Regeling arbeidsduur en werktijden 2014

In deze regeling wordt verstaan onder:

a CAR/UWO:

De collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en uitwerkingsovereenkomst, geldend voor de ambtenaar in dienst van de gemeente Vught.

b medewerker:

De ambtenaar en de werknemer naar burgerlijk recht, als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder a van de CAR/UWO.

c formele arbeidsduur:

De vooraf vastgestelde omvang van het aantal uren gedurende welke de medewerker in een bepaalde periode arbeid moet verrichten, onverminderd zijn recht op verlof of roostervrije tijd.

d werktijd:

De tijd, gedurende welke de medewerker daadwerkelijk werkzaamheden heeft verricht.

e werkzaamheden:

Het geheel van werkzaamheden dat door de medewerker is te verrichten.

f vast rooster:

Het voor de medewerker voor een bepaalde periode vastgesteld rooster waarvan de begin- en eindtijden zijn vastgelegd.

g variabel rooster:

Het voor de medewerker voor een bepaalde periode geldende rooster, waarin is vastgelegd op welke dagen van de week en gedurende hoeveel uren gemiddeld per dag werkzaamheden worden verricht, waarbij de begin- en eindtijden per dag door de medewerker binnen de grenzen van de randtijd en met inachtneming van de bloktijden kunnen worden bepaald.

h saldo:

De som van de uren, gedurende welke de medewerker blijkens de tijdsregistratie werkzaamheden heeft verricht.

i positief saldo:

De totale tijdsduur, gedurende welke de medewerker langer heeft gewerkt dan de feitelijke arbeidsduur.

j negatief saldo:

De totale tijdsduur, gedurende welke de medewerker korter heeft gewerkt dan de feitelijke arbeidsduur.

k tijdsregistratie:

Het door de medewerker zelf registreren van begin- en eindtijden met behulp van het hiertoe aangewezen systeem.

l deeltijdbetrekking:

Een betrekking waarbij de formele arbeidsduur per week minder dan 36 uur bedraagt, als bedoeld in artikel 1:1 lid 1, aanhef en onder gg CAR/UWO.

m roostervrije tijd:

De feitelijke arbeidsduur, niet zijnde werktijd, die in mindering wordt gebracht op het saldo.

Algemeen

Artikel 1 Werktijden

• 1.

  De bedrijfstijd is op maandag tot en met vrijdag tussen 7:30 en 18:00 uur.

• 2.

  Het begin en het einde van de werktijd is variabel.

• 3.

  Het is verplicht om alle uren die gewerkt worden in het daarvoor bedoelde

  tijdregistratiesysteem te registreren en te verantwoorden.

• 4.

  De werktijd per dag bedraagt maximaal 11 uur. De arbeidsduur bedraagt ten hoogste 50 uren per week.

• 5.

  Zonder geregistreerde onderbreking van tenminste een half uur mag niet langer dan 5,5 uur aaneengesloten worden gewerkt.

• 6.

   Wanneer een medewerker meer dan 10 uur per dag werkt, heeft hij ten minste recht op 45

  minuten pauze. De pauzetijd moet in minimaal twee delen worden opgenomen.

• 7.

  De middagpauze kan worden genoten tussen 12.00 en 14.00 uur. Er moet geklokt worden bij aanvang en einde van de pauze anders wordt de medewerker geacht een half uur pauze te hebben genote

Artikel 2 Positief kloksaldo

• 1.

  Het positieve saldo mag op het einde van een kalenderjaar maximaal het aantal aanstellingsuren bedragen van de medewerker.

• 2.

  Het meenemen van een positief saldo naar het volgende kwartaal is niet toegestaan, tenzij het totaal van het positief saldo niet meer bedraagt dan het aantal aanstellingsuren van de medewerker.

• 3.

  Het is niet mogelijk het in lid 1 bedoelde positieve saldo toe te voegen aan het vakantieverlof.

Artikel 3 Negatief kloksaldo

Een negatief saldo van meer dan 10 uren, wordt na het einde van een kwartaal waarin het is ontstaan in mindering gebracht op het vakantieverlof van de medewerker.

Artikel 4 Medisch verzuim

• 1.

  Doktersbezoek-, tandartsbezoek, ziekenhuisbezoek e.d. wordt niet gecompenseerd.

• 2.

  In het geval van bijzondere situaties (bijvoorbeeld bij langdurige en/of ernstige ziekte) overleggen leidinggevende en medewerker om tot een passende oplossing te komen.

