Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening scheepvaartrechten 2015 |
Citeertitel | Verordening scheepvaartrechten 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
gewijzigde verordening van 15 december 2014
artikel 229, eerste lid , onderdelen a en b van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-12-2014 | 08-12-2015 | wijziging | 15-12-2014 gemeenteblad 23 december 2014 | zaaknr. 2014-11-01705 doc.nr. 2014.0.112.601 |
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
de rechter Rijnoever, met uitzondering van het voormalig Rijksveer Malburgen (kadastraal bekend
als gemeente Arnhem, sectie D, nr. 4934 en 4648), beginnende bij de Boterdijk daar waar de
damwand begint ter hoogte van kilometerraai 884.105 en eindigende bij de haven, alsmede de
wal van de haven, uitgezonderd het deel van de AKZO-haven in eigendom van derden, zoals op de bij deze verordening behorende tekening is aangegeven;
de haven van Malburgen zoals op de bij deze verordening behorende tekening is aangegeven;
een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is
voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan
niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen, met inbegrip van een houtvlot,
een watervliegtuig, een draagvleugelboot, een luchtkussenvoertuig, een drijvende boorinstallatie,
een baggermolen, een drijvende kraan, een elevator, een ponton en elk drijvend werktuig,
drijvend voorwerp of drijvende inrichting;
een vaartuig dat hoofdzakelijk gebruikt wordt voor de recreatie en niet bedrijfsmatig wordt gebruikt;
5 overliggend pleziervaartuig:
een pleziervaartuig dat langer dan een aaneengesloten periode van 4 weken een ligplaats inneemt in de haven of voor of aan de kade;
een vaartuig dat middel van vervoer is of hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;
een vaartuig dat geheel of hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het vervoer van goederen;
8langdurig verblijvend vaartuig:
een vaartuig dat langer dan een aaneengesloten periode van zes maanden een ligplaats inneemt en waarvoor een schriftelijke ontheffing op grond van artikel 2.1 van de verordening op het gebruik van de haven en kade is verleend door het college van burgemeester en wethouders;
alle vaartuigen die niet onder de categorieën 4 tot en met 10, als bedoeld in dit artikel, vallen, zoals sleepboten,autotransportschepen, roll-on/roll-offschepen, baggermolens, zuigers, elevatoren, drijvende werktuigen, zogenaamd aannemersmateriaal, boothuizen, vlotten en schepen die om welke reden dan ook zijn ondergemeten;
een door een daartoe bevoegde instantie uitgegeven en in Nederland geldig document betreffende de tonnenmaat en het laadvermogen van een vaartuig;
17 degene, die op het vaartuig het gezag uitoefent en verantwoordelijk is voor de naleving
17 van de geldende reglementen of degene die deze vervangt dan wel als zodanig optreedt; voor
17 het geval noch de gezagvoerder, noch diens plaatsvervanger aanwezig is, wordt de eigenaar of
gebruiker van het vaartuig aangemerkt als gezagvoerder. Voor jachthavens wordt de exploitant van de jachthaven als gezagvoerder aangemerkt.
Maatstaf van heffing en belastingtarief
1 Het haven- en/of kadegeld en het los- en opslaggeld worden geheven naar de maatstaven en tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemd tijdvak, eenheid of afmeting voor een geheel gerekend.
Geen haven- en/ of kadegeld wordt geheven voor het gebruik maken van de haven en/of kade ten behoeve van:
1 rijksvaartuigen, uitsluitend bestemd voor de openbare dienst;
4 vaartuigen, waarvan de schippers ten genoegen van de havenmeester aantonen dat zij wegens ernstige familieomstandigheden of om redenen van overmacht van de haven en/of kade gebruik moeten maken, mits er niet geladen en/of gelost wordt;
5 vrachtschepen, die aanleggen tot het doen van inkopen van levensmiddelen, mits dit niet langer duurt dan drie uur en er gedurende die tijd niet geladen en/of gelost wordt;
6 vrachtschepen, die op zaterdag na 12.00 uur aankomen en op maandag vóór 10.00 uur vertrekken zonder te hebben geladen en/of gelost;
7 vaartuigen die door ijsgang hun reis niet kunnen vervolgen, mits er niet wordt geladen en/of gelost. De ijsgang wordt gerekend aan te vangen met de dag waarop van rijkswege de boeien worden weggenomen en op te houden met de dag waarop de boeien worden herplaatst;
8pleziervaartuigen, indien slechts éénmaal en gedurende ten hoogste twaalf achtereenvolgende uren binnen het tijdsverloop van zeven achtereenvolgende dagen van de haven en/of kade gebruik gemaakt wordt.
