Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leudal

Beleidsregels maatschappelijk actief bonus 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeudal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels maatschappelijk actief bonus 2015
CiteertitelBeleidsregels maatschappelijk actief bonus 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Participatiewet
  2. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2019Nieuwe regeling

16-12-2014

Gemeenteblad 24 december 2014 nr. 81225

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels maatschappelijk actief bonus 2015

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      de wet: Participatiewet (Pw);

    • c.

      maatschappelijk actief bonus (MAB): een bedrag dat bedoeld is om uitkeringsgerechtigden met een arbeidsverplichting zoals bedoeld in artikel 9, lid 1 sub a, b en c Participatiewet te stimuleren om actief bezig te zijn met maatschappelijk nuttige activiteiten;

    • d.

      maatschappelijk nuttige activiteiten: activiteiten waaraan maatschappelijk behoefte bestaat die zonder vergoeding, op vrijwillige basis en in georganiseerd verband worden verricht;

    • e.

      peildatum: de datum dat de maatschappelijk actief bonus wordt aangevraagd;

    • f.

      Nuggers: zijn personen:

      • -

        tussen 16 jaar en de AOW-leeftijd die geen uitkering ontvangen (WW, Pw, WAO, etc), en ingeschreven zijn bij het UWV;

      • -

        die niet werken, of minder dan 12 uur per week werken;

      • -

        die wel willen werken of meer dan 12 uur per week willen werken.

  • 2.

    alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Doelgroep maatschappelijk actief bonus

In aanmerking voor de maatschappelijk actief bonus komt:

  • 1a.

    de belanghebbende met een uitkering die op de peildatum gemiddeld niet hoger is dan 120 % van de toepasselijke bijstandsnorm en voor wie de volledige arbeidsverplichtingen gelden;

  • 1b.

    de niet-uitkeringsgerechtigde (de zgn Nugger) zonder inkomen.

Onder de voorwaarde dat:

  • 2a.

    de belanghebbende geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet en

  • 2b.

    minimaal 3 uur per week onbetaald maatschappelijk nuttige activiteiten verricht in enig georganiseerd verband gedurende een periode van minimaal 6 maanden.

Artikel 3 Hoogte en aanvraag

  • 1.

    De hoogte van de bonus bedraagt € 250,00 per persoon per kalenderjaar;

  • 2.

    De bonus wordt toegekend op schriftelijke aanvraag.

Artikel 4 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 5 Uitsluitingsgronden

Geen recht op een MAB heeft de belanghebbende die gedurende de referte periode:

  • 1.

    een maatregel en/of boete vanuit enige sociale wet of regelgeving opgelegd heeft gekregen;

  • 3.

    een opleiding volgt als bedoeld in de Wsf 2000 dan wel ander door het Rijk bekostigd onderwijs volgt;

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015 en wordt aangehaald als de regeling “Beleidsregels maatschappelijk actief bonus 2015”.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Leudal 16 december 2014.

Toelichting

De beleidsregels maatschappelijk actief bonus 2015 zijn opgesteld ter uitvoering van de beleidsnota Armoede-/Minimabeleid 2012-2017.

Met het minimabeleid wil de gemeente de vicieuze cirkel doorbreken. Meedoen is het motto, met ondersteuning waar mogelijk. Het minimabeleid is activerend, gericht op zelfredzaamheid en participatie en het aanspreken van mensen op hun eigen verantwoordelijkheid. Werk, arbeidsparticipatie is de beste weg uit armoede, maar is niet voor iedereen weggelegd. De gemeente wil het minimabeleid in samenhang met het beleid op andere terreinen en andere overheden inzetten om te komen tot participatie naar vermogen. De ondersteuning wil de gemeente bezien vanuit het perspectief van de cliënt zo effectief en vanuit het perspectief van de gemeente zo efficiënt mogelijk inzetten.

Tegen deze achtergrond worden vijf doelgroepen onderscheiden. Deze indeling sluit aan bij de doelgroepen die in het Participatiebeleid zijn geformuleerd:

In het minimabeleid van Leudal wordt onderscheid gemaakt in de volgende doelgroepen:

  • 1.

    De mensen die aan het werk zijn of aan het werk gaan. Zij moeten ondersteund worden om aan het werk te blijven en armoedeval te voorkomen, totdat zij door loopbaanontwikkeling boven de minimagrens (120% van de bijstandsnorm) zijn uitgegroeid.

  • 2.

    Personen met een economische verdiencapaciteit 80 tot 100% van het WML. Dit zijn personen die naar verwachting voor een korte periode een beroep doen op een uitkering omdat ze (tijdelijk) geen inkomsten hebben. Uitgaande van de eigen kracht, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid, en de begeleiding bij de re-integratie wordt de mogelijkheid gebruik te maken van minimaregelingen beperkt.

  • 3.

    Personen met een economische verdiencapaciteit van 20 tot 80 % van het WML (tijdelijk of permanent). Dit zijn mensen met een gedeeltelijke productiviteit. Veel van deze mensen staan nog aan de kant en doen niet mee. De gemeenten willen hier verandering in aanbrengen door de mogelijkheden die deze mensen wèl hebben, te matchen aan de vraag van de werkgevers, kwalitatief en kwantitatief. Zodoende worden de mogelijkheden economisch productief benut en de arbeidsmarktkansen van de mensen verbeterd. Daarnaast draagt meedoen aan het arbeidsproces bij aan het voorkomen van sociale uitval en uitsluiting, eenzaamheid en bestrijdt het ongelijkheid.

  • 4.

