Organisatie | Gouda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Aansluitverordening riolering Gouda 2015 |
Citeertitel | Aansluitverordening riolering Gouda 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 149 en art. 229, eerste lid, onder b
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | artikel 4 | 13-12-2023 | 7636 | ||
01-01-2015 | 01-01-2024 | Onbekend | 17-12-2014 Gemeenteblad, 31-12-2014 | 914469 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
afvalwater: alle water waarvan de belanghebbende zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Dit kan bestaan uit hemelwater, vuilwater en/of grondwater;
belanghebbende: degene die krachtens eigendom, bezit of beperkt zakelijk recht het genot heeft van een op de riolering aan te sluiten en/of aangesloten pand en/of perceel.
drukriool: riolering, bestemd voor de afvoer van vuilwater, waarbij het transport van het afvalwater plaatsvindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk;
gemeentelijk deel van de rioolaansluiting: het deel van de rioolaansluiting van de ontstoppingsvoorziening tot het gemeentelijk riool, inclusief de ontstoppingsvoorziening. Bij afwezigheid van een ontstoppingsvoorziening is de gehele rioolaansluiting particulier;
gemeentelijk riool: de riolering die bij de gemeente in eigendom en beheer is en dient voor inzameling en transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de rioolaansluiting;
gesloten verharding: verharding van een aaneengesloten, onlosmakelijk verbonden materiaal, zoals beton of asfalt;
grondwater: al het water dat zich onder de heersende grondwaterstand in de bodem bevindt;
hemelwater: water afkomstig uit neerslag zoals regen, sneeuw en hagel;
instandhouding en deugdelijk beheer: het op hoogte houden van de particuliere rioolaansluiting in geval van zetting van de bodem zodat de rioolaansluiting blijft functioneren en het waterdicht houden van de rioolaansluiting om intreden van grondwater in de leiding en uittreden van afvalwater in de bodem te voorkomen.
lozingstoestel: een op de rioolaansluiting aangesloten voorziening met afvalwaterafvoer in het pand of op het perceel;
ontstoppingsvoorziening: een, in opdracht van de gemeente aangebrachte put of een hulpstuk met deksel van waaruit de werking van de rioolaansluiting kan worden gecontroleerd en waarop de belanghebbende het particuliere deel van de rioolaansluiting dient aan te sluiten;
open verharding: verharding van een aaneengesloten, niet verbonden materiaal, zoals betontegels of straatstenen.
particuliere deel van de rioolaansluiting: het deel van de rioolaansluiting van het (de) pand(en) en/of het (de) perce(e)l(en) tot de ontstoppingsvoorziening of, indien er geen ontstoppingsvoorziening aanwezig is, de gehele rioolaansluiting tot aan het gemeentelijk riool;
rioolaansluiting: deel van de riolering dat de waterdichte verbinding vormt tussen het pand of perceel en het gemeentelijk riool. Dit kan zijn via een verbinding waarop slechts één pand of perceel is aangesloten of via een verbinding van een verzamelaansluiting waarop meerdere panden of percelen zijn aangesloten;
vuilwater: water waarin bezinkbare, opdrijvende en opgeloste verontreinigende en/of schadelijke stoffen aanwezig zijn, dat overwegend afkomstig is van menselijke- en dierlijke stofwisseling, huishoudelijke werkzaamheden of bedrijfsmatige werkzaamheden.
De verordening is van toepassing op de aanleg, vervanging, wijziging en het buiten gebruik stellen van rioolaansluitingen, evenals voor het beheer en onderhoud van bestaande rioolaansluitingen.
is een aanvraag vereist. Belanghebbende maakt hiervoor gebruik van het ‘Aanvraagformulier rioolaansluiting’.
Op basis van de aanvraag stellen burgemeester en wethouders een ontwerp vast van het gemeentelijk deel van de rioolaansluiting. Het vastgestelde ontwerp vormt het uitgangspunt voor de aanleg van de gehele rioolaansluiting door gemeente en belanghebbende.
is een melding vereist. Belanghebbende maakt hiervoor gebruik van het ‘Aanvraagformulier rioolaansluiting’.
Indien meer dan één rioolaansluiting van een belanghebbende op het gemeentelijk riool tot stand wordt gebracht, alsmede in het geval dat meer dan één rioolaansluiting wordt vervangen, gewijzigd of buiten gebruik wordt gesteld, zijn het tweede en derde lid voor iedere rioolaansluiting afzonderlijk van toepassing.
De gemeente is verantwoordelijk voor de feitelijke aanleg, de instandhouding en het deugdelijke beheer van het gemeentelijk deel van de rioolaansluiting. Het is belanghebbende niet toegestaan werkzaamheden uit te voeren aan het gemeentelijk deel van de rioolaansluiting anders dan het realiseren van de aansluiting op de ontstoppingsvoorziening en het via de ontstoppingsvoorziening inspecteren, reinigen of ontstoppen van het particuliere deel van de rioolaansluiting.
De belanghebbende is verantwoordelijk voor de feitelijke aanleg, de instandhouding en het deugdelijke beheer van het particuliere deel van de rioolaansluiting. In geval meerdere belanghebbenden via één verzamelleiding een rioolaansluiting hebben of wensen, zijn alle belanghebbenden gezamenlijk verantwoordelijk voor de feitelijke aanleg, de instandhouding en het deugdelijke beheer van het particuliere deel van de rioolaansluiting.