Inwerkingtreding en citeertitel
1 De 'Verordening scheepvaartrechten 2014' van 11 november 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2 Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking.
3 Datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
In afwijking van het in de voorgaande leden bepaalde, blijven, indien de datum van inwerkingtreding ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de bepalingen van de verordening die wordt ingetrokken gelden voor zover daarvan de heffing van het recht in die periode plaatsvindt.
1.1.1 De in deze paragraaf vermelde tarieven zijn exclusief BTW.
1.1.2 Het haven- en kadegeld bedraagt indien het per keer wordt berekend:
1.1.2.1 voor overige vaartuigen
-voor iedere 10 m2 in te nemen plaatsruimte: € 1,14
1.1.2.2voor vrachtschepen die Arnhem aandoen, uitsluitend met de bedoeling
1.1.2.2 een gedeelte van de roerende zaken te lossen of te laden, indien het
gewicht van de te lossen of te laden roerende zaken minder bedraagt
dan de helft van de tonnage van het vaartuig:
-voor iedere 10 m3 laadvermogen € 0,55
1.1.2.3 voor passagiersschepen:
-voor iedere 10 m2 in te nemen plaatsruimte € 1,31
1.1.2.4 voor alle vrachtschepen uitgezonderd 1.1.2.2 en 1.1.2.5:
-per 10 m3 laadvermogen € 1,14
1.1.2.5 voor vrachtschepen die Arnhem in doorvaart aandoen zonder dat hierbij
-voor iedere 10 m3 laadvermogen € 0,39
1.1.3 het haven- en kadegeld bedraagt:
1.1.3.1voor vaartuigen, genoemd onder 1.1.2.1. tot en met 1.1.2.3 waarmee
1.1.3.1 langer dan zeven dagen zonder onderbreking van de haven en/of kade
gebruik gemaakt wordt, is opnieuw haven- en/of kadegeld verschuldigd
voor elk volgend tijdvak van zeven dagen.
1.1.3.1.1voor vaartuigen, genoemd onder 1.1.2.5. waarmee langer dan vier dagen
zonder onderbreking van de haven en/of kade gebruik gemaakt wordt, is
opnieuw haven- en/of kadegeld verschuldigd voor elk volgend tijdvak van
1.1.4Het haven- en/of kadegeld bedraagt, indien het bij wege van abonnement
1.1.4.1 voor passagiersschepen:
voor iedere 10 m2 in te nemen plaatsruimte:
1.1.4.2 voor alle vrachtschepen:
1.1.4.3 voor overige vaartuigen:
voor iedere 10 m2 in te nemen plaatsruimte:
voor iedere m2 te exploiteren gedeelte aan of voor de kade zoals aangegeven op deze verordening behorende tekeningen
1.1.4.5 voor een langdurig verblijvend vaartuig
voor iedere 10 m2 in te nemen plaatsruimte
1.2.1 De in deze paragraaf vermelde tarieven zijn inclusief BTW.
1.2.2 Het haven- en kadegeld bedraagt indien het per keer wordt berekend:
voor pleziervaartuigen en overliggende pleziervaartuigen:
voor iedere 10 m2 in te nemen plaatsruimte:
-gedurende niet meer dan 7 achtereenvolgende dagen € 1,34
1.2.3Het haven- en/ of kadegeld bedraagt, indien het bij wege van abonnement
1.2.3.1 voor overliggende pleziervaartuigen:
2.1 Voor het plaatsen op de kade van een met de grond verbonden kraan of van
een ander los- of laadwerktuig zoals een mobiele kraan, een laadschop e.d.:
2.2 Het hiervoor genoemde bedrag wordt verhoogd met een bedrag berekend over
de kade oppervlakte welke door het werktuig bestreken kan worden per m2: