Organisatie | Maassluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengelden 2015 |
Citeertitel | Verordening binnenhavengeld 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 2014-56 |
Externe bijlage | Gemeenteblad 2014-56 |
Deze regeling is vervangen door de Verordening binnenhavengeld 2016.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2016 | intrekking | 15-12-2015 | ADV-15-03496 | |
01-01-2015 | 01-01-2016 | Onbekend | 17-12-2014 www.maassluis.nl en www.overheid.nl | ADV-14-02352 |
De Raad van de gemeente Maassluis;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 december 2014 tot het vaststellen van de tarieven belastingen en heffingen 2015, zaaknummer Z-14-09854, registratienummer ADV-14-02352
gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet, en 229a van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengelden 2015.
Artikel 1 – Begripsomschrijvingen.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a.vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen van al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmakende voorwerpen;
b. meetbrief: het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel in samenhang met het besluit van 24 oktober 1983 (Besluit binnenschependocumenten, Stb. 548);
Artikel 2 – Aard van de heffing; belastbaar feit.
Onder de naam binnenhavengeld worden rechten geheven ter zake van het gebruik met een vaartuig overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn alsmede ter zake van het genot van diensten door het gemeentebestuur met betrekking tot een vaartuig verstrekt.
Voor de betaling van het binnenhavengeld is hoofdelijk aansprakelijk de kapitein, de reder, de eigenaar van het schip, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven, alsmede degene die de voorbereidende handelingen jegens de havenbeheerder heeft verricht ter voorbereiding van het verblijf van het schip. Betaling door een van deze partijen bevrijdt de andere partijen.
Artikel 5 Vaststelling belastbaar feit.
Indien met een binnenschip binnen de termijn waarvoor belastingplichtige reeds binnenhavengeld heeft betaald, meer dan één maal gebruik wordt gemaakt van de faciliteiten en dienstverlening in het binnenhavengebied, geldt als tijdstip waarop het gebruik een aanvang neemt, de eerste maal dat gebruik wordt gemaakt van voornoemde faciliteiten en dienstverlening in het binnenhavengebied.
Het binnenhavengeld aan de hand van de voor 2015 geldende tarieven, vermeld in ‘Bijlage 1’ van de ‘Algemene voorwaarden zeehavengeld, binnenhavengeld en bijdrage afvalstoffen zeeschepen Havenbedrijf Rotterdam N.V.’, zoals vastgesteld en bekendgemaakt door het Havenbedrijf Rotterdam N.V. De hiervoor genoemde tarieven worden verhoogd met de verschuldigde BTW (hoog tarief).
Voor de toepassing van de tarieven: a. geldt als laadvermogen in tonnen van een vaartuig het aantal tonnen; b. wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het produkt van lengte over alles en de grootste breedte; c. geldt als bruto-inhoud van een vaartuig het aantal bruto-tonnen; d. wordt een gedeelte van een ton, van een bruto-ton of van een vierkante meter niet in aanmerking genomen; e. wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het betreffende soort van vaartuigen genoemde termijnen gesteld tenzij voor een langere termijn aangifte is gedaan.
Artikel 9 Restitutie en overschrijving
Van het binnenhavengeld dat wordt geheven naar een termijn van een jaar, wordt, indien het gebruik van de haven is beëindigd voor het verstrijken van die termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige restitutie verleend voor zoveel twaalfden van het geheven bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de haven nog volle maanden overblijven.
Binnenhavengeld wordt niet in rekening gebracht voor het bezoek aan het
een binnenschip voor de periode van ten hoogste twee maanden, indien het bezoek slechts plaatsvindt voor het dokken of het doen verrichten van herstellingen bij een scheepsreparatie-inrichting en mits zowel het tijdstip van aanvang als dat van het einde van het dokken of herstellen vooraf schriftelijk aan de havenmeester is medegedeeld;
een binnenschip voor een periode van ten hoogste twee maanden, indien het bezoek slechts plaatsvindt ten behoeve van het voor de eerste maal vaarklaar maken en/of het houden van een eerste proeftocht na nieuwbouw, het wisselen van bemanning, het stellen van kompassen dan wel ten behoeve van het ontschepen van zieken of doden, mits:
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van binnenhavengeld.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening op de heffing en de invordering van binnenhavengelden 2014’d.d. 17 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zijn toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis, gehouden op 17 december 2014,