Organisatie | Strijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen 2015 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 24-10-2017 | Nieuwe regeling | 16-12-2014 Gemeenteblad, 2014, 81241 | Onbekend |
Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Strijen;
Overwegende dat het de bevoegdheid heeft om regels te stellen omtrent de te verstrekken maatwerkvoorzieningen, tegemoetkoming meerkosten, bijdrage in de kosten en het persoonsgebonden budget in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015);
gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015 (Algemene Maatregel van Bestuur) en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen 2015;
Vast te stellen het navolgende
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen 2015.
Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen
Artikel 2.1 Afschrijvingsperioden
Onverminderd de toepassing van artikel 8.4 vierde lid onder f van de Verordening worden voor woonvoorzieningen de volgende afschrijvingsperioden gehanteerd:
Artikel 2.2 Toepassing primaat verhuizing
Het bedrag waarboven toepassing van het primaat van de verhuizing, zoals bedoeld in artikel 8.3 eerste lid van de Verordening kan worden toegepast bedraagt € 2.400.
Hoofdstuk 3 Persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget wordt geacht in ieder geval toereikend te zijn voor zover van toepassing met de normale afschrijvingstermijn die geldt voor de met het persoonsgebonden budget aan te schaffen dan wel in te kopen maatwerkvoorziening. Daaronder worden ook de instandhoudingskosten gerekend.
Artikel 3.3 Recht op persoonsgebonden budget
Onverminderd de voorwaarden en/of weigeringsgronden van artikel 2.3.6 van de wet bestaat geen recht op een persoonsgebonden budget indien en zolang een risico bestaat dat beslag kan worden gelegd op het persoonsgebonden budget.
Artikel 3.4 Persoonsgebonden budget en kwaliteit
Bij de verstrekking van een persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel, een woningaanpassing, diensten en huishoudelijke ondersteuning dient te worden voldaan aan de door het College gestelde voorwaarden voor wat betreft de kwaliteit als bedoeld in de wet. Daaronder wordt in ieder geval verstaan dat de maatwerkvoorwerkvoorziening:
Artikel 3.5 Persoonsgebonden budget woningaanpassing
De cliënt aan wie een persoonsgebonden budget is verstrekt voor het realiseren van een woningaanpassing aan de eigen woning is verplicht zorg te dragen voor een opstalverzekering die in voldoende mate de te verzekeren waarde van de woning dan wel de getroffen woningaanpassing dekt voor het risico van schade.
Artikel 3.7 Hoogte persoonsgebonden budget diensten
De hoogte van het persoonsgebonden budget waarmee niet door het College gecontracteerde diensten worden ingekocht bij een aanbieder die in loondienst werkzaam is bij een organisatie die staat ingeschreven in het Handelsregister als zijnde aanbieder van maatschappelijke ondersteuning, bedraagt niet meer dan 90% van het tarief waarvoor het College deze diensten heeft ingekocht.
De hoogte van het persoonsgebonden budget waarmee diensten worden ingekocht bij een aanbieder die niet in loondienst werkzaam is bij een organisatie als bedoeld in het vorige lid, maar wel als beroepskracht kan worden aangemerkt, bedraagt niet meer dan 75% van het tarief waarvoor het College deze diensten heeft ingekocht.
De hoogte van het persoonsgebonden budget waarmee diensten worden ingekocht bij een persoon die niet als beroepskracht wordt aangemerkt of een persoon uit het sociale netwerk van de cliënt bedraagt maximaal het op grond van de Wet langdurige zorg geldende pgb-tarief voor hulp van niet-professionele zorgverleners.
HOOFDSTUK 5 TEGEMOETKOMING MEERKOSTEN
Artikel 5.2 Hoogte tegemoetkoming meerkosten
Artikel 5.3 Uitbetaling tegemoetkoming meerkosten
De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 5.2 tweede lid onder b van dit Besluit wordt uitbetaald nadat het College heeft vastgesteld dat de persoon aan wie de tegemoetkoming is toegekend is verhuisd naar de voor hem meest geschikte beschikbare woning op basis van nota’s of een door het college goedgekeurde offerte.
Bijlage I: keuring en onderhoud liften
Maximale vergoeding van kosten van onderhoud en keuring.
Alleen de werkelijk gemaakte kosten (met een maximum van de in de tabel genoemde bedragen) van keuring, onderhoud en reparatie komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming.
De kosten bedragen exclusief BTW en exclusief voorrijkosten: