Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hillegom

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidieverlening voor de BI-zone voor het koopcentrum van Hillegom over de jaren 2015-2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHillegom
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidieverlening voor de BI-zone voor het koopcentrum van Hillegom over de jaren 2015-2020
CiteertitelVerordening BI-zone Koopcentrum Hillegom 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageKaart BI-zone

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Experimentenwet bedrijveninvesteringszones, art. 1
  2. Experimentenwet bedrijveninvesteringszones, art. 7
  3. Wet op de bedrijveninvesteringszones
  4. Gemeentewet, art. 156

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-08-201601-01-2016wijziging art. 13, lid 4

07-07-2016

www.officielebekendmakingen.nl, 02-08-2016

16-06713
16-07-201501-01-201503-08-2016wijziging

09-07-2015

www.officielebekendmakingen.nl, 15-07-2015

15-05791
01-01-201516-07-2015nieuwe regeling

11-12-2014

www.officielebekendmakingen.nl, 24-12-2014

14-05341

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidieverlening voor de BI-zone voor het koopcentrum van Hillegom over de jaren 2015-2020

De Raad der Gemeente Hillegom;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 4342;

gelet op;

artikel 1, lid 1, en artikel 7, lid 4, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

en artikel 156, lid 2, van de Gemeentewet;

en gelet op de tussen de gemeente Hillegom en het Koopcentrum Hillegom gesloten Uitvoeringsovereenkomst Gemeente Hillegom – Vereniging Koopcentrum Hillegom 2015 -2020,

besluit:

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidieverlening voor de BI-zone voor het koopcentrum van Hillegom over de jaren 2015-2020

 

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    BI-zone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. De BI-zone is het gebied van het centrum gekenmerkt door de straten: Deltahof, Haven, Henri Dunantplein, Hofstraat, Hofzicht, Hoofdstraat, Houttuin, Jonkheer Mockkade, Kerkplein, Krochtstraat, Mariastraat, Meerdorpstraat, Meerstraat, Molenstraat, Passage, Raadhuisstraat, Van den Endelaan, Van Meerbeekstraat, Venniperhof. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende kaart.

  • 2.

    De wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • 3.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van Hillegom;

  • 4.

    Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Hillegom en Vereniging Koopcentrum Hillegom gesloten Uitvoeringsovereenkomst voor de periode 2015 -2020.

  • 5.

    Het KCH: de vereniging Koopcentrum Hillegom.

 

Artikel 2 Aanwijzing vereniging

Het KCH wordt aangewezen als vereniging als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 3 Aard van de belasting

Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid, de veiligheid, de ruimtelijke kwaliteit, de economische ontwikkeling van de BI-zone.

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt gedurende een periode van 5 jaren jaarlijks geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen. Een concreet overzicht van de objecten ter zake waarvan de BIZ-bijdrage geheven zal worden, is opgenomen in de “Belastingobjecten voor de BIZ-bijdrage”.

  • 2.

    De belasting wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de BI-zone gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruiken.

  • 3.

    Voor de toepassing van het tweede lid wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

  • 4.

    Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Belastingobject

  • 1.

    Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, wordt aangemerkt als de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dient en die niet is genoemd in artikel 220d, eerste lid, van de Gemeentewet.

  • 2.

    Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning, indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van Hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar 2014.

  • 2.

    Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

  • 3.

    Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17,18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 7 Vrijstellingen

Naast de wettelijke vrijstellingen van artikel 220d, eerste lid, van de Gemeentewet worden de volgende objecten vrijgesteld:

  • a.

    Onroerende zaken voor zover die bestemd zijn voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn voor het op commerciële basis exploiteren van onderwijs.

  • b.

    Straatmeubilair waaronder begrepen alle gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;

  • c.

    plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht;

  • d.

    begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • e.

    Onroerende zaken voor zover die bestemd voor de publieke dienst van de zorg, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn voor het op commerciële basis exploiteren van zorg;

     

Artikel 8 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt 0,098479% van de heffingsmaatstaf.

  • 2.

    Voor belastingbedragen tot maximaal 10,00 euro vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 9 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat, in geval het totaalbedrag op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan 100,00 euro en minder dan 5000,00 euro en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage, zoals overeengekomen in de Uitvoeringsovereenkomst Gemeente Hillegom – Vereniging Koopcentrum Hillegom 2015 -2020.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 12 Algemeen

Indien en voor zover in deze verordening daarvan niet is afgeweken, is de AlgemeneSubsidieverordening van de gemeente Hillegom van toepassing.

Artikel 13 Subsidievaststelling en wijze van betalen

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan het KCH voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, verminderd met de daarmee samenhangende heffings- en