Organisatie | Tytsjerksteradiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tegenprestatie 2015 gemeente Tytsjerksteradiel |
Citeertitel | Verordening tegenprestatie 2015 gemeente Tytsjerksteradiel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Onbekend | 18-12-2014 Onbekend | Onbekend |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
HOOFDSTUK 2 TEGENPRESTATIE NAAR VERMOGEN
Artikel 3 Vrijwilligerswerk / maatschappelijke activiteiten
Het college draagt geen tegenprestatie op aan een persoon die op jaarbasis meer dan drie maanden en minimaal twee uren per week actief is als vrijwilliger of zich inzet voor maatschappelijke activiteiten.
Het college draagt geen tegenprestatie op aan de persoon die mantelzorg verricht voor zover deze mantelzorg naar het oordeel van het college redelijkerwijs noodzakelijk is.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad van de 18 december 2014.
De Raad voornoemd,
de griffier de voorzitter
mr. S.K. Dijkstra drs. E.J. ter Keurs
Een persoon van achttien jaar of ouder maar jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd is gehouden naar vermogen een tegenprestatie te verrichten. Dit is vastgelegd in de Participatiewet. De tegenprestatie bestaat uit de plicht om naar vermogen door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten, naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.
Het college bepaalt aan de hand van de individuele omstandigheden en de voorhanden zijnde onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, de aard, de duur en de omvang van de op te leggen tegenprestatie. Hierbij moet het college de in deze verordening neergelegde criteria in acht nemen.
Wanneer er sprake is van dringende redenen zoals zorgtaken, kan het college in individuele gevallen tijdelijk ontheffing verlenen van de plicht tot het verrichten van een tegenprestatie. De plicht tot tegenprestatie is niet van toepassing op personen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn als bedoeld in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De plicht tot tegenprestatie is ook niet van toepassing op een alleenstaande ouder die een ontheffing heeft van de arbeidsverplichtingen.
Net als bij het niet nakomen van de arbeids- en re-integratieverplichting geldt voor het niet nakomen van de tegenprestatie dat de bijstand kan worden verlaagd op grond van de Afstemmings- en fraudeverordening.
Tegenprestatie is geen re-integratie-instrument
De plicht tot tegenprestatie heeft tot doel om maatschappelijk nuttige werkzaamheden te doen in de samenleving als tegenprestatie voor het ontvangen van een uitkering. Het opdragen van een tegenprestatie heeft niet primair tot doel de re-integratie van een belanghebbende te bevorderen, maar moet worden gezien als een nuttige bijdrage aan de samenleving. De tegenprestatie is daarom naar zijn aard niet gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt en is niet bedoeld als re-integratie-instrument. Daarnaast mag een tegenprestatie het accepteren van passende arbeid of van re-integratie-inspanningen niet belemmeren. Immers, als uitgangspunt geldt werk boven uitkering.
De Wet maatregelen WWB legt de gemeenteraad de verplichting op om bij verordening regels vast te stellen over het opdragen van een tegenprestatie aan mensen met een bijstandsuitkering in de leeftijd van 18 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd. Deze verordeningsopdracht is neergelegd in de Participatiewet.
Artikelsgewijze toelichting Verordening Tegenprestatie 2015
Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze verordening. Deze zijn vanzelfsprekend van toepassing op deze verordening.
In artikel 1 van deze verordening is de definitie opgenomen van mantelzorg. Deze begripsbepaling is gebaseerd op het begrip zoals dat wordt gehanteerd in de Wet maatschappelijke ondersteuning (zie artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015). Onder mantelzorg wordt verstaan: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
Het begrip 'mantelzorg' is van belang omdat artikel 4 van deze verordening bepaalt dat het college geen tegenprestatie opdraagt wanneer een persoon mantelzorg verricht voor zover het verrichten van mantelzorg naar het oordeel van het college redelijkerwijs noodzakelijk is.
Het verlenen van mantelzorg overstijgt qua duur en intensiteit de normale gang van zaken. Het gaat om hulp die verder gaat dan gebruikelijke hulp.
Artikel 2 Opdragen en inhoud van de tegenprestatie
Het college heeft beleidsvrijheid om een tegenprestatie op te leggen. Het college bepaald uiteindelijk of, en zo ja welke tegenprestatie wordt opgedragen. Tegen een besluit tot het opdragen van een tegenprestatie kan bezwaar en beroep worden aangetekend.
Het college kan onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie voor zover die werkzaamheden voldoen aan de in artikel 2 lid 2 van deze verordening genoemde voorwaarden.
Het college houdt rekening met meerder factoren als het gaat om de tegenprestatie. Er is sprake van maatwerk. Een tegenprestatie is altijd naar vermogen.
Bij dringende redenen –zoals zorgtaken – kan het college in individuele gevallen tijdelijk een ontheffing verlenen op de plicht van het verrichten van een tegenprestatie
Artikel 3 Vrijwilligerswerk / maatschappelijke activiteiten
Dit artikel bepaalt dat geen tegenprestatie wordt opgedragen wanneer iemand op jaarbasis meer dan drie maanden en minimaal 2 uren per week actief is als vrijwilliger of zich inzet voor maatschappelijk nuttige activiteiten. De tegenprestatie moet gezien worden als een nuttige bijdrage aan de samenleving. Iemand die al aan de minimum vereisten van een tegenprestatie voldoet als vrijwilliger of bij het doen van maatschappelijke activiteiten levert al een bijdrage.
Er wordt geen tegenprestatie opgedragen wanneer iemand mantelzorg verricht en het college het verrichten hiervan redelijkerwijs noodzakelijk vindt. Of sprake is van mantelzorg wordt getoetst aan de criteria van het begrip mantelzorg zoals neergelegd in artikel 1 van deze verordening. Verricht een persoon mantelzorg in de zin van deze verordening en is het verrichten van mantelzorg volgens het college redelijkerwijs noodzakelijk, dan draagt het college geen tegenprestatie op.
Artikel 5 Duur en omvang van een tegenprestatie
In dit artikel zijn de voorwaarden vastgelegd voor wat betreft de duur en de omvang van de tegenprestatie. Het college bepaalt aan de hand van de individuele omstandigheden en de voorhanden zijnde onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, de aard, de duur en de omvang van de aan een persoon op te leggen tegenprestatie.
De omvang van de werkzaamheden en de duur in de tijd dienen in de regel beperkt te zijn. Dat betekent dat het college steeds een afweging maakt op basis van de situatie in welke mate een tegenprestatie verlangd kan worden.
Artikel 6 Geen werkzaamheden voorhanden
Er wordt geen tegenprestatie opgedragen wanneer geen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden voorhanden zijn.
Besluit het college geen tegenprestatie op te leggen omdat geen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden voorhanden zijn, dan wordt na zes maanden een heronderzoek uitgevoerd om te beoordelen of op dat moment wel maatschappelijk nuttige werkzaamheden binnen de eigen gemeentegrenzen voorhanden zijn.
In principe behoeft dit artikel geen nadere toelichting. Maar omdat wij al sinds 2012 aan het werk zijn met de tegenprestatie lichten we onze werkwijze nader toe. In 2012 is Dynynset gestart. Een website waar vraag en aanbod van kortdurende klussen samen komt. Bij deze website kunnen personen zich melden voor een klus, maar hier kunnen organisaties ook hun klus opzetten. Dit is een mogelijkheid voor personen om eenvoudig en laagdrempelig invulling te geven aan de tegenprestatie. Natuurlijk zijn mensen ook vrij om met een eigen voorstel te komen. De huidige werkwijze blijft bestaan, de beleidsregels zijn alleen nu verwerkt in de verordening.