Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Subsidieverordening Waalwijk 2015 |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening Waalwijk 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling. | 18-12-2014 GVOP-2014-111575 | 2015/029 |
Artikel 1: Reikwijdte verordening
Deze verordening is van toepassing op het verstrekken van subsidie door het college van burgemeester en wethouders op de beleidsterreinen die zijn opgenomen in de gemeentelijke begroting, met uitzondering van subsidies waarvoor de raad bij bijzondere subsidieverordening een regeling heeft getroffen.
die voor subsidiëring beschikbaar zijn.
3.Het college is belast met de uitvoering van deze verordening. Uitvoering houdt
mede in het verstrekken van voorschotten en verlenen en vaststellen van subsidies.
Artikel 4: Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud
1.De door de raad vastgestelde bedragen als bedoeld in artikel 2, lid 2, zijn tevens de
subsidieplafonds voor zover het gaat om de verstrekking van subsidie voor de
soorten activiteiten als bedoeld in de nadere regels, bedoeld in artikel 1, lid 2.
2.Het college stelt nadere regels vast omtrent de verdeling van de beschikbare
Artikel 5: Begrotingsrichtlijnen
1.Het college stelt voor per boekjaar verstrekte subsidies jaarlijks
begrotingsrichtlijnen vast ten behoeve van te subsidiëren activiteiten voor het
2.Jaarlijks worden de organisaties die het voorafgaande boekjaar subsidie is verleend
en die voor het komende boekjaar voor subsidie in aanmerking wensen te komen
voor 1 oktober schriftelijk in kennis gesteld van de begrotingsrichtlijnen als bedoeld
verleningsbeschikking afgegeven en jaarlijks een vaststellingsbeschikking verstrekt.
3.De activiteiten die de subsidieontvanger tenminste moet uitvoeren, worden vermeld
in de verleningsbeschikking of uitvoeringsovereenkomst bijhorende bij deze beschikking.
4.Indien de subsidieontvanger de overeengekomen activiteiten realiseert tegen een
lager bedrag, wordt bij de beschikking tot subsidievaststelling uitgegaan van het
5.Indien de subsidieontvanger de overeengekomen activiteiten realiseert tegen een
hoger bedrag dan is verleend, dient de subsidieontvanger de extra kosten uit eigen
6.Indien de subsidieontvanger meer activiteiten realiseert dan zijn overeengekomen,
dient de subsidieontvanger de kosten van deze extra activiteiten uit eigen middelen
7.Indien de subsidieontvanger minder activiteiten realiseert dan is overeengekomen,
wordt het subsidiebedrag lager vastgesteld, waarbij wordt uitgegaan van het niveau
dat overeenkomt met het lagere prestatieniveau.
8.Indien de subsidieontvanger, naar het oordeel van het college, andere activiteiten
realiseert dan is overeengekomen, wordt bij de subsidievaststelling gehandeld
Artikel 8: Exploitatiesubsidie
1.Onder exploitatiesubsidie wordt verstaan: een subsidie waarbij de hoogte van de
subsidie wordt bepaald door het tekort op het exploitatiesaldo ten aanzien van de
subsidiabele activiteiten en het reeds toegekende bedrag per beschikking.
Artikel 9: Waarderingssubsidie
4.Het college is bevoegd tot het steekproefsgewijs controleren van de naleving van
5.De artikelen 17, 18, 19, 20 van deze verordening zijn niet van toepassing ingeval
Artikel 10: Eenmalige subsidie
1.Een eenmalige subsidie is een subsidie als bedoeld in artikel 8 en 9 die ten
behoeve van een eenmalige gebeurtenis wordt verstrekt.
2.In de beschikking wordt aangegeven aan welke subsidievorm uit artikel 6 de
eenmalige subsidie wordt gekoppeld, met de daarbij behorende voorwaarden als
1.Een aanvraag voor budget- of exploitatiesubsidie moet voor 1 mei voorafgaand aan
de periode waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, schriftelijk worden ingediend
2.Een aanvraag voor een waarderingssubsidie dient voor 1 oktober voorafgaand aan
de periode waarvoor de subsidie wordt aangevraagd schriftelijk te worden
3.Een aanvraag voor een eenmalige subsidie dient minimaal 8 weken voor aanvang
van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd schriftelijk te worden
4.Het college stelt organisaties aan wie in de voorafgaande periode subsidie is
verstrekt en waarvan niet voor de in lid 1en 2 genoemde data een subsidieaanvraag is ontvangen alsnog in de gelegenheid om binnen 2 weken na versturing van een rappel een volledige aanvraag in te dienen.
