Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Rekeningencommissie 2014 |
Citeertitel | Verordening Rekeningencommissie 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 19/2014 |
Externe bijlage | Raadsvoorstel |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2023 | Art. 1 onder a., art. 7 tweede lid, art. 8 tweede lid, art. 3 eerste lid en art.4, zesde lid | 09-03-2023 | RIS314530 | ||
19-12-2014 | 01-04-2023 | nieuwe regeling | 18-12-2014 Gemeenteblad 218, 2014 | rv 148, 2014 |
Artikel 2 Taak van de commissie
De commissie doet onderzoek naar de getrouwheid en de rechtmatigheid van de door het gemeentebestuur opgestelde jaarrekening. Daarbij worden de door het college verstrekte tussentijdse proces- en projectverantwoordingen in het onderzoek betrokken. De commissie kan tevens de jaarrekeningen behandelen van verbonden partijen.
Artikel 3 Samenstelling, benoeming en ontslag
Bij de benoeming bepaalt de raad wie van de leden als voorzitter zal optreden. Bij ontstentenis van de voorzitter wordt de voorzitter vervangen door de plaatsvervangend voorzitter, door de commissie uit haar midden aan te wijzen. Bij afwezigheid van zowel de voorzitter als de plaatsvervangend voorzitter voorziet de commissie eveneens in vervanging.
Een op grond van de laatst gehouden gemeenteraadsverkiezingen gevormde politieke groepering bestaande uit één persoon, kan een voordracht indienen tot benoeming van een niet-raadslid (fractievertegenwoordiger) tot lid of plaatsvervangend lid van de commissie. Een raadslid kan in de commissie worden benoemd tot plaatsvervanger van een fractievertegenwoordiger. Om als niet-raadslid voor benoeming tot lid of plaatsvervangend lid van de commissie in aanmerking te komen dient betrokkene voor te komen op een geldig verklaarde lijst van kandidaten voor de laatst gehouden gemeenteraadsverkiezingen. De eisen gesteld in de artikelen 10 en 13 van de Gemeentewet zijn op betrokkene van overeenkomstige toepassing.
Het onderzoek naar de bescheiden, waaruit moet blijken of een niet-raadslid aan de benoemingseisen voldoet, geschiedt met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in artikel 4 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Den Haag. Ten behoeve van dit onderzoek legt de kandidaat de benodigde bescheiden voor aan de raad. Alvorens zijn functie te kunnen uitoefenen legt hij in een vergadering van de raad in handen van de voorzitter een eed dan wel een verklaring en belofte af gebaseerd op de tekst van artikel 14 Gemeentewet.
De raad kan een waarnemer c.q. fractievertegenwoordiger op eigen verzoek of op voorstel van de politieke groepering die hem of haar voor benoeming heeft voorgedragen, ontslag verlenen als commissielid. Zodra blijkt dat niet langer voldaan wordt aan de vereisten voor het lidmaatschap, houdt hij of zij op lid van de commissie te zijn.
De deuren van een openbare vergadering worden gesloten, wanneer één van de aanwezige leden dit verlangt of de voorzitter het nodig acht. De commissie besluit vervolgens dat met gesloten deuren zal worden vergaderd, wanneer haar blijkt dat bij beraadslaging in het openbaar private of openbare belangen wezenlijk zouden kunnen worden geschaad.
Indien de commissie in deze besloten vergadering blijk geeft van oordeel te zijn dat de aard van een aangelegenheid beraadslaging in beslotenheid niet vordert, plaatst de voorzitter deze aangelegenheid op de agenda van de eerstvolgende openbare vergadering, tenzij de behandeling naar zijn oordeel geen uitstel gedoogt.
Een besluit als bedoeld in het tweede en vierde lid, laatste volzin van dit artikel wordt genomen bij meerderheid van stemmen. Bij het staken van de stemmen in een voltallige vergadering, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij het staken van de stemmen in een niet voltallige vergadering heeft de voorzitter een doorslaggevende stem.
Artikel 6 Werkwijze onderzoeken ex artikel 2, vijfde lid
De commissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept-onderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval diegenen, van wie de
taakuitvoering (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie voorts als betrokkenen worden aangemerkt.