Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2015 |
Citeertitel | Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-06-2016 | artt. 12 en 13 | 22-03-2016 Gemeenteblad, nr. 44269, 12-04-2016 | BW, 22-03-2016, nr. 05 | ||
13-04-2016 | 28-06-2016 | artt. 5 en 6 | 22-03-2016 Gemeenteblad, nr. 44269, 12-04-2016 | BW, 22-03-2016, nr. 05 | |
01-01-2015 | 13-04-2016 | nieuwe regeling | 23-12-2014 Gemeenteblad, nr. 82569, 29-12-2014 | BW, 23-12-2014, nr. 06 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal;
gelet op artikel 2.9 en artikel 8.1.1. van de Jeugdwet en de artikelen 2, derde lid, 4 en 6, derde en vierde lid en artikel 9 van de Verordening Jeugdhulp Stadskanaal 2015;
vast te stellen de navolgende regeling "Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2015".
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt, en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de verordening.
HOOFDSTUK 2 Voorzieningen en toegang
Artikel 2 Beschikbare vormen van jeugdhulp
De volgende overige voorzieningen, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de verordening zijn beschikbaar:
De volgende individuele voorzieningen, bedoeld in artikel 2, tweede lid van de verordening worden verstrekt:
Artikel 3 Toegang jeugdhulp via de gemeente, melding hulpvraag
In spoedeisende gevallen treft het college zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke maatregel of dient het college een verzoek in tot een machtiging om een jeugdige in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven als bedoeld in hoofdstuk 6 van de wet.
Voor het gesprek verschaffen de jeugdige of zijn ouders aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs kunnen beschikken. De jeugdige of zijn ouders verstrekken in ieder geval een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
als een jeugdige of zijn ouders een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de wet hebben opgesteld, betrekt het college dat als eerste bij het onderzoek bedoeld in het eerste lid.
heeft de aanvraag betrekking op een minderjarige die de leeftijd van 12 jaar maar nog niet die van 16 jaar heeft bereikt, dan behoeft de aanvraag de instemming van zowel de minderjarige als de wettelijke vertegenwoordiger, mits de minderjarige in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake. Weigert de wettelijke vertegenwoordiger in te stemmen met de aanvraag, dan zal het college de aanvraag toch in behandeling nemen als de jeugdhulp voor de minderjarige kennelijk nodig is teneinde ernstig nadeel voor de minderjarige te voorkomen, alsmede indien de minderjarige ook na de weigering van de toestemming de jeugdhulp weloverwogen blijft wensen.
HOOFDSTUK 4 Regels over het PGB
Artikel 10 PGB en professionele zorg
Onverminderd artikel 8.1.1 van de wet en artikel 6, tweede lid, van de verordening, is het tarief voor een PGB:
Op de gecontracteerde jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling is paragraaf 4.1 van de Jeugdwet van toepassing.
artikel 12 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
De Participatieraad kan het college voorstellen doen voor het beleid betreffende jeugdhulp, en het college adviseren bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp. Het college voorziet hierbij de Participatieraad van ondersteuning om zijn rol effectief te kunnen vervullen.
Het college nodigt minimaal in samenwerking met de Participatieraad eenmaal per jaar ingezetenen, cliënten en vertegenwoordigers van cliënten uit voor overleg over beleid betreffende jeugdhulp en de uitvoering daarvan. Het college maakt dit overleg minimaal zes weken van tevoren openbaar bekend. Daarbij worden genodigden opgeroepen punten voor de agenda aan te dragen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 december 2014.
Burgemeester en wethouders
de heer L.J. Zwartsenburg de heer R.P. Plieger
locosecretaris locoburgemeester