Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
2.3 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project bedraagt: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief naast genoemd percentage | 2,59% |
| van de bouwkosten met een minimum van: | € 110,80 |
| | |
2.3.1.2 | Welstandstoets | |
2.3.1.2.1 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd en toetsing aan welstandscriteria van de welstandsnota moet plaatsvinden wordt: | |
2.3.1.2.1.1 | indien hierover het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met naast genoemd percentage | 0,53% |
| van de bouwkosten met een minimumbedrag van: | € 83,05 |
2.3.1.2.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is | € 81,95 |
2.3.1.3 | Verplicht advies agrarische commissie | |
2.3.1.3.1 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Stichting Agrarische beoordelingscommissie wordt beoordeeld | € 596,00 |
2.3.1.3.2 | waarbij dit bedrag wordt verhoogd met | € 132,40 |
| indien het advies nieuwe vestigingen of bedrijfsverplaatsingen betreft. | |
2.3.1.4 | Aanvraag hogere waarden geluidhinder | |
| Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag hogere waarden geluidhinder ingevolge artikel 83 Wet geluidhinder, bedraagt | € 301,65 |
2.3.1.5 | Achteraf ingediende aanvraag | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 binnen deze titel bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit naast genoemd percentage | 25% |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | |
| | |
| | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief het hiernaast genoemde percentage | 2,59% |
| van de aanlegkosten met een minimumbedrag van: | € 110,80 |
| | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast dan wel ontheffing wordt verleend op basis van artikel 3.6, eerste lid, sub c van de Wet ruimtelijke ordening | € 387,85 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast dan wel ontheffing wordt verleend op basis van artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening | € 504,20 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast danwel een Projectbesluitprocedure wordt doorlopen krachtens artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening | |
| - in de vorm van een projectbesluit (krachtens artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 1.723,60 |
| - in de vorm van een bestemmingsplanherziening (krachtens artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 1.939,00 |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking, krachtens artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 503,44 |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan, krachtens artikel 6.12 lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 387,85 |
2.3.3.6 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit, krachtens artikel 3.7 lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 374,60 |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal of provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1 of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of provinciale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | offerte basis |
| | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast dan wel ontheffing wordt verleend op basis van artikel 3.6, eerste lid, sub c van de Wet ruimtelijke ordening | € 426,60 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast dan wel ontheffing wordt verleend op basis van artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening | € 530,00 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | |
| - indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast danwel een Projectbesluitprocedure wordt doorlopen krachtens artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening | € 1.777,40 |
| - in de vorm van een bestemmingsplanherziening (krachtens artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 2.003,65 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking, krachtens artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 530,00 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan, krachtens artikel 6.12 lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 422,25 |
2.3.4.6 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit, krachtens artikel 3.7 lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening) | € 422,25 |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal of provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1 of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of provinciale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | offerte basis |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, wordt het hiernaast genoemde bedrag | € 183,45 |
| vermeerderd met een bedrag voor een inrichting met een vloeroppervlak binnen de constructie van de gebouwfunctie van: | |
| - 0 tot en met 100 m2 | € 353,90 |
| - 101 tot en met 250 m2 | € 530,85 |
| - 251 tot en met 750 m2 | € 707,70 |
| - 751 tot en met 1.500 m2 | € 1.061,65 |
| - 1.501 tot en met 2.500 m2 | € 1.591,75 |
| - 2.501 tot en met 5.000 m2 | € 2.300,25 |
| - 5.001 tot en met 10.000 m2 | € 3.183,95 |
| - 10.001 m2 en meer | € 4.246,70 |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke Monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief naast het in 2.3.1.1. genoemde bedrag | € 55,30 |
2.3.6.1.1 | voor het wijzigen van een rijks- of gemeentelijk beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet of de Monumentenverordening: | |
| wordt het bedrag uit 2.3.6.1 verhoogt met naast genoemd percentage | 0,53% |
| van de bouwkosten. | |
| | |
2.3.6.2 | Archeologievergunning | |
| Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een archeologievergunning in het kader van de Gemeentelijke monumentenvergunning bedraagt | € 110,80 |
| | |
2.3.7 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief naast het in 2.3.1.1 genoemde bedrag | € 110,65 |
2.3.7.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van economische zaken, landbouw en innovatie aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, bedraagt het tarief naast het in 2.3.1.1 genoemde bedrag | € 109,15 |
| | |
2.3.8 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief naast het in 2.3.1.1 genoemde bedrag | € 110,65 |
| | |
2.3.9 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling | |
2.3.9.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief | € 110,65 |
2.3.9.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief | € 110,65 |
2.3.9.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief | € 110,65 |
2.3.9.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | offerte basis |
| | |
2.3.10 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.10.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft. | |
2.3.10.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft, vermeerderd met naast genoemd percentage | 25% |
| van de, volgens dit hoofdstuk te betalen leges voor de gehele activiteit (deelactiviteiten van fase 1 en 2 tezamen). | |
2.3.10.3 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde omgevingsvergunning eerste fase: het bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 2.3.11.1 bepaald en verminderd met de voor de primaire omgevingsvergunning eerste fase berekende leges. Met dien verstande dat in elk geval naast genoemd bedrag verschuldigd is en dat geen restitutie van de voor de primaire omgevingsvergunning eerste fase betaalde leges plaatsvindt. | € 110,65 |
| | |
2.3.11 | Beoordeling bodemrapport | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.11.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 110,65 |
2.3.11.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € 188,60 |
| | |
2.3.12 | Advies | |
2.3.12.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | offerte basis |
| Als begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.13 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.13.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.13.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 210,05 |
2.3.13.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | offerte basis |
| Als deze begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.14 | vervallen | |