Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wijziging Ambtenarenreglement |
Citeertitel | Wijziging Ambtenarenreglement |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 2014-178 |
Geen
artikel 125 van de Ambtenarenwet
Ambtenarenwet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-03-2015 | Onbekend | 09-12-2014 Gemeenteblad 2014-178 | gelezen het voorstel van de wethouder Haven, Duurzaamheid, Mobiliteit en Organisatie van 9 december 2014 met kenmerk: 1543228 |
Na artikel 42 worden de artikelen 42a en 42b ingevoegd die, inclusief koptekst, luiden als volgt:
Indien in een kalenderjaar het wettelijk verlof geheel of gedeeltelijk niet is verleend, vervalt dit verlof 12 maanden na het einde van dat kalenderjaar, tenzij de ambtenaar tot aan dat moment om medische redenen redelijkerwijs niet in staat is geweest om dit vakantieverlof op te nemen, of dit vanwege dienstbelang niet mogelijk is geweest.
Indien in een kalenderjaar het bovenwettelijk verlof geheel of gedeeltelijk niet verleend is, verjaart dit verlof 60 maanden na het einde van dat kalenderjaar.
Indien het belang van de dienst het onvermijdelijk maakt dat de vakantie geheel aaneengesloten of het aaneengesloten deel daarvan bedoeld in artikel 44, eerste lid, wordt genoten buiten het tijdvak van 1 mei tot 1 oktober wordt de vakantie of het aaneengesloten deel daarvan met 1/3 deel vermeerderd.
1 januari 2015 geldt dat deze tot ten hoogste 180 uren kunnen worden meegenomen naar het kalenderjaar 2015, waarbij het meerdere vervalt.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen besluiten, dat niet genoten vakantie voor zover deze meer bedraagt dan 180 uren, in het kalenderjaar 2015 wordt verleend, mits de ambtenaar hierom schriftelijk en gemotiveerd verzocht heeft vóór 1 maart 2015. Het in dit lid bedoelde aantal van 180 uren wordt naar evenredigheid verminderd, als de ambtenaar krachtens zijn aanstelling een onvolledige betrekking vervult.
3.Het bepaalde in de vorige leden geldt met dien verstande dat aan de ambtenaar in enig kalenderjaar niet meer vakantie wordt verleend dan anderhalf maal het aantal uren waarop hij in dat kalenderjaar krachtens de artikelen 42 en 43 aanspraak heeft.
De secretaris, De burgemeester,
A.C. Vervooren, l.s. A. Aboutaleb
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 10 december 2014 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Op grond van artikel 7 van de Europese Richtlijn 2003/88/EG ‘betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeid’ hebben werknemers jaarlijks recht op ten minste vier weken verlof met behoud van salaris, dat wil zeggen viermaal de overeengekomen arbeidsduur per week. Dat betekent dat bij een 36-urige werkweek het wettelijk verlof 144 uur bedraagt.
Het wettelijk verlof is primair bedoeld ter recuperatie in het jaar waarin het wordt opgebouwd. Niettemin zullen er situaties voorkomen waarin het wettelijk verlof in enig jaar niet geheel kan worden opgenomen. Daarom geldt een vervaltermijn van 12 maanden.
Als een ambtenaar te ziek is om verlof op te nemen, bijvoorbeeld omdat hij in een ziekenhuis moet verblijven, geldt deze termijn niet. Vanzelfsprekend zal in goed overleg tussen werkgever en ambtenaar na herstel een plan worden gemaakt hoe om te gaan met het resterende wettelijk verlof.
Als een ambtenaar een langere verlofperiode wil opnemen, bijvoorbeeld voor loopbaanverlof (sabbatical) en daarvoor ook wettelijk verlof wil inzetten, kan hij verzoeken om af te zien van de vervaltermijn. In onderling overleg moeten dan afspraken worden gemaakt op basis van een onderbouwd schriftelijk verzoek van de ambtenaar.
Afwezigheid leidt niet in alle gevallen tot vermindering van vakantie-opbouw.
Dat geldt onder andere voor afwezigheid wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof en afwezigheid wegens ziekte. Dat vloeit voort uit Europese Richtlijn 2003/88/EG. De richtlijn beperkt zich tot het wettelijk verlof. In het Ambtenarenreglement wordt echter op het punt van de opbouw van vakantie geen onderscheid gemaakt tussen wettelijk en bovenwettelijk verlof.
De ambtenaar kan ook tijdens ziekte vakantieverlof opnemen. De vakantie mag zijn herstel niet belemmeren; bij twijfel kan de bedrijfsarts hierover een oordeel geven.
De opgenomen vakantie wordt in mindering gebracht op het verlofsaldo. Op grond van artikel 42 wordt gedurende de vakantie de bezoldiging doorbetaald zonder de korting die eventueel geldt gezien de duur van de ziekte, als gevolg van toepassing van artikel 52, tweede, derde en vierde lid, AR.
In het geval waarin de ambtenaar in het kader van een medische behandeling of therapie elders moet verblijven wordt geen vakantieverlof afgeschreven.
Het derde en vierde lid van artikel 45 konden vervallen, nu hetgeen daarin was vastgelegd inhoudelijk is geregeld in de bij dit besluit gewijzigde en ingevoegde bepalingen.
In deze tekst van artikel 46 wordt nog gesproken over het vervallen van vakantie-uren, voor zover zij het gestelde maximum van 180 uur overschrijden.
In Rotterdam wordt al een aantal jaren op het opnemen van vakantie gestuurd. Medewerkers worden daarbij gestimuleerd om hun vakantie op te nemen.
In die systematiek past ook van vakantie die niet wordt opgenomen komt te vervallen. In Rotterdam geldt daarbij dat er maximaal 180 uur vakantie uit voorgaande jaren mogen worden meegenomen naar een nieuw kalenderjaar, tenzij er expliciet toestemming is verleend meer uren mee te nemen. Daarmee worden medewerkers geprikkeld daadwerkelijk vakantie op te nemen.
Om te voorkómen dat medewerkers onbeperkt vakantie kunnen meenemen naar het kalenderjaar 2015, is besloten tot 1 maart 2015 de bepaling te handhaven dat maximaal 180 vakantie-uren kunnen worden meegenomen naar een volgend kalenderjaar en dat het meerdere vervalt. Met ingang van 1 maart 2015 vervalt deze bepaling en gaat de reguliere systematiek van vervallen en verjaren van vakantie-aanspraken gelden.
In de oude tekst van deze bepaling was het vervallen van vakantie-uren opgenomen, voor zover zij het gestelde maximum van 180 uur overschreden. Nu wettelijke vakantie-uren na 12 maanden vervallen en bovenwettelijke vakantie-uren na 60 maanden verjaren, is er ten aanzien van de vakantie-uren die vanaf 2015 worden opgebouwd geen noodzaak meer een andere regeling over het vervallen van vakantie-uren te handhaven.