Overheidsorganisatie | Provincie Overijssel |
---|---|
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Rekenkamer Oost-Nederland |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Rekenkamer Oost-Nederland |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling wordt opgenomen in het register zoals bedoeld in artikel 27, 2e lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 8-12-2004
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad nr. 2004-128.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | 01-03-2016 | nieuwe regeling | 08-12-2004 Provinciaal Blad nr. 2004-128. | - |
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;
b. deelnemers: de provincies Gelderland en Overijssel.
Het belang ter behartiging waarvan deze regeling is aangegaan, is het instellen van een gemeenschappelijke rekenkamer als bedoeld in artikel 79l van de Provinciewet.
1. De deelnemers richten bij deze regeling een gemeenschappelijk orgaan op als bedoeld in artikel 41, juncto artikel 8, tweede lid van de wet.
2. Het gemeenschappelijk orgaan is genaamd Rekenkamer Oost-Nederland en is gevestigd in een door het bestuur, zoals bedoeld in artikel 5 van deze regeling, te bepalen plaats binnen het grondgebied van de deelnemers.
Het gemeenschappelijk orgaan heeft tot taak het uitvoeren van hetgeen in artikel 183 van de Provinciewet is bepaald.
Het gemeenschappelijk orgaan heeft als orgaan een bestuur.
1. Het bestuur bestaat uit drie leden, waaronder een voorzitter. Deze worden door Provinciale Staten van de deelnemers gezamenlijk voorgedragen en worden overeenkomstig de artikelen 79c, eerste lid en 79m, eerste lid van de Provinciewet door Provinciale Staten van de deelnemers gezamenlijk benoemd. Bij het doen van deze voordrachten wordt rekening gehouden met de onderlinge deskundigheid van de voorgedragen leden.
2. Uit de leden van het bestuur wordt door Provinciale Staten van de deelnemers een waarnemend voorzitter benoemd.
De leden van de rekenkamer leggen in de vergadering van Provinciale Staten van Overijssel de eed (verklaring en belofte) af als bedoeld in artikel 79g van de Provinciewet.
1. Gedeputeerde Staten van Gelderland dragen er zorg voor dat aan het bestuur de bevoegdheid wordt toegekend te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen ter uitvoering van de aan de rekenkamer opgedragen taak.
2. De Commissaris van de Koningin van Gelderland draagt er zorg voor dat aan de voorzitter van het bestuur de bevoegdheid wordt toegekend tot vertegenwoordiging bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen ter uitvoering van de aan de rekenkamer opgedragen taak.
3. Het bestuur en de voorzitter kunnen de directeur zoals bedoeld in artikel 13, tweede lid van deze regeling, machtigen de in het eerste en tweede lid bedoelde bevoegdheden uit te oefenen.
1. De leden van het bestuur ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding per maand, alsmede een tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten.
2. Voor de voorzitter bedraagt deze vergoeding 15% en voor de leden 10% van het bedrag dat overeenkomt met het bedrag zoals bedoeld in artikel 3 van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden.
3. De leden van het bestuur kunnen de reis- en verblijfkosten declareren op grond van de artikelen 3 tot en met 5 van de Regeling rechtspositie gedeputeerden.
4. Provinciale Staten van de deelnemers kunnen besluiten af te wijken van de in het tweede lid genoemde percentages.
1. De voorzitter bevordert de onafhankelijke positie van de rekenkamer.
2. De voorzitter oefent toezicht uit op de werkzaamheden van de rekenkamer en op de juiste toepassing van hetgeen bij deze regeling is bepaald.
3. De voorzitter is belast met het leiden van de vergaderingen van het bestuur.
4. De voorzitter bevordert een spoedige afhandeling van zaken.
5. De voorzitter tekent de stukken die van het bestuur uitgaan.
De taken en bevoegdheden van de voorzitter worden bij diens afwezigheid of ontstentenis waargenomen door de waarnemend voorzitter.
1. Er is een bureau van de rekenkamer. Het bureau ondersteunt het bestuur in de goede uitoefening van zijn werkzaamheden.
2. Aan het hoofd van het bureau staat een directeur. De directeur is tevens secretaris van het bestuur.
3. De directeur en de overige ambtenaren van het bureau worden op voordracht van de voorzitter van de rekenkamer benoemd, geschorst en ontslagen door Gedeputeerde Staten van Gelderland.
4. De bezoldiging en de overige rechtspositie van de directeur en de overige ambtenaren van het bureau vinden plaats overeenkomstig de rechtspositieregelingen zoals deze zijn vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Gelderland.
1. Om de communicatie tussen de rekenkamer en Provinciale Staten van de deelnemers te bevorderen wordt tenminste jaarlijks overleg gevoerd tussen het bestuur en de Commissie van Onderzoek uit Provinciale Staten van Gelderland en de Statencommissie Economie en bestuur van Provinciale Staten van Overijssel.
2. Het overleg als bedoeld in het eerste lid heeft de volgende functies:
bespreken van het onderzoeksprogramma;
het zijn van gesprekspartner over procedurele zaken;
het letten op de verhouding tussen de diverse toetsings- en controle-instrumenten;
het uitwisselen van verwachtingen en ervaringen.
1. Het bestuur stelt jaarlijks voor 1 juli de begroting voor het daarna volgende kalenderjaar vast volgens de bepalingen van artikel 48 van de wet.
2. De bepalingen van artikel 48, eerste, derde en vierde lid van de wet zijn niet van toepassing op wijzigingen van de begroting indien deze wijzigingen niet leiden tot verhoging van de door de deelnemers verschuldigde bijdrage in de kosten van het gemeenschappelijk orgaan.
Het bestuur stelt jaarlijks voor 1 juli de jaarrekening over het daaraan voorafgaande kalenderjaar vast.
De kosten van het gemeenschappelijk orgaan worden door de deelnemers voor gelijke delen gedragen.
1. Deze regeling kan, al dan niet op voorstel van het bestuur, worden gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van de deelnemers.
2. Indien Provinciale Staten van de deelnemers deze regeling op eigen initiatief wensen te wijzigen, wordt het bestuur in staat gesteld zijn opvatting daaromtrent naar voren te brengen. De opvatting van het bestuur wordt vermeld in het statenvoorstel tot wijziging van deze regeling.
Toetreding tot deze regeling kan geschieden bij een daartoe strekkend besluit van Provinciale Staten van de deelnemers op basis van een verzoek van Provinciale Staten of de raad van de toe te treden provincie of gemeente.
1. Provinciale Staten van de deelnemers kunnen besluiten tot uittreding, met dien verstande dat uittreding niet eerder kan plaatsvinden dan op 1 januari 2008.
2. Een besluit tot uittreding als bedoeld in het eerste lid treedt een jaar later in werking. Op dat moment komt deze regeling te vervallen.
3. Het bestuur regelt de gevolgen van een besluit tot uittreding en stelt daarbij de verplichtingen van de uittredende deelnemer vast.
Deze regeling kan worden opgeheven bij besluit van Provinciale Staten van de deelnemers. In dat geval is het bestuur belast met de liquidatie van het gemeenschappelijk orgaan.
1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2005.
2. Uiterlijk zes jaar na inwerkingtreding van deze regeling is de uitvoering hiervan door Provinciale Staten van de deelnemers in overleg met het bestuur geëvalueerd.
Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd en wordt aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling Rekenkamer Oost-Nederland.