Artikel 5 Aanwijzing collectieve vrije dagen

• 1.

  In overleg met de ondernemingsraad worden jaarlijks collectieve vrije dagen aangewezen.

  Een dag kan verplicht worden aangewezen als het een dag is tussen een feestdag en een weekend.

• 2.

  Op de dagen als bedoeld in lid 1 van dit artikel is het gemeentekantoor en de gemeentewerf gesloten. Op aanwijzing van de leidinggevende kan er worden gewerkt door medewerkers waarvan de functie dit noodzakelijk maakt ter uitvoering van gemeentelijke/wettelijke verplichtingen.

• 3.

  Voor een collectieve verlofdag kunnen medewerkers verlofuren of uren ten laste van het kloksaldo inzetten.

   

  De standaardregeling en de bijzondere regeling

Artikel 6 Toepassing

• 1.

  De bepalingen omtrent de werktijden zijn van toepassing op alle medewerkers. De regeling bestaat uit een standaard- en een bijzondere regeling.

• 2.

  De standaardregeling geldt voor de medewerkers die zelf regelruimte hebben voor het bepalen van hun werktijden.

• 3.

  De bijzondere regeling is van toepassing op medewerkers die op wisselende tijden volgens rooster werken, waarvoor de individuele werktijden eenzijdig door de werkgever worden vastgesteld. Het college bepaalt welke functiegroep(en) onder de bijzondere regeling vallen. Deze functies zijn opgenomen in de bijbehorende notitie.

   

De standaardregeling

Artikel 7 Dagvenster

Medewerkers kunnen werkzaamheden verrichten binnen het dagvenster van maandag tot en met vrijdag tussen 7:00 uur en 22:00 uur.

Artikel 8 Bezetting en werkafspraken

• 1.

  De leidinggevende is verantwoordelijk voor de bezetting van de afdeling.

• 2.

  Eenmaal per jaar worden basisafspraken gemaakt tussen de leidinggevende en de

  medewerker over de werktijden, verlof en werktijden binnen het dagvenster. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd.

• 3.

  Dit onderwerp wordt besproken voorafgaand aan het planningsgesprek. De afspraken

  worden vastgelegd in een hiervoor bestemd formulier.

• 4.

  Uitgangspunt bij het maken van basisafspraken over de werktijden is een efficiënte en

  effectieve bedrijfsvoering, een goede procesgang van de werkzaamheden op de afdeling, bereikbaarheid voor interne en externe klanten en een optimale samenwerking op en tussen de afdelingen.

• 5.

  Bijstelling van de afspraken kan in overleg plaatsvinden. In ieder geval worden eenmaal per

  jaar de basisafspraken over werktijden, verlof en werkplanning geëvalueerd. Overleg hierover is een vast onderdeel van de gesprekkencyclus.

• 6.

  Wanneer de medewerker binnen het dagvenster werkzaamheden moet verrichten buiten de afgesproken werktijden, wordt de gewerkte tijd op een ander moment gecompenseerd. De leidinggevende en de medewerker maken samen afspraken om de tijd op korte termijn te compenseren. Deze uren kunnen niet opgespaard worden of worden omgezet in vakantieuren.

Artikel 9 Thuiswerken

De medewerker kan de leidinggevende verzoeken om thuis te werken.

Artikel 10 Buitendagvenstervergoeding

• 1.

  Indien de medewerker buiten het dagvenster werkzaamheden moet verrichten, komt hij

  in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:8 CAR-UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.

• 2.

  De medewerker die een functie bekleedt waaraan een functieschaal 11 of hoger verbonden

  is, heeft conform artikel 3:8 CAR-UWO geen recht op een buitendagvenstervergoeding.

Artikel 11 Beschikbaarheidsdiensten

• 1.

  De medewerker die aangewezen is voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten kan recht hebben op een bereikbaarheidstoelage zoals opgenomen in artikel 15:1:10:1.

• 2.

  Indien de medewerker opgeroepen wordt tijdens zijn beschikbaarheidsdienst en werkzaamheden verricht binnen het dagvenster, heeft de medewerker recht op compensatie in tijd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.

• 3.

  Indien de medewerker opgeroepen wordt tijdens zijn beschikbaarheidsdienst en werkzaamheden verricht buiten het dagvenster, komt hij in aanmerking voor de buitendagvenstervergoeding zoals beschreven in artikel 3:8 CAR-UWO. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd. De medewerker maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.

Bijzondere regeling

Artikel 12 Bijzondere regeling

• 1.