    Personen met een maatschappelijke verdiencapaciteit (en een economische verdiencapaciteit < 20 % van het WML (tijdelijk of permanent). Dit is de burger die, in alle redelijkheid bezien, niet of pas op zeer lange termijn in staat is met werk in het eigen onderhoud te voorzien. Deze mensen worden gestimuleerd om hun talenten maatschappelijk in te zetten. Voor deze mensen draagt het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten bij aan hun participatiemogelijkheden en het voorkomt tevens maatschappelijke uitval. Dit zijn onder andere mensen met een gehele of gedeeltelijke ontheffing van de arbeidsplicht op grond van de Participatiewet, maar ook mensen die volledig arbeidsongeschikt zijn, chronisch zieken en gehandicapten of 65-plussers met een AOW voor zover deze personen een inkomen hebben onder de minimagrens van 120%.

  • 5.

    Kinderen. Te allen tijde willen wij voorkomen dat kinderen niet kunnen meedoen (op school, met sport, sociaal) doordat zij opgroeien in een gezin met een langdurig laag besteedbaar inkomen.

Voorliggende regeling heeft specifiek betrekking op de maatschappelijk actief bonus. De bonus is vanaf 1 januari 2014 geïntroduceerd voor minima behorend tot doelgroep 2, 3 en 4 onder de voorwaarde dat er sprake is van maatschappelijk nuttige activiteiten, op vrijwillige basis, voor minimaal 3 uur per week en in enig georganiseerd verband. Er is sprake van ‘enig georganiseerde verband‘ indien er een getekende overeenkomst is tussen de uitkeringsgerechtigde en de organisatie waar de activiteiten worden verricht.

In het nieuwe minimabeleid hebben deze groepen geen recht op een Individuele Inkomenstoeslag. De maatschappelijk actief bonus (MAB) is een financiële ondersteuning als ‘beloning’ voor het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten. De maatschappelijk actief bonus bedraagt € 250,00 per persoon. Hiermee ligt het bedrag van de maatschappelijk actief bonus lager dan het de bedragen van de Individuele Inkomenstoeslag. Zo wordt voorkomen dat een nieuwe “armoedeval” ontstaat, die werk financieel onaantrekkelijk maakt.

De MAB is specifiek bedoeld voor uitkeringsgerechtigden met een arbeidsverplichting of niet-uitkeringsgerechtigden. Tot deze groep kunnen behoren uitkeringsgerechtigden (bijvoorbeeld Pw, WW, Ioaw, Ioaz, Wia, WAO, Wajong) met de volledige c.q. actieve arbeidsverplichtingen en die maatschappelijk nuttige activiteiten verrichten. Tevens is de MAB bedoeld voor Nuggers zonder uitkering of andere inkomsten uit arbeid die op zoek zijn naar werk. Uitkeringsgerechtigden die in deeltijd werken met een aanvullende uitkering kunnen in aanmerking komen voor de Individuele Inkomenstoeslag Leudal. Hetzelfde geldt voor personen die betaald werk hebben met een inkomen uit arbeid onder de minimumgrens van 120% kunnen in aanmerking komen voor de Individuele Inkomenstoeslag Leudal.

De bonus is niet bedoeld voor activiteiten die voortvloeien uit een overeengekomen re-integratietraject (zoals werken met behoud van uitkering, proefplaatsing of een participatieplaats).

De bonus staat los van een eventuele onkostenvergoeding (artikel 32 lid 2 sub f Pw) vanuit de organisatie waar men de activiteiten verricht en de premie vrijwilligerswerk die verkregen kan worden op grond van de re-integratieverordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Begrippen die in de Pw voorkomen hebben in deze beleidsregels dezelfde betekenis als in de Pw. Voor een aantal begrippen, die als zodanig niet in de Pw zelf staan is een definitie gegeven in deze regeling.

Maatschappelijk nuttige activiteiten zijn activiteiten waaraan maatschappelijk behoefte bestaat die zonder vergoeding en in georganiseerd verband worden verricht.

Artikel 2 Doelgroep maatschappelijk actief bonus

Doelgroep van de maatschappelijk actief bonus zijn volgens het minimabeleid mensen met een uitkering of niet-uitkeringsgerechtigden (de zgn Nuggers) die in staat moeten zijn om een betaalde baan te hebben, maar deze nog niet hebben gevonden. Uitgaande van de eigen kracht, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid, en de begeleiding bij de re-integratie wordt de mogelijkheid gebruik te maken van minimaregelingen beperkt.

Maatschappelijk nuttige activiteiten worden omschreven als:

  • 1.

    activiteiten die op vrijwillige basis worden uitgevoerd,

  • 2.

    zonder financiële vergoeding (buiten eventuele onkostenvergoedingen),

  • 3.

    in georganiseerd verband,

  • 4.

    met een maatschappelijk doel en voor anderen, hetzij individuen, groepen of de samenleving in haar geheel (maar zonder familieband).

Maatschappelijk nuttige activiteiten mogen geen belemmering zijn om naar werk uit te stromen.

De belanghebbende en de organisatie waarbinnen hij activiteiten verricht dienen een schriftelijke overeenkomst af te sluiten waarin de afspraken over de activiteiten en de voorwaarden zijn vastgelegd. De gemeente stelt hiervoor een modelovereenkomst ter beschikking.

Artikel 4

Er kunnen zich situaties voordoen waarbij de toepassing van de regeling tot onrechtvaardige gevolgen kan leiden of tot gevolgen die in strijd zijn met de uitgangspunten van het vigerende minimabeleid. Om die reden is in artikel 4 een grondslag opgenomen om in dergelijke gevallen gemotiveerd af te kunnen wijken.

Artikel 5 en Artikel 6

Artikelen behoeven geen nadere toelichting.