Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels maatschappelijk actief bonus 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels maatschappelijk actief bonus 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 16-12-2014 Gemeenteblad 24 december 2014 nr. 81225 | Onbekend |
Artikel 2 Doelgroep maatschappelijk actief bonus
In aanmerking voor de maatschappelijk actief bonus komt:
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Leudal 16 december 2014.
De beleidsregels maatschappelijk actief bonus 2015 zijn opgesteld ter uitvoering van de beleidsnota Armoede-/Minimabeleid 2012-2017.
Met het minimabeleid wil de gemeente de vicieuze cirkel doorbreken. Meedoen is het motto, met ondersteuning waar mogelijk. Het minimabeleid is activerend, gericht op zelfredzaamheid en participatie en het aanspreken van mensen op hun eigen verantwoordelijkheid. Werk, arbeidsparticipatie is de beste weg uit armoede, maar is niet voor iedereen weggelegd. De gemeente wil het minimabeleid in samenhang met het beleid op andere terreinen en andere overheden inzetten om te komen tot participatie naar vermogen. De ondersteuning wil de gemeente bezien vanuit het perspectief van de cliënt zo effectief en vanuit het perspectief van de gemeente zo efficiënt mogelijk inzetten.
Tegen deze achtergrond worden vijf doelgroepen onderscheiden. Deze indeling sluit aan bij de doelgroepen die in het Participatiebeleid zijn geformuleerd:
In het minimabeleid van Leudal wordt onderscheid gemaakt in de volgende doelgroepen:
Personen met een economische verdiencapaciteit 80 tot 100% van het WML. Dit zijn personen die naar verwachting voor een korte periode een beroep doen op een uitkering omdat ze (tijdelijk) geen inkomsten hebben. Uitgaande van de eigen kracht, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid, en de begeleiding bij de re-integratie wordt de mogelijkheid gebruik te maken van minimaregelingen beperkt.
Personen met een economische verdiencapaciteit van 20 tot 80 % van het WML (tijdelijk of permanent). Dit zijn mensen met een gedeeltelijke productiviteit. Veel van deze mensen staan nog aan de kant en doen niet mee. De gemeenten willen hier verandering in aanbrengen door de mogelijkheden die deze mensen wèl hebben, te matchen aan de vraag van de werkgevers, kwalitatief en kwantitatief. Zodoende worden de mogelijkheden economisch productief benut en de arbeidsmarktkansen van de mensen verbeterd. Daarnaast draagt meedoen aan het arbeidsproces bij aan het voorkomen van sociale uitval en uitsluiting, eenzaamheid en bestrijdt het ongelijkheid.
Personen met een maatschappelijke verdiencapaciteit (en een economische verdiencapaciteit < 20 % van het WML (tijdelijk of permanent). Dit is de burger die, in alle redelijkheid bezien, niet of pas op zeer lange termijn in staat is met werk in het eigen onderhoud te voorzien. Deze mensen worden gestimuleerd om hun talenten maatschappelijk in te zetten. Voor deze mensen draagt het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten bij aan hun participatiemogelijkheden en het voorkomt tevens maatschappelijke uitval. Dit zijn onder andere mensen met een gehele of gedeeltelijke ontheffing van de arbeidsplicht op grond van de Participatiewet, maar ook mensen die volledig arbeidsongeschikt zijn, chronisch zieken en gehandicapten of 65-plussers met een AOW voor zover deze personen een inkomen hebben onder de minimagrens van 120%.
Voorliggende regeling heeft specifiek betrekking op de maatschappelijk actief bonus. De bonus is vanaf 1 januari 2014 geïntroduceerd voor minima behorend tot doelgroep 2, 3 en 4 onder de voorwaarde dat er sprake is van maatschappelijk nuttige activiteiten, op vrijwillige basis, voor minimaal 3 uur per week en in enig georganiseerd verband. Er is sprake van ‘enig georganiseerde verband‘ indien er een getekende overeenkomst is tussen de uitkeringsgerechtigde en de organisatie waar de activiteiten worden verricht.
In het nieuwe minimabeleid hebben deze groepen geen recht op een Individuele Inkomenstoeslag. De maatschappelijk actief bonus (MAB) is een financiële ondersteuning als ‘beloning’ voor het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten. De maatschappelijk actief bonus bedraagt € 250,00 per persoon. Hiermee ligt het bedrag van de maatschappelijk actief bonus lager dan het de bedragen van de Individuele Inkomenstoeslag. Zo wordt voorkomen dat een nieuwe “armoedeval” ontstaat, die werk financieel onaantrekkelijk maakt.
De MAB is specifiek bedoeld voor uitkeringsgerechtigden met een arbeidsverplichting of niet-uitkeringsgerechtigden. Tot deze groep kunnen behoren uitkeringsgerechtigden (bijvoorbeeld Pw, WW, Ioaw, Ioaz, Wia, WAO, Wajong) met de volledige c.q. actieve arbeidsverplichtingen en die maatschappelijk nuttige activiteiten verrichten. Tevens is de MAB bedoeld voor Nuggers zonder uitkering of andere inkomsten uit arbeid die op zoek zijn naar werk. Uitkeringsgerechtigden die in deeltijd werken met een aanvullende uitkering kunnen in aanmerking komen voor de Individuele Inkomenstoeslag Leudal. Hetzelfde geldt voor personen die betaald werk hebben met een inkomen uit arbeid onder de minimumgrens van 120% kunnen in aanmerking komen voor de Individuele Inkomenstoeslag Leudal.
De bonus is niet bedoeld voor activiteiten die voortvloeien uit een overeengekomen re-integratietraject (zoals werken met behoud van uitkering, proefplaatsing of een participatieplaats).
De bonus staat los van een eventuele onkostenvergoeding (artikel 32 lid 2 sub f Pw) vanuit de organisatie waar men de activiteiten verricht en de premie vrijwilligerswerk die verkregen kan worden op grond van de re-integratieverordening.
Begrippen die in de Pw voorkomen hebben in deze beleidsregels dezelfde betekenis als in de Pw. Voor een aantal begrippen, die als zodanig niet in de Pw zelf staan is een definitie gegeven in deze regeling.
Maatschappelijk nuttige activiteiten zijn activiteiten waaraan maatschappelijk behoefte bestaat die zonder vergoeding en in georganiseerd verband worden verricht.
Artikel 2 Doelgroep maatschappelijk actief bonus
Doelgroep van de maatschappelijk actief bonus zijn volgens het minimabeleid mensen met een uitkering of niet-uitkeringsgerechtigden (de zgn Nuggers) die in staat moeten zijn om een betaalde baan te hebben, maar deze nog niet hebben gevonden. Uitgaande van de eigen kracht, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid, en de begeleiding bij de re-integratie wordt de mogelijkheid gebruik te maken van minimaregelingen beperkt.
Maatschappelijk nuttige activiteiten worden omschreven als:
Maatschappelijk nuttige activiteiten mogen geen belemmering zijn om naar werk uit te stromen.
De belanghebbende en de organisatie waarbinnen hij activiteiten verricht dienen een schriftelijke overeenkomst af te sluiten waarin de afspraken over de activiteiten en de voorwaarden zijn vastgelegd. De gemeente stelt hiervoor een modelovereenkomst ter beschikking.
Er kunnen zich situaties voordoen waarbij de toepassing van de regeling tot onrechtvaardige gevolgen kan leiden of tot gevolgen die in strijd zijn met de uitgangspunten van het vigerende minimabeleid. Om die reden is in artikel 4 een grondslag opgenomen om in dergelijke gevallen gemotiveerd af te kunnen wijken.