Organisatie | Heerenveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2015 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2014 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 15-12-2014 | Onbekend |
De raad van de gemeente Heerenveen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2015
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
huishoudelijk afval: afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, mest, afvalwater en autowrakken daaronder niet begrepen, die worden aangeboden in een voor dit doel beschikbaar gesteld standaardpakket van inzamelmiddelen of op een andere wijze, behoudens en voor zover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreft, die zijn aangewezen als gevaarlijke stoffen;
grof huishoudelijk afval: afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, mest, afvalwater en autowrakken daaronder niet begrepen, die te groot en/of te zwaar zijn om in van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen aan te bieden, behoudens en voor zover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen betreft, die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen;
gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3 Vrijstelling GFT-afval in afgebakende gebieden
In het kader van een gemeentelijke proef geldt, in afwijking van het hierna volgende en in afwijking van de bijbehorende tarieventabel, voor een aantal afgebakende gebieden gelegen in de wijken “De Knipe”, “Het Meer” en “De Heide”, zoals blijkt uit de aan deze verordening gehechte kaarten, een nul-tarief voor het ophalen en ledigen van GFT-containers. Dit betekent dat hiervoor geen aanslag afvalstoffenheffing wordt opgelegd. Aan deze proef ligt gemeentelijke besluitvorming ten grondslag.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak eindigt, bestaat ten aanzien van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste (werk)dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn vervalt twee maanden later op de laatste (werk)dag van de betreffende maand. Als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet minder dan drie maanden in het kalenderjaar overblijven, moeten de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden overblijven, met een minimum van één termijn.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel moeten worden betaald in acht gelijke maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste (werk)dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens op de laatste (werk)dag van de direct daarop volgende maanden. Indien er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet minder dan acht maanden in het kalenderjaar overblijven, moeten de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden overblijven, met een minimum van één termijn.
Voor aanslagen die betrekking hebben op een voorgaand belastingjaar gelden de termijnen van betaling als omschreven in het eerste lid.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van de tarieventabel, in één termijn betaald worden. De betaaltermijn vervalt dan op de laatste (werk)dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel, direct betaald worden.
In afwijking van het eerste en tweede lid moet het bedrag van de aanslag in één termijn betaald worden, als het totaalbedrag van de aanslag lager is dan € 80,-. De betaaltermijn vervalt dan op de laatste (werk)dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Met ingang van de in artikel 11 genoemde datum van ingang van de heffing, wordt de in de raadsvergadering van 2 januari 2014 vastgestelde Verordening afvalstoffenheffing 2014 en de bijbehorende tarieventabel ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
TARIEVENTABEL, behorende bij de verordening afvalstoffenheffing 2015
Alle in deze verordening opgenomen tarieven zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1 Maatstaf en jaarlijks tarief afvalstoffenheffing (vast gedeelte)
Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing voor de lediging van minicontainers en afvalbakken
Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing bij het gebruik van verza meicontainers (variabel gedeelte)
Hoofdstuk 4 Tarieven milieustraat ( Heerenveen en Grou )
1. Een personenauto met weggeklapte achterbank wordt beschouwd als een laadvloer tot 2,5 meter.
2. Voor gemengde vrachten geldt het tarief voor grof huishoudelijk restafval.
3. Huishoudelijk restafval en groente- en fruitafval wordt niet geaccepteerd. Dit afval hoori: resp. in de grijze en de groene minicontainer.
4. Er kan maximaal 1 m3 zwarte grond worden aangeboden (W.B. grotere hoeveelheden worden niet geaccepteerd).
4.2. Bedrijfsafval Voor bedrijfsafval gelden de volgende tarieven, inclusief BTW:
4.3. Huishoudelijke afvalstoffen, niet zijnde bouw- en sloopafval
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1gelden voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen, niet zijnde bouw- en sloopafval, de in de onderstaande tabel vermelde haaltarieven:
N.B. Grotere banden, zoals tractor- en vrachtwagenbanden worden niet geaccepteerd