Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrechtse Heuvelrug

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrechtse Heuvelrug
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015
CiteertitelVerordening precariobelasting 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2017nieuwe regeling

15-12-2014

Gemeentenieuws, 24-12-2014

2014-089h

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015

Behoort bij raadsvoorstel 2014-089h (titel: Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2015.

De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;

Gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

Over te gaan tot vaststelling van de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015 (Verordening precariobelasting 2015)

 

Hoofdstuk 1 Inhoudelijke bepalingen

Artikel 1 Voorwerp van belasting, belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen, onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel ten behoeve van wie de voorwerpen worden aangetroffen.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

Artikel 4 Berekening heffingsmaatstaf; tarieven

  • 1.

    Bij het hebben van voorwerpen op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt de oppervlakte bepaald op die, welke door de voorwerpen wordt overdekt.

  • 2.

    Bij het hebben van voorwerpen onder de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt de oppervlakte bepaald op die uitgaande van een horizontale projectie van de voorwerpen.

  • 3.

    Gedeelten van de in de tarieventabel genoemde tijds- en andere eenheden worden voor een geheel gerekend.

Artikel 5 Begripsomschrijvingen en ontstaan belastingplicht

Voor de toepassing vande tarieventabel wordt verstaan onder:

  • a.

    Dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b.

    Week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • c.

    Maand: een kalendermaand;

  • d.

    Jaar: een kalenderjaar;

  • e.

    Vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;

  • f.

    Reclamevoorwerp: voorwerpen met daarop openbare aankondigingen, zoals (uithang)borden, lichtbakken, sandwichborden, vlaggen en dergelijke, met uitzondering van halteborden, wegwijzers en soortgelijke voorwerpen.

  • g.

    Kabels en leidingen: kabels, leidingen en buizen of daarmee gelijk te stellen voorwerpen bedoeld voor het transport van energie of andere materialen.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1.

    Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn. In de overige gevallen is het belastingtijdvak de maand, de week of de dag waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

  • 2.

    In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a.

    voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • b.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • c.

    overige vrijstellingen:

    • 1.

      voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

    • 2.

      het hebben van wegwijzers en verkeersaanduidingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en van andere overeenkomstige instellingen;

    • 3.

      het hebben van voorwerpen of werken, welke noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak, door het rijk, de provincies, de gemeente of door waterschappen, veenschappen en veenpolders zijn aangebracht of geplaatst;

    • 4.

      het hebben van borden, masten, palen en dergelijk die in verband met verkiezingen van publieksrechtelijke lichamen zijn aangebracht;

    • 5.

      het hebben van voorwerpen uitsluitend gebezigd voor een liefdadig doel;

    • 6.

      het gebruik maken van de gemeentegrond tot 1 meter vanuit de voorgevel van de opstal gemeten;

    • 7.

      buizen in de grond tot lozing van fecaliën van huishoud- of van hemelwater.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven, dan wel door een gedagtekende nota of andere schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 2.

    Belastingbedragen minder dan € 10,00 worden niet opgelegd, met dien verstande dat voor de toepassing van het eerste zinsdeel het totaal van de op één aanslagbiljet, gedagtekende nota of andere schriftuur verenigde aanslagen aangemerkt wordt als één belastingaanslag, nota of andere schriftuur.

  • 3.

    Teruggaven in verband met ontheffingen van € 10,00 of minder, worden niet verleend. Voor de toepassing van de vorige volzin, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één aanslag

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van een voorwerp een aanvang neemt.

  • 2.

    Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van het tijdvak, beloopt de belasting zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag als er na het aanvangstijdstip nog volle maanden van het tijdvak resteren.

  • 3.

    Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de voorwerpen zijn verwijderd voor het verstrijken van het belastingtijdvak, wordt op aanvraag van de belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend voor zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag na de verwijdering resterende volle maanden van het belastingtijdvak.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1. De aanslag moet worden betaald binnen één maand na de dagtekening van de aanslag, nota of andere schriftuur.

2. De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Hoofdstuk 2 Slotbepalingen

Artikel 13 Overgangsrecht

De verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2014 vastgesteld door de gemeenteraad van de Utrechtse Heuvelrug op 16 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 15 Citeertitel

1.Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening precariobelasting 2015”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 december 2014.

de raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug

de griffier de voorzitter

W.Hooghiemstra G.F. Naafs

TARIEVENTABEL VERORDENING PRECARIOBELASTING 2015

Behoort bij raadsvoorstel van 15 december 2014,

A. ALGEMEEN TARIEF

Voor het gebruik of genot van of voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond per m² gemeten naar de grootste horizontale of verticale oppervlakte, en zover niet benoemd elders in deze tarieventabel, bedraagt het tarief:

  • 1.

    per dag € 0,85

  • 2.

    per maand € 3,76

  • 3.

    per jaar € 45,05

B. Leidingen, kabels en buizen

Voor het gebruik of genot van of voor het hebben van kabels, leidingen en buizen onder, op of boven openbare gemeentegrond, bedraagt het tarief € 0,63 per strekkende meter per jaar, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

C. Bouwactiviteiten

Voor het hebben van schuttingen, steigers, loodsen, keten, bouwmaterialen, puin, afval, werktuigen ten dienste van bouw- of sloopwerkzaamheden en andere soortgelijke objecten, bedraagt het tarief bij een oppervlakte van:

  • 1.

    0 – 10 m² per week of gedeelte daarvan € 17,81

  • 2.

    10 – 25 m² per week of gedeelte daarvan € 35,63

  • 3.

    25 – 50 m² per week of gedeelte daarvan € 53,42

  • 4.

    50 m² of meer, per 50 m² of een gedeelte daarvan, per week of gedeelte daarvan € 53,42

D. APV activiteiten

Tentoonstellingenwedstrijden

Voor het houden van een tentoonstelling het geven van een sportfeest, het hebben van een circus, kermis en overige commerciële evenementen, een wedstrijd - met uitzondering van een motor- of rijwielwedstrijd -, bedraagt het tarief per dag voor:

  • 1.

    de eerste 250 m² of minder, per m² € 0,32

  • 2.

    voor elke volgende m² € 0,07

E. Terrassen

Voor het hebben van een terras (banken, tafeltjes en stoelen, tochtschermen, bloemen- of plantenbakken en dergelijke), per m²,

  • 1.

    0 – 25 m² per maand € 2,51

  • 2.

    groter dan 25 m² per maand € 3,26

F. Uitstallingen

Voor het plaatsen van verkoopwagens, kraampjes, wagens, manden of dergelijke voorwerpen tot verkoop van waren, uitgezonderd de plaatsing daarvan op kermissen of op de weekmarkt, wordt per standplaats voor ambulante handel een bedrag geheven van:

  • 1.

    tot en met 9 m² per jaar € 123,74;

  • 2.

    van 9 m² tot 27 m² per jaar € 247,49;

  • 3.

    vanaf 27 m² per jaar € 247,49 per 27m² of gedeelte daarvan;

voor iedere dag of gedeelte ervan per week dat de standplaats mag worden ingenomen.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2014.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

W.Hooghiemstra G.F. Naafs