Organisatie | Utrechtse Heuvelrug |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015 |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 229
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 06-01-2016 | nieuwe regeling | 15-12-2014 Gemeentenieuws, 24-12-2014 | 2014-089g |
Behoort bij raadsvoorstel 2014-089g (titel: Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2015.
De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;
Gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;
Over te gaan tot vaststelling van de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015 (Verordening marktgelden 2015)
Hoofdstuk 1 Inhoudelijke bepalingen
Onder de naam “marktgelden” wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats op een markt binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug.
Belastingplichtig voor het marktgeld is degene aan wie de vergunning tot het innemen van een standplaats op de markt is verleend.
Het marktgeld bedraagt per dag of gedeelte daarvan voor het innemen van een standplaats met kramen, tafels, voertuigen en andere soortgelijke inrichtingen per iedere langs de frontzijde gemeten strekkende meter of gedeelte daarvan op de weekmarkt in: a. Driebergen-Rijsenburg € 4,67 met een minimum per standplaats van € 9,48; b. Doorn € 4,25 met een minimum per standplaats van € € 9,48; c. Amerongen € 4,05 met een minimum per standplaats van € € 9,48; d. Leersum € 4,25 met een minimum per standplaats van € € 9,48; e. Maarn € 4,05 met een minimum per standplaats van € € 9,48;
Artikel 6 Ontstaan van de belastingplicht en heffing naar tijdsgelang
1 De rechten, bedoeld in artikel 3, lid 1 en 2, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.
2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt voor zover de rechten bedoeld in artikel 3, lid 1 en 2 op aanvraag ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien een belastingplichtige door omstandigheden onafhankelijk van zijn wil geen gebruik meer kan maken van een standplaats, waarvoor marktgeld voor tenminste een kalenderhalfjaar is voldaan, wordt het betaalde marktgeld naar tijdsduur gerestitueerd, indien binnen 2 maanden na afloop van het gebruik dit schriftelijk wordt aangevraagd, zulks met dien verstande, dat alleen rekening wordt gehouden met het aantal volle kalendermaanden dat nog in de termijn over is.
De verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2014 vastgesteld door de gemeenteraad van de Utrechtse Heuvelrug op 16 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.