  De bijzondere regeling is van toepassing op de in bijlage 1 opgenomen functiegroep(en)

  en functies.

• 2.

  Het college stelt voor deze groep eenzijdig de individuele werktijden vast conform

  artikel 4:4 CAR-UWO.

• 3.

  Het college kan met instemming van de OR de in de bijlage 1 genoemde

  functies/functiegroep(en) wijzigen.

• 4.

  Medewerkers in de bijzondere regeling kunnen conform de bepalingen in de CAR-UWO

  aanspraak maken op de overwerkvergoeding (artikel 3:2:1 CAR-UWO), toelage onregelmatige dienst (artikel 3:3 CAR) , beschikbaarheidsvergoeding (artikel 3:3:1 CAR-UWO) en verschuivingstoelage (artikel 3:4 CAR-UWO).

Werktijdenregeling buitendienst

Artikel 13 Arbeidsduur

• 1.

  De formele arbeidsduur bij een volledige werkweek bedraagt gemiddeld 36 uren per week.

• 2.

  De medewerkers BOR werken om de week 32 uren en de volgende week 40 uren per week, in roulerende groepen.

• 3.

  Per dag bedraagt de werktijd voor ambtenaar van 18 jaar of ouder maximaal 12 uren.

• 4.

  Per dag bedraagt de werktijd voor een ambtenaar jonger dan 18 jaar maximaal 9 uren.

• 5.

  Van de leden 1 en 2 kan slechts worden afgeweken, indien zich een onvoorziene wijziging van omstandigheden, incidenteel en niet-periodiek, voordoet, of de aard van de arbeid, incidenteel en voor korte tijd, dergelijke afwijkingen noodzakelijk maakt.

Artikel 14 Middagpauze

• 1.

  Zowel vóór als ná de middagpauze mag een ambtenaar van 18 jaar of ouder ten hoogste 5,5 uren aaneengesloten te werken.

• 2.

  Zowel vóór als ná de middagpauze mag een ambtenaar jonger dan 18 jaar ten hoogste 4,5 uren aaneengesloten te werken.

• 3.

  Indien een ambtenaar op een dag meer dan 8 uren, doch niet meer dan 10 uren arbeid verricht, wordt de arbeid afgewisseld door pauzes van tezamen ten minste 30 minuten.

• 4.

  Indien een ambtenaar op een dag meer dan 10 uren arbeid verricht, wordt de arbeid afgewisseld door pauzes van tezamen ten minste 45 minuten, die kan worden gesplitst in pauzes van elk tenminste 15 minuten.

Artikel 15 Werktijd

• 1.

  De dagelijkse werktijd vangt aan om 08.00 uur en eindigt om 16:30 uur.

• 2.

  De in het vorige lid genoemde werktijd wordt onderbroken met een pauze van 0:30 uur.

Artikel 16 Werken op zaterdagen, zondagen en feestdagen

• 1.

  Op zaterdagen en zondagen wordt geen arbeid verricht, tenzij afwijking van deze regel in het belang van de dienst noodzakelijk is.

• 2.

  De in het vorige lid bedoelde afwijking is, voor zover het de zondag betreft, slechts mogelijk voor ten hoogste 26 zondagen per jaar.

• 3.

  Hetgeen in dit artikel ten aanzien van het verrichten van arbeid op zondag is bepaald, geldt mede voor het verrichten van arbeid op de Nieuwjaarsdag, de tweede Paasdag, de Hemelvaartsdag, de tweede Pinksterdag, de beide Kerstdagen en de dag waarop de verjaardag van de koning(in) wordt gevierd.

• 4.

  Voor zover het dienstbelang niet anders vereist, geldt hetgeen in dit artikel ten aanzien van het verrichten van arbeid op zondag is bepaald, ook voor de kerkelijke of nationale, landelijke, regionale of plaatselijk erkende feest- of gedenkdagen, die door burgemeester en wethouders zijn aangewezen als dagen, waarop de openbare dienst van de gemeente is gesloten.

• 5.

  Het bepaalde in dit artikel vindt voor hem die tot een kerkgenootschap behoort dat de wekelijkse rustdag op de sabbat of de zevende dag viert, overeenkomstige toepassing indien hij een daartoe strekkend verzoek tot de direct leidinggevende heeft gericht.

Artikel 17 Beperkingen

Waar een goede voortgang van de werkzaamheden het vereist, kan de direct leidinggevende in overleg met zijn medewerkers beperkingen aanbrengen in de werktijdenregeling.