Organisatie | Halderberge |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Halderberge 2015 |
Citeertitel | Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Halderberge 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Vervangt Verordening langdurigheidstoeslag 2013 Wet werk en bijstand gemeente Halderberge
artikel 8, eerste lid, onderdeel b, artikel 8 tweede lid en artikel 36 van de Participatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | nieuwe regeling | 11-12-2014 Gemeenteblad 2014, 78808 | Onbekend |
De raad van de gemeente Halderberge;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014;
gezien het amendement van mevrouw Van Domburgh (daar waar in de verordening gesproken wordt over 101% de tekst te wijzigen in 105%);
gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, artikel 8 tweede lid en artikel 36 van de Participatiewet;
overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van een individuele inkomenstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd bij verordening te regelen;
vast te stellen: de Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Halderberge 2015.
Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede “een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan” moet worden gelezen “de referteperiode”. Een uitkering-Participatiewet wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op de individuele inkomenstoeslag als inkomen gezien;
Hoofdstuk 2. Recht op individuele inkomenstoeslag
Artikel 4. Langdurig, laag inkomen
Ten aanzien van perioden waarin bij gehuwden één echtgenoot is uitgesloten van het recht op uitkering Participatiewet worden zij voor de toepassing van het eerste lid geacht tenminste een inkomen te hebben ter hoogte van 100% van de gehuwdennorm, waarbij voor “bijstandsnorm” gelezen moet worden “gehuwdennorm”.
Artikel 5. Hoogte van de individuele inkomenstoeslag
Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een toeslag naar de hoogte die voor hem/haar als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwdennorm bedoeld in artikel 21 sub c van de wet per 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm van het daaraan voorafgaande jaar. De bedragen worden op hele euro’s naar boven afgerond.