Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Beleidsregels heroverwegen maatregel Participatiewet Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlemmerliede en Spaarnwoude
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels heroverwegen maatregel Participatiewet Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015.
CiteertitelBeleidsregels heroverwegen maatregel Participatiewet Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015.
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Participatiewet, art. 18
  2. Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015Nieuwe regeling

16-12-2014

Digitaal gemeenteblad, 17-12-2014

201403462

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels heroverwegen maatregel Participatiewet Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015

Gelet op:

artikel 18, derde lid Participatiewet

Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015

 

Artikel 1. Begrippen

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • b.

    Verordening:Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015;

  • c.

    Wet: de Participatiewet.

Artikel 2. Heroverweging op verzoek van belanghebbende

  • 1.

    Indien een maatregel van 100% van de bijstandsnorm is opgelegd op grond van de verordening, of wegens schending van één van de verplichtingen genoemd in artikel 18, lid 4 van de wet, met een duur van drie maanden of langer, kan de belanghebbende een schriftelijk en gemotiveerd verzoek doen aan het college om deze maatregel te herzien.

  • 2.

    De bepaling onder 1. geldt niet voor maatregelen voortkomend uit schending van de inlichtingenplicht ingevolge artikel 17, eerste lid van de Wet.

  • 3.

    In het verzoek zoals bedoeld onder 1. moet in ieder geval worden ingegaan op de geschonden verplichtingen en op welke wijze de belanghebbende aantoonbaar maakt dat deze verplichtingen worden nagekomen.

  • 4.

    Het college heroverweegt het besluit tot oplegging van deze maatregel op basis van het verzoek.

  • 5.

    De herziening heeft betrekking op het gedeelte van de maatregel met ingang van de tweede maand waarop deze is ingegaan.

Artikel 3. Ambtshalve heroverweging

  • 1.

    Indien een maatregel is opgelegd op grond van de verordening, of wegens schending van één van de verplichtingen genoemd in artikel 18, lid 4 van de wet, met een duur langer dan drie maanden, heroverweegt het college het besluit tot oplegging van deze maatregel binnen drie maanden.

  • 2.

    De bepaling onder 1. geldt niet voor maatregelen voortkomend uit schending van de inlichtingenplicht ingevolge artikel 17, eerste lid van de Wet.

  • 3.

    De herziening heeft betrekking op het gedeelte van de maatregel met ingang van de vierde maand waarop deze is ingegaan.

  • 4.

    Ambtshalve heroverweging vindt alleen plaats als er geen heroverweging op verzoek, als bedoeld in artikel 2 van deze beleidsregels, heeft plaatsgevonden.

Artikel 4. Voorwaarden

Het college herziet een maatregel geheel of gedeeltelijk als uit nieuw gebleken feiten of uit de houding en gedragingen van de belanghebbende, ondubbelzinnig blijkt dat de geschonden verplichtingen, waarvoor de maatregel was opgelegd, worden nagekomen, dan wel omstandigheden van dringende aard een herziening rechtvaardigen.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2015.

Artikel 6. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: “Beleidsregels heroverwegen maatregel Participatiewet Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015”.

TOELICHTING

Algemeen

Het college wordt opgedragen om een verlaging van de uitkering binnen een termijn van drie maanden te heroverwegen conform de bepalingen van artikel 18, derde lid Participatiewet. Met deze beleidsregels wordt uitvoering gegeven aan deze opdracht.

 

Een opgelegde maatregel is in beginsel bedoeld als middel tot gedragsbeïnvloeding en dus als prikkel voor de betrokkene om zijn gedrag bij te stellen in de door het college gewenste richting. Uit jurisprudentie volgt dat het bestuursorgaan een verlaging met een zekere fasering in omvang en duur van de maatregel dient toe te passen, ten einde bij het al dan niet optreden van de gewenste gedragsverandering, nader sturend te kunnen optreden. Met name waar het gaat om een verlaging van 100% van de bijstandsnorm. Dit laat onverlet dat onder meer afhankelijk van de ernst van de gedraging ook meteen een zware maatregel op zijn plaats kan zijn. Daarbij zal echter steeds in aanmerking moeten worden genomen dat één van de kernfuncties van de Participatiewet is om aan de bijstandsbehoevende een inkomenswaarborg te bieden. Om deze reden is in de Participatiewet een inkeerregeling opgenomen.

Het college beoordeelt uiterlijk drie maanden na de datum van de beschikking of de omstandigheden en het gedrag van belanghebbende aanleiding geven de beslissing te herzien (artikel 18, derde lid, van de Participatiewet). Bij een dergelijke herbeoordeling hoeft niet opnieuw een besluit te worden genomen, waarbij alle feiten en omstandigheden opnieuw tegen het licht worden gehouden. Het heeft slechts als doel vast te stellen of belanghebbende tussentijds (binnen de periode waarover de verlaging zich uitstrekt) blijk heeft gegeven van een zodanige gedragsverandering of dat sprake is van een zodanige wijziging van omstandigheden, dat aanleiding bestaat de eerder opgelegde verlaging in zwaarte of duur bij te stellen.