Na schriftelijke vaststelling van het ontwerp van het gemeentelijk deel van de rioolaansluiting en een akkoord van belanghebbende op de begroting van de aanlegkosten, vindt de aanleg plaats binnen de in onderling tussen burgemeester en wethouders en belanghebbende afgesproken termijn. De belanghebbende legt het particuliere deel van de rioolaansluiting aan en sluit dit aan op de ontstoppingsvoorziening op basis van:
In geval een belanghebbende een eigen rioolaansluiting wordt toegekend, terwijl zijn pand en/of perceel loost via een gezamenlijke rioolaansluiting waarmee meerdere panden en/of percelen op het gemeenteriool zijn aangesloten, blijft de belanghebbende verantwoordelijk voor de instandhouding en het deugdelijke beheer van het gedeelte van de gezamenlijke rioolaansluiting gelegen op zijn perceel tot het moment dat de gezamenlijke rioolaansluiting buiten gebruik kan worden gesteld.
Burgemeester en wethouders zijn gerechtigd om vanuit de ontstoppingsvoorziening een inwendige inspectie uit te voeren van zowel het particuliere deel van de rioolaansluiting als het gemeentelijk deel van de rioolaansluiting. De belanghebbende is verplicht hieraan medewerking te verlenen en de gemeente toegang te verschaffen tot de ontstoppingsvoorziening. De belanghebbende neemt hierbij tevens lid 19 in acht.
De belanghebbende neemt het initiatief voor het verhelpen van verstoppingen of gebreken. Als de oorzaak ligt in het niet functioneren van het gemeentelijk deel, stelt de belanghebbende de gemeente hiervan op de hoogte. De gemeente herstelt zo spoedig mogelijk de werking van het gemeentelijk deel. De kosten voor herstel in verband met het niet functioneren van het gemeentelijk deel als gevolg van een onjuist gebruik door de belanghebbende verhaalt de gemeente op de belanghebbende.
Belanghebbende is gerechtigd om vanuit de ontstoppingsvoorziening een inwendige inspectie uit te voeren van het particuliere deel van de rioolaansluiting. In geval van een verstopping in het particuliere deel van de rioolaansluiting is belanghebbende gerechtigd om vanuit de ontstoppingsvoorziening de verstopping te verhelpen. Bij genoemde gevallen ziet de belanghebbende er op toe dat de ontstoppingsvoorziening niet wordt beschadigd en na uitvoering van de werkzaamheden weer volledig met het deksel wordt afgesloten. Als de ontstoppingsvoorziening gelegen is op gemeentelijk grondgebied neemt belanghebbende het bepaalde in de leden 18 en 20 in acht.
Voor werkzaamheden in gemeentelijk grondgebied aan het particuliere deel van de rioolaansluiting, evenals voor een inspectie in de ontstoppingsvoorziening is voorafgaande aan de werkzaamheden een melding bij burgemeester en wethouders verplicht. Belanghebbende meldt de werkzaamheden minimaal drie weken voor de uitvoering daarvan. In geval van calamiteiten kan worden volstaan met een melding op het moment dat de calamiteit zich voordoet.
Indien de ontstoppingsvoorziening ligt op particulier gebied mag de belanghebbende de toegankelijkheid van de ontstoppingsvoorziening niet belemmeren. Ontstoppingsvoorzieningen moeten altijd bereikbaar zijn. De belanghebbende is hiervoor verantwoordelijk. De bovenzijde van de ontstoppingsvoorziening moet daarom altijd vrij zijn van gesloten verharding, struiken, bomen en andere belemmerende obstakels.
artikel 4 aanleg of wijziging van een rioolaansluiting
1.De belanghebbende dient bij burgemeester en wethouders een aanvraag in, conform artikel 3, lid 2a of 2b.
Een aanvraag wordt in behandeling genomen als:
Aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk als:
Bij aanleg of wijziging van rioolaansluitingen, waarbij het gemeentelijk riool gelegen is in gemeentelijk grondgebied, wordt de ontstoppingsvoorziening gesitueerd binnen ca. één meter van de perceelsgrens op particulier grondgebied of, indien de gevel van het aan te sluiten pand direct grenst aan het gemeentelijk grondgebied, binnen ca. één meter van de perceelsgrens op gemeentelijk grondgebied.
artikel 5 beheer en vervanging van een rioolaansluiting
De belanghebbende is vrij om, vanuit beheeroogpunt, het particuliere deel van de rioolaansluiting te vervangen met inachtneming van artikel 3, lid 12. Bij vervanging ziet de belanghebbende er op toe dat de ontstoppingsvoorziening niet wordt beschadigd en het particuliere deel ordentelijk op de ontstoppingsvoorziening wordt aangesloten. Als de ontstoppingsvoorziening op gemeentelijk grondgebied ligt neemt de belanghebbende artikel 3 leden 18 en 20 in acht.
In gevallen waarbij (nog) geen ontstoppingsvoorziening in de rioolaansluiting aanwezig is, gaat de gemeente over tot het aanbrengen van een ontstoppingsvoorziening op het moment dat de rioolaansluiting door belanghebbende wordt vervangen. In die gevallen doet de belanghebbende een melding bij de gemeente conform artikel 3, lid 3a. De gemeente legt op haar kosten het gemeentelijk deel van de rioolaansluiting aan en de belanghebbende legt op zijn kosten het particuliere deel van de rioolaansluiting aan.
artikel 6 buiten gebruik stellen van een rioolaansluiting
artikel 8 toezicht op naleving
Met het toezicht op de naleving van deze verordening, evenals met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten, zijn - behalve de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde ambtenaren - de door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren belast.
artikel 9intrekking oude verordening
De Aansluitverordening riolering Gouda, datum inwerkingtreding 1 januari 2006, wordt ingetrokken.
Een vastgesteld ontwerp dat onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening van kracht is, wordt gelijkgesteld met een vastgesteld ontwerp als bedoeld in artikel 3, lid 2.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgend op die van haar bekendmaking.
Deze verordening wordt aangehaald als: Aansluitverordening riolering Gouda 2015.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Gouda in de openbare vergadering van 17 december 2014.