5.Aan subsidieontvangers die na de onder het 4elid vermelde nadere termijn de
Subsidieaanvraag indienen wordt een subsidie verstrekt van maximaal 95% van het bedrag bij tijdige indiening.
ontvangen na 31 december voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt
1.Het college beschikt op aanvragen voor een budget-, exploitatie- of
waarderingssubsidie binnen 8 weken nadat de gemeentebegroting, betreffende het
jaar waar de aanvraag betrekking op heeft, is vastgesteld.
2.In afwijking van het bepaalde onder lid 1, beschikt het college op aanvragen voor
een eenmalige subsidie binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.
3.In afwijking van het bepaalde onder lid 1, kan het College besluiten tot verdaging van de beslistermijn met ten hoogste 8 weken. Bijvoorbeeld als niet alle benodigde informatie aanwezig is.
Artikel 14: Weigering, intrekking en terugvordering
1.De subsidie kan, naast de in artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb genoemde
gevallen, worden geweigerd indien:
voor het doel waarvoor een subsidie beschikbaar wordt gesteld;
f.De aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten wil ontplooien die in strijd zijn
met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;
g.De aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden beschikt,
hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, om de kosten van de
denkbeelden van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard;
j.De financiële middelen van de aanvrager, met inbegrip van de subsidie,
onvoldoende zijn om de voorgenomen activiteiten uit te voeren;
k.De aanvrager de behoefte aan de te subsidiëren activiteiten niet aannemelijk heeft
1.Het college kan de subsidieontvanger bij de beschikking tot subsidieverlening
2.In de beschikking tot subsidieverlening wordt vermeld op welke wijze en met welke
Artikel 17: Indieningstermijn subsidievaststelling
1.Een aanvraag voor subsidievaststelling moet uiterlijk 1 mei na afloop van de
periode waarvoor de subsidie is aangevraagd schriftelijk worden ingediend bij het
2.Het college stelt organisaties, aan wie in het voorafgaande jaar subsidie is verleend
en waarvan niet voor 1 mei een verzoek tot subsidievaststelling is ontvangen, alsnog in de gelegenheid om binnen 2 weken na versturing van een rappel een volledige aanvraag in te dienen.
3.Bij subsidieontvangers waarvan de aanvraag tot subsidievaststelling na afloop van
de in het 2e lid bedoelde nadere termijn wordt ingediend, wordt de subsidie
vastgesteld op maximaal 95% van het bedrag bij tijdige/complete indiening.
4.Wordt de aanvraag niet binnen het nieuw gestelde termijn ontvangen dan kan het college overgaan tot ambtshalve vaststelling.
Artikel 19: Te verstrekken gegevens bij aanvraag subsidievaststelling
verslag zoals vermeld in het 1e lid, sub b, vergezeld te gaan van een
samenstellingsverklaring van een accountant.
Indien een aanvraag tot vaststelling is gebaseerd op een subsidiebedrag boven de € 106.000,- , zonder dat hierin het huurcomponent is meegerekend, dient het verslag zoals vermeld in het 1e lid, sub b, vergezeld te gaan van een verslag van een accountant als bedoeld in artikel 393, lid 1, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek afkomstige schriftelijke verklaring omtrent de getrouwheid onderscheidenlijk een mededeling, inhoudende dat van onjuistheden niet is gebleken.
artikel, jaarlijks aan te passen d.m.v. een door het college te bepalen index.
5.Indien sprake is van een aanvraag tot subsidievaststelling zoals vermeldt in 3e lid
van dit artikel, vervalt de verplichting conform 2e lid van dit artikel.
7.Het college kan bij de beschikking tot verlening van de subsidie bepalen dat het
accountantsonderzoek tevens strekt tot onderzoek van de naleving van de aan de
subsidie verbonden verplichtingen, met in acht name van het bepaalde in artikel
8.Indien het college toepassing geeft aan lid 7 van dit artikel stellen zij ingevolge
artikel 4:79, lid 2, Awb een aanwijzing vast over de reikwijdte en de intensiteit van
Het subsidiebedrag wordt binnen 8 weken na de beschikking tot subsidievaststelling
betaald na verrekening van de reeds verstrekte voorschotten.
1.In de gevallen bedoeld in artikel 4:41, lid 2, Awb is de subsidieontvanger aan het
college een vergoeding van de vermogenswaarden verschuldigd.
2.Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde
van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de
vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van
schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het
bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen.
3.Indien het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een
1.Het college is bevoegd personen aan te wijzen die worden belast met het toezicht
op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
2.Aan deze personen wordt desgevraagd door of namens de subsidieontvanger inzage
verleend in de boekhouding en de administratie en worden alle gevraagde
inlichtingen verstrekt, die noodzakelijk zijn voor juiste vervulling van het in het 1e
Het college handelt overeenkomstig deze verordening, tenzij dat voor één of meer
belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden
onevenredig zijn in verhouding tot de met de verordening te dienen doelen.