Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbesluit parkeren Rotterdam 2015 |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit parkeren Rotterdam 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 2014-183 |
Gecons. tekst bijgewerkt tot en met wijziging 2
Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2016 | Gecons. tekst bijgewerkt tot en met wijziging 2 | 16-12-2014 Gemeenteblad 2014-183 | gelezen het voorstel van de directeur Toezicht & Handhaving van Stadsbeheer, d.d. 16 december 2014; kenmerk 14/0032987 | |
01-01-2015 | Onbekend | 16-12-2014 Gemeenteblad 2014-183 | gelezen het voorstel van de directeur Toezicht & Handhaving van Stadsbeheer, d.d. 16 december 2014; kenmerk 14/0032987 |
Uitvoeringsbesluit parkeren Rotterdam 2015
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de directeur Toezicht & Handhaving van Stadsbeheer, d.d. 16 december 2014; kenmerk 14/0032987;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en artikel 2, vierde lid, van de Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2015;
Uitvoeringsbesluit inzake de voorschriften en beperkingen met betrekking tot het verlenen, intrekken, weigeren, de geldigheid en het gebruik van parkeervergunningen en belanghebbendenvergunningen Rotterdam 2015 (Uitvoeringsbesluit parkeren Rotterdam 2015)
In dit besluit wordt verstaan onder:
autodate: het herhaaldelijk en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen een aanbieder, die motorvoertuigen beschikbaar stelt voor autodate en die is aangesloten bij de Stichting Gedeeld Autogebruik en meerdere deelnemers, die met de aanbieder een overeenkomst hebben gesloten;
bijbehorende parkeervoorziening: parkeervoorziening met gezamenlijke toegang, behorend bij of toegewezen aan een gebouw of gebouwencomplex blijkens een omgevings(bouw)vergunning of enig ander document, bestemd voor het parkeren van motorvoertuigen van eigenaren of houders, die wonen of werken in het gebouw of gebouwencomplex waarbij deze voorziening behoort of waaraan deze voorziening is toegewezen. Onder een bijbehorende of toegewezen parkeervoorziening wordt niet verstaan een individuele garagebox, carport of ruimte op een perceel waaraan niet specifiek de bestemming parkeren is toegekend;
Artikel 2 Maximering aantal vergunningen per sector
Artikel 3 Weigeren van een vergunning
Het college weigert een vergunning indien:
Artikel 3a Weigeren van een vergunning vanwege belasting van de luchtkwaliteit
3. De in het eerste lid genoemde weigeringsgronden zijn evenmin van toepassing indien de vergunning wordt aangevraagd voor:
Artikel 4 Intrekken van een vergunning
de aanvrager een vergunning krijgt overgedragen van een huisgenoot, onverminderd de artikelen 1 sub a tot en met sub e.
In afwijking van het eerste lid, onder a, wordt eenmalig een vergunning op het nieuwe woonadres verleend voor maximaal 12 maanden, indien de aanvrager verhuist en tijdelijk twee woonadressen heeft, maar nog niet op het nieuwe woonadres staat ingeschreven bij de BRP en met een koop- of huurcontract het nieuwe woonadres kan aantonen.
In afwijking van artikel 2, tweede lid, wordt een vergunning verleend aan de partner of een familielid van een overleden vergunninghouder, die volgens de BRP op hetzelfde adres staat ingeschreven als de overleden vergunninghouder. Een verzoek hiertoe dient binnen drie maanden na het overlijden van de vergunninghouder te worden ingediend.
8. In afwijking van het eerste lid, onder b, wordt uitsluitend een vergunning voor maximaal 12 maanden verleend indien de aanvrager aantoont dat aanvrager op het moment van de aanvraag feitelijk niet over de bij het gebouw of gebouwencomplex behorende of toegewezen parkeervoorziening beschikt of had kunnen beschikken.
de rechtsvorm van het bedrijf een eenmanszaak, maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap is en de eigenaar van de eenmanszaak, de maten van de maatschap of de vennoten van de vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap in de BRP in Nederland of daarbuiten staan geregistreerd.
Met inachtneming van de artikelen 2, 3 en 7 wordt op aanvraag aan een schoolbestuur een maximum aan vergunningen verleend gelijk aan de helft van het totaal aantal docenten dat op aanvraagdatum in dienst is van het betrokken bestuur en werkzaam op de vestiging in gereguleerd gebied waarvoor de aanvraag is gedaan.
In afwijking van het eerste lid, onder b, wordt uitsluitend een vergunning voor maximaal 12 maanden verleend indien de aanvrager aantoont dat deze op het moment van de aanvraag feitelijk niet over de bij het gebouw of gebouwencomplex behorende of toegewezen parkeer-voorziening beschikt of had kunnen beschikken.
