Organisatie | De Ronde Venen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verlegregeling De Ronde Venen 2006 |
Citeertitel | Verlegregeling De Ronde Venen 2006 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage - Verlegregeling De Ronde Venen 2006 |
Geen
Leidingenverordening De Ronde Venen 2006, art. 16
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-10-2006 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 29-08-2006 De Ronde Vener 25-10-06 | Onbekend |
De begripsbepalingen van de Leidingenverordening De Ronde Venen 2006 zijn op deze regeling van toepassing tenzij daarvan nadrukkelijk wordt afgeweken.
In deze regeling wordt verstaan onder:
2.2 Nadeelcompensatie voor het geval de leiding van belanghebbende ligt in openbare ruimte
Indien de leidingexploitant binnen vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van de vergunning een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een leiding, bedraagt de nadeelcompensatie 100% van het schadebedrag.
Indien de leidingexploitant een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een leiding in de periode gelegen vanaf vijf tot en met vijftien jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de betrokken vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het 6e jaar tot 0% vanaf het 16e jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 2.
2.3 Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie
Het college en de leidingexploitant zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van de leiding van de belanghebbende elkaars schade zo veel mogelijk beperken.
Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de leidingexploitant moet blijven dan uit de toepassing van de paragraaf 2.2 voortvloeit, kan het college van de bepalingen van die paragrafen gemotiveerd afwijken.
Indien vanwege het werk sprake is van meerdere (tijdelijke) verleggingen van dezelfde leiding, is op de eerste tijdelijke verlegging deze regeling van toepassing en komen de kosten van de overige verleggingen ten laste van de gemeente.
Geen vergoeding vindt plaats als in de vergunning een bepaling is opgenomen dat binnen een periode van vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van de vergunning, een wijziging of intrekking van die vergunning is te voorzien in verband met binnen die periode uit te voeren werkzaamheden in de openbare ruimte waarin de leiding is gelegen en in deze periode daadwerkelijk een aanwijzing als bedoeld in artikel 19 van deze regeling wordt gegeven.
Als de aanwijzing niet wordt gegeven binnen de periode bedoeld in artikel 12 dan geldt het toepasselijke vergoedingsregime zoals in deze regeling is opgenomen.
Indien als gevolg van de uitvoering van een werk de leidingexploitant de leiding moet of zal rijzen komen de kosten hiervan ten laste van leidingexploitant.
In afwijking van artikel 20 wordt de nadeelcompensatie bepaald op basis van een vaste prijs als het voorlopig vastgestelde bedrag aan nadeelcompensatie volgens artikel 17 lager is dan €10.000,00. In andere gevallen wordt de nadeelcompensatie bepaald op basis van voor- en nacalculatie tenzij partijen anders zijn overeengekomen.
3. Bepalingen van procedurele aard
Het college maakt zijn voornemen van een werk bekend met een aanschrijving
aan de belanghebbende op grond van artikel 16 van de Leidingenverordening. Hierin is een omschrijving van het werk opgenomen met vermelding van noodzakelijk te verplaatsen leidingen. Indien sprake is van aanwezige leidingen die niet noodzakelijk verlegd moeten worden zal de leidingexploitant de gelegenheid krijgen om op eigen kosten die leidingen te rijzen, te vervangen of te verwijderen.
Het college streeft naar overeenstemming met de leidingexploitant over verplaatsing (een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten), uitvoering en planning. Het college voert hiertoe vooroverleg met leidingexploitant.
3.3 Verzoek om voorlopige vaststelling nadeelcompensatie
Belanghebbende dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen een termijn van één jaar nadat hij een aanwijzing heeft gekregen tot het verleggen van een leiding bij het college een verzoek in om voorlopige vaststelling van nadeelcompensatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het formulier, opgenomen in bijlage 1.
3.5 Verzoek om definitieve vaststelling nadeelcompensatie
Het aanpassen van de leiding is gereed op het moment dat de werkzaamheden voor de verlegging van de leiding geheel zijn afgerond. Binnen een jaar na dat moment dient belanghebbende een verzoek in om definitieve vaststelling van de nadeelcompensatie bij het college.
Het verzoek bevat, naast de gegevens bedoeld in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, ten minste:
een verwijzing naar het besluit van het college tot voorlopige vaststelling van nadeelcompensatie;
een naar kostensoort gespecificeerde opgave van het schadebedrag aan de hand van het model opgenomen in bijlage 1.
3.7 Betaling nadeelcompensatie
Indien nadeelcompensatie is bepaald op basis van voor- en nacalculatie dient na vaststelling van de definitieve nadeelcompensatie en na gereedkomen van de werkzaamheden de belanghebbende een factuur in ter hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie en vindt uitbetaling plaats binnen 60 dagen nadat de factuur is ingediend.
4. Kostentechnische bepalingen
Deze regeling is van toepassing op werken waarover op het moment van in werking treden nog geen overeenkomsten zijn aangegaan tussen de gemeente en belanghebbende.