bij realisatie van twee lokalen) of minimaal vijf (bij realisatie van drie lokalen) voorschool-peutergroepen te exploiteren.
Bij het ontbreken van een of meer gegevens als bedoeld in het tweede lid delen burgemeester en wethouders dit schriftelijk mede aan de aanvrager. Daarbij wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de ontbrekende gegevens alsnog aan te vullen. Indien de aanvrager de vereiste ontbrekende gegevens niet binnen 6 weken heeft verstrekt, besluiten burgemeester en wethouders de aanvraag niet te behandelen.
De subsidie wordt verleend met, in ieder geval, de volgende verplichtingen:
Ondertekening akte als bedoeld in artikel 110, vijfde lid, van de WPO
Indien het schoolbestuur blijvend heeft opgehouden dan wel blijvend zal ophouden het lesgebouw voor onderwijsdoeleinden te gebruiken, draagt het schoolbestuur-voor zover dit niet reeds in het lesgebouw is inbegrepen- tevens de peuterspeelzaal in eigendom over aan de gemeente, zonder dat de gemeente gehouden is tot vergoeding van kosten.
De voorovereenkomst van bruikleen
Artikel 20g Uitvoering programma
Op de uitvoering van de Programma Huisvesting Voorschoolpeuterspeelzalen is het gestelde in artikel 5.1 tot en met 5.4 van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 20i Subsidievaststelling
De aanspraak op bekostiging van het krediet voor een toegekende voorziening vervalt, indien de voorziening niet uiterlijk op 31 december van het derde jaar vanaf de aanvang van het jaar waarvoor de voorziening is toegekend, is gerealiseerd en de aanvraag tot subsidievaststelling niet uiterlijk op deze datum is ontvangen.
De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van de navolgende bescheiden:
een verklaring van de architect ten aanzien van de gerealiseerde peuterspeelzaal, conform de meetinstructie van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015, inclusief de buitenruimte. Ingeval geen architect bij het (ver)bouwproces betrokken is geweest dient binnen drie maanden na oplevering van de voorziening een door het schoolbestuur ondertekende gereedmelding aan de gemeente gestuurd te worden, waarbij gebruik wordt gemaakt van het door burgemeester en wethouders vastgestelde gereedmeldingsformulier onderwijshuisvesting;
HOOFDSTUK 2D Voorzieningen onderwijsbeleid
De hoofdstukken 1, 2 en 3 zijn slechts van toepassing voor zover daarvan in dit hoofdstuk niet is afgeweken.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
tweede tranche: de periode waarbinnen een aanvraag om subsidieverlening kan worden ingediend, welke loopt van 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden, tot en met 31 mei in het jaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden;
derde tranche: de periode waarbinnen een aanvraag om subsidie kan worden ingediend, welke loopt van 1 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden tot en met 31 oktober in het jaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 6, tweede lid, legt de aanvrager bij zijn aanvraag de volgende gegevens over:
een plan van aanpak dat in ieder geval bevat:
- een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;
- de doelstelling en resultaten die worden nagestreefd en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente in de Haagse Educatieve Agenda 2014-2018 “Kwaliteit als kompas” geformuleerde ambities;
indien ten behoeve van dezelfde activiteiten die gesubsidieerd worden, bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen subsidies of vergoedingen zijn aangevraagd: een dekkingsplan met een opgave van de gevraagde subsidies of vergoedingen, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.
Burgemeester en wethouders kunnen subsidieplafonds vaststellen voor subsidieverlening op grond van dit hoofdstuk.
Artikel 21e Wijze van indienen van de subsidieaanvraag
De aanvraag dient te worden ondertekend met een elektronische handtekening namens de aanvrager, als bedoeld in artikel 2:16 van de wet, dan wel op een andere door burgemeester en wethouders toegestane wijze van elektronische indiening waarbij geen twijfel bestaat over de authenticiteit van de aanvraag.
Artikel 21g Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger doet onverwijld mededeling aan burgemeester en wethouders, zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
Artikel 21h Aanvraag tot vaststelling van de subsidie
In afwijking van artikel 14, eerste lid, dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling van de subsidie in vóór 1 juli van het kalenderjaar volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.
Artikel 21i Vaststelling van de subsidie
Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in artikel 21h genoemde tijdstip is ontvangen, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend, dan kunnen burgemeester en wethouders overgaan tot ambtshalve vaststelling.
HOOFDSTUK 2F Tijdelijke regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair en speciaal onderwijs 2009
HOOFDSTUK 2G Tijdelijke regeling verwijdering asbest uit gebouwen voor basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs
HOOFDSTUK 3 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 25 Informatieverstrekking
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van burgemeester en wethouders nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.
Artikel 26 Beslissing van burgemeester en wethouders in gevallen waarin deze verordening niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
De Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag, vastgesteld bij raadsbesluit van 9 maart 2000 (rv 58, 2000) en laatstelijk gewijzigd op 13 juni 2013 (rv 60, 2013) wordt met ingang van 1 december 2014 ingetrokken.