8a. In afwijking van lid 1 sub c en d en de leden 2 en 3 wordt in de sectoren 1, 2, 3, 4, 5, 6, 12 en 13 aan de aanvrager een vergunning verleend. Het maximaal aantal te verlenen vergunningen is afhankelijk van de branche waarin het bedrijf werkzaam is en het aantal medewerkers, zoals geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Artikel 7 Stadsbrede vergunning
1. Het college verleent op aanvraag een stadsbrede vergunning aan een van de hierna vermelde categorieën:
a. huisartsen met praktijk in Rotterdam;
b. verloskundigen met praktijk in Rotterdam;
c. Vereniging Dierenambulance Rotterdam ten behoeve van de ambulances;
d. Stichting Dierenambulance Rotterdam en Omstreken ten behoeve van de ambulances;
e. thuiszorgorganisaties met als verzorgingsgebied Rotterdam, bekostigd vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) ten behoeve van acute thuiszorg;
f. Politie Eenheid Rotterdam ten behoeve van de niet-herkenbare politievoertuigen;
g. Gemeentelijke Gezondheidsdienst ten behoeve van de Röntgenbus;
h. Stichting Zwerfkatten ten behoeve van de motorvoertuigen die zwaar materiaal vervoeren;
k. rechtercommissaris en griffiers van de rechtbank Rotterdam ten behoeve van de voertuigen die worden gebruikt bij piketdiensten;
l. Veiligheidsregio Rotterdam ten behoeve van de voertuigen die gebruikt worden bij piketdiensten;
m. gemeentelijke diensten ten behoeve van dienstvoertuigen;
n. Autodate ten behoeve van voertuigen voor gedeeld autogebruik;
o. Stichting slachtofferhulp ten behoeve van acute zorgverlening;
p. de dialyseauto van het Maasstad Ziekenhuis;
q. houders van een Europese gehandicaptenparkeerkaart, volgens de BRP woonachtig in Rotterdam en waarbij de aanvrager of diens huisgenoot kentekenhouder is van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is aangevraagd, of de aanvrager een motorvoertuig gebruikt van het bedrijf waarbij hij in loondienst is en waarbij het motorvoertuig op naam staat van het bedrijf of dat er sprake is van een leaseovereenkomst op naam van het bedrijf. r. Indien de aanvraag een motorvoertuig met een niet-Nederlands kenteken betreft wordt, onverminderd het bepaalde in lid 1q, op aanvraag een vergunning verleend indien aan de BPM-plicht is voldaan of er sprake is van BPM-vrijstelling.
2. de stadsbrede vergunning geldt voor het gehele gereguleerde gebied.
Artikel 9 Mantelzorgvergunning
Artikel 10 Belanghebbendenvergunning
Het college kan op aanvraag aan de hierna genoemde aanvragers een belanghebbendenvergunning verlenen, die uitsluitend geldt op de aan hen door het college toegewezen vaste parkeerplaatsen:
c. houders van het door de Stichting Kwaliteitsverbetering Rotterdamse Taxi uitgereikte keurmerk voor taxichauffeurs;
d. dienstvoertuigen van de RET.
Van het bepaalde in dit Uitvoeringsbesluit parkeren Rotterdam 2015 kan het college afwijken indien toepassing van dit besluit tot onbillijkheid van overwegende aard leidt.
Artikel 12 Intrekking huidig besluit
Het Uitvoeringsbesluit parkeren Rotterdam 2014 wordt ingetrokken.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.
Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit parkeren Rotterdam 2015.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 december 2014.
De secretaris, De burgemeester,
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 17 december 2014 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
In het Uitvoeringsbesluit parkeren Rotterdam 2015 zijn de nadere regels vastgelegd omtrent de voorschriften en beperkingen met betrekking tot het verlenen, de geldigheid en het gebruik van parkeervergunningen, belanghebbendenvergunningen en parkeerkaarten.
Ten opzichte van het vigerende uitvoeringsbesluit (inclusief de eerste wijziging) zijn de volgende inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.
Artikel 7 is aangevuld met lid 1 q en betreft een nadere specificatie met betrekking tot het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de stadsbrede parkeervergunning geldt. Het kenteken moet geregistreerd zijn op naam van de aanvrager of diens huisgenoot of op naam staan van het bedrijf waar de aanvrager in loondienst is.
Artikel 7 is aangevuld met lid 1 r en betreft de aanvraag voor een motorvoertuig met een niet-Nederlands kenteken van een houder van een Europese gehandicaptenparkeerkaart.
Aan artikel 10 is lid d toegevoegd, waarmee het mogelijk wordt om ook voor voertuigen van de RET een vaste parkeerplaats te reserveren ten behoeve van het uitvoeren van spoedeisende werkzaamheden.
Verder is de benaming Politie Rotterdam-Rijnmond gewijzigd in Politie Eenheid Rotterdam; Stadstoezicht is gewijzigd in Stadsbeheer, Gemeentebelastingen Rotterdam in Belastingen Rotterdam en de AWBZ in de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Ad 3: Aanvulling met artikel 3a
Artikel 3a bevat een weigeringsgrond die is gericht op het verminderen van het aantal meest vervuilende voertuigen in het Rotterdamse wagenpark. Deze weigeringsgrond is onderdeel van de bredere aanpak van de luchtkwaliteit die binnen Rotterdam plaatsvindt. Het niet toekennen van parkeervergunningen voor vervuilende voertuigen draagt bij aan het behalen van de geformuleerde doelstellingen.