Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zevenaar

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZevenaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2015
CiteertitelVerordening precariobelasting 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De “Verordening precariobelasting 2014”, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor deze datum hebben voorgedaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 228 en 255 Gemeentwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2016nieuwe regeling

17-12-2014

Gemeenteblad 2014, nr. 79593

14-067

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2015

Verordening precariobelasting 2015

 

De raad van de gemeente Zevenaar;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014, nr. 14-067;

gelet op de artikelen 228 en 255 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen:

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2015

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening en de tarieventabel wordt verstaan onder:

  • a.

    jaar: een kalenderjaar;

  • b.

    maand: een kalendermaand;

  • c.

    week: een kalenderweek;

  • d.

    dag: een etmaal;

  • e.

    horecabedrijf: een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:27, eerste lid, sub a, van de Algemene plaatselijke verordening 2010 gemeente Zevenaar;

  • f.

    terras: een terras als bedoeld in artikel 2:27, eerste lid, sub b, van de Algemene plaatselijke verordening 2010 gemeente Zevenaar;

  • g.

    standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 5:17 van de Algemene plaatselijke verordening 2010 gemeente Zevenaar;

  • h.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur.

Artikel 2 – Belastbaar feit

Onder de naam “precariobelasting” wordt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, een directe belasting geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 3 – Belastingplicht

De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegronden worden aangetroffen.

Artikel 4 – Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven: a. voor het hebben van voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;

voor voorwerpen, waarvan de gemeente Zevenaar genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

voor voorwerpen, waarvoor ter zake reeds een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

voor braderieën, mits een duidelijke relatie met lokale belangen gelegd wordt;

voor niet-commerciële particuliere initiatieven, waaronder bijvoorbeeld te verstaan: wijk-, buurt- en straatfeesten, kindermarkten e.d..

Artikel 5 - Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 – Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 – Wijze van heffing

De precariobelasting wordt geheven door middel van een gedagtekende, schriftelijke kennisgeving.

Artikel 8 – Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten als er voor dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 – Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet

verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan

€ 5.000,- en de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening

van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat:

aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 januari en 1 juli van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet tot en met september nog maanden in het belastingjaar overblijven;

aanslagen, waarvan de dagtekening ligt na 1 juli van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, moeten worden betaald in drie gelijke termijnen. Bij het van toepassing zijn van het vorenstaande vervallen de incassotermijnen op de laatste werkdag van de maand, waarbij de eerste termijn ten minste tien dagen na de dagtekening van de aanslag valt.

3.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 – Kwijtschelding

Bij de invordering van precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 – Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.

Artikel 12 – Overgangsbepaling

De “Verordening precariobelasting 2014”, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor deze datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 – Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 14 - Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening precariobelasting 2015”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zevenaar, gehouden op 17 december 2014.

De griffier, De voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de “Verordening precariobelasting 2015”

hoofdstuk 1 Terras

  • 1.

    1 Voor een terras behorende bij een horecabedrijf met een vergunning tot het open mogen houden van het terras tot een tijdstip gelegen na 22:00 uur, wordt een tarief per m2, per jaar in rekening gebracht van € 25,30

  • 1.

    2 Voor een terras, niet bedoeld in artikel 1.1 van deze tarieventabel, wordt een tarief per m2, per jaar in rekening gebracht van € 14,30

hoofdstuk 2 Braderie

Voor het houden van een braderie, blijkens een hiervoor afgegeven vergunning ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening, wordt per m2 een tarief berekend van € 0,40. Het aantal m2 wordt, tenzij anders blijkt, vastgesteld op de ingevolge de vergunning beschikbaar gestelde oppervlakte.

hoofdstuk 3 Standplaatsen

  • 3.

    1 Voor het hebben van een standplaats wordt gerekend voor een periode van:

  • 3.

    1a per dag of een gedeelte daarvan € 8,00

  • 3.

    1b met dien verstande dat het tarief niet minder bedraagt dan € 16,00

  • 3.

    2 Het tarief als bedoeld in artikel 3.1 wordt, indien de standplaats zich in het kernwinkelgebied van Zevenaar bevindt, verhoogd met 25%

Hoofdstuk 4 Roerende zaken op parkeerapparatuurplaatsen

Voor het plaatsen van roerende zaken, niet zijnde motorvoertuigen, op een parkeerapparatuurplaats wordt een tarief berekend van € 3,10 per parkeerapparatuurplaats per dag.

 

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Zevenaar van 17 december 2014,

Mij bekend,

De griffier,