Organisatie | Huizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening cliëntenparticipatie Participatiewet 2015 |
Citeertitel | verordening cliëntenparticipatie Participatiewet 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Participatiewet, art. 47
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | nieuwe regeling | 11-12-2014 | Onbekend |
Artikel 1. Opdracht aan het college
Het college bevordert het instellen van een orgaan, bestaande uit cliënten of hun vertegenwoordigers, wanneer deze blijkens hun statuten zijn gericht op behartiging van de belangen van cliënten, hierna te noemen: cliëntenraad, met als doel deze te betrekken bij de uitvoering van de wet, zoals beschreven in deze verordening.
De cliëntenraad houdt spreekuur, waar de cliënten informatie of advies kunnen krijgen of gehoord kunnen worden.
Artikel 9. Informatievoorziening door de gemeente
1.Door of namens het college wordt de cliëntenraad vroegtijdig voorzien van de voor de uitvoering van zijn taak benodigde informatie, zodat zij in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen.
Artikel 10. Gemeentelijke budget
Door of namens het college wordt budget verstrekt ter tegemoetkoming in de kosten voor facilitering van de cliëntenraad. Aan de verstrekking van het budget kunnen voorwaarden worden verbonden. Deze voorwaarden worden vastgelegd in de statuten.
TOELICHTING Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet 2015
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid.
Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:
personen die met voorziening van de gemeente aan het werk zijn (geholpen) tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;
Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad worden ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente.
Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.
Artikel 1 Opdracht aan het college
Het college spant zich in voor cliëntenparticipatie. Zij doet dit door het bestaan van een cliëntenraad te bevorderen. De rechten en plichten die voortvloeien uit deze verordening zijn van toepassing op de cliënten-raad waarmee het college afspraken maakt om de belangenbehartiging voor een bepaalde periode uit te voeren.
De cliëntenraad kan zijn standpunten over de uitvoering van de wet aan het college kenbaar maken. Het gaat daarbij om een breed scala van onderwerpen die de cliënten raken, zoals inkomensvoorziening, re-integratie en fraudebestrijding.
De verhouding tussen gemeente en cliëntenraad wordt vastgelegd in statuten en een reglement, dat samen met de cliëntenraad wordt opgesteld. Ook de samenstelling, aan- en aftreden van leden, op welke wijze adviezen worden gegeven etc. worden in de statuten en reglement vastgelegd.
De werkzaamheden van de cliëntenraad moeten gericht zijn op belangenbehartiging van cliënten. Dit moet blijken uit de statuten die de cliëntenraad in overleg met de gemeente opstelt.
Omdat het hier gaat om belangenbehartiging van cliënten, is het wenselijk, en zelfs noodzakelijk, dat de cliëntenraad deels bestaat uit leden van de doelgroep zelf en dat hij een representatieve afspiegeling is van de doelgroep, o.a. door er naar te streven inwoners van elke van de vier gemeenten er in op te nemen. Het kan ook nuttig zijn input vanuit andere expertises bij de belangenbehartiging te betrekken. Zo kunnen bijvoorbeeld (vertegenwoordigers) van mensen met een WAO/WIA- of AOW-uitkering een belangrijke bijdrage leveren.
De afdeling Maatschappelijke zaken ziet toe of de samenstelling van de cliëntenraad in overeenstemming is met de eisen van dit artikel.
De cliëntenraad moet afdoende faciliteiten hebben, zowel voor de leden als voor de cliënten. De leden moeten kunnen vergaderen en de nodige informatie verzamelen. Voor de cliënten moet een ontmoetings-ruimte bestaan, die voor alle cliënten toegankelijk is.
Deze faciliteiten wordt de raad geacht zelf te vinden en uit het eigen budget te financieren. Daarnaast moet de cliëntenraad in voldoende mate bereikbaar zijn voor ieder die met de raad in contact wil treden.
Om hun taak goed uit te kunnen oefenen, moeten de leden van de cliëntenraad periodiek bij elkaar komen voor overleg. Het is van belang dat de leden ook minimaal zo vaak bij elkaar komen om de overleggen met de gemeente goed voor te bereiden.
In dit artikel is verder geregeld dat de cliëntenraad periodiek overleg heeft met de gemeente. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat de cliëntenraad en de gemeente, de laatste zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau, in ieder geval een bepaald aantal malen per jaar bijeen komen voor het voeren van overleg over de uitvoering van de wet door de gemeente.
Wanneer het duidelijk is dat bijeenkomen niet zinvol is, bijvoorbeeld in vakantietijd,kunnen partijen in gezamenlijk overleg besluiten dat het overleg niet plaatsvindt.
Zowel de gemeente als de cliëntenraad kunnen agendapunten inbrengen. Als de gemeente een agendapunt inbrengt geldt dit als een verzoek om advies. Gestreefd wordt om dit uiterlijk 4 weken voorafgaand aan de datum waarop het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen te doen. In de praktijk kunnen er zich situaties voordoen waarbij dit niet haalbaar is. De cliëntenraad en het college kunnen over hoe te handelen in deze situaties nadere afspraken maken in de statuten.
Het kan voorkomen dat de periodieke overleggen, zoals beschreven in artikel 4, niet afdoende of geschikt zijn om alle voor de cliëntenraad relevante onderwerpen aan de orde te stellen. De periodieke overleggen zijn immers niet van dien aard dat daar alles tot in detail besproken kan worden. De cliëntenraad kan dan nader overleg plegen met de betrokken beleidsambtenaar.
Daarnaast is het mogelijk dat dringende beleidskeuzes gemaakt moeten worden in de periode tussen twee periodieke overleggen. Ook in dat geval kan de cliëntenraad de betrokken beleidsambtenaar en vise versa, tussentijds benaderen voor overleg.
Omdat niet alle cliënten lid zijn van de cliëntenraad, en ook niet alle cliënten zijn aangesloten bij andere belangenbehartigers, moeten zij de mogelijkheid krijgen op individuele basis contact te hebben met de cliëntenraad. Daarom moet de cliëntenraad voor hen op een gebruikelijk tijdstip (werkdagen) spreekuur houden waar zij informatie of advies kunnen krijgen, of gehoord kunnen worden.
Het is aan de raad zelf om te bepalen wie wanneer zorg draagt voor de bemensing van dit spreekuur.
De cliëntenraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies te geven over het te ontwikkelen beleid. Het advies wordt uiterlijk tien werkdagen voordat het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen uitgebracht door toezending aan de betreffende beleidsafdeling.
Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat de cliëntenraad geen bevoegdheid heeft in individuele- en uitvoeringsvraagstukken. De cliëntenraad stelt zelf de agenda vast. Het college kan agendapunten aan te dragen.
Artikel 8 Geheimhoudingsplicht
Om een goed advies uit te kunnen brengen, neemt de cliëntenraad vaak in een vroeg stadium kennis van beleidsvoornemens. Daarvoor zullen vaak conceptbeleidsstukken overgelegd worden. Omdat beleid pas openbaar wordt na besluitvorming door het college, geldt tot dat moment voor de cliëntenraad de geheim-houdingsplicht.
Dit houdt onder andere in dat de cliëntenraad (de inhoud van) nog niet vastgestelde beleidsplannen niet verspreidt onder anderen dan zijn leden, en ook zijn leden zich aan de geheimhoudingsplicht houden. Voor specifiek deskundig advies kan de cliëntenraad een adviseur raadplegen. Deze dient zich dan ook aan de geheimhoudingsplicht te houden.
Na schriftelijke toestemming van de gemeente mag de cliëntenraad (de inhoud) van beleidsplannen openbaar maken. Een openbaar besluit van het college van burgemeester en wethouders mag beschouwd worden als schriftelijke goedkeuring van de gemeente.
Artikel 9 Informatievoorziening door de gemeente
Om zijn taak goed te kunnen uitvoeren, heeft de cliëntenraad informatie van de gemeente nodig. Deze informatie dient vroegtijdig te worden aangeleverd, zodat de cliëntenraad in staat wordt gesteld haar taak naar behoren uit te voeren. In ieder geval geeft het college de cliëntenraad het voorlichtingsmateriaal voor cliënten en relevante concept-beleidsstukken. Het gaat daarbij om concept-beleidsstukken over de uitvoering van de wet.
Artikel 10 Gemeentelijke budget
Op grond van artikel 47, onderdeel b, van de Participatiewet moet worden voorzien in ondersteuning om de cliëntenraad zijn rol effectief te kunnen laten vervullen. Om hierin te kunnen voorzien verstrekt het college een budget. Uit het budget kunnen bijvoorbeeld kosten voor deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten worden betaald.
Aan het verstrekken van het budget kunnen voorwaarden worden verbonden. Dit betekent onder andere dat de cliëntenraad jaarlijks een begroting moet indienen en na afloop van ieder boekjaar een jaarverslag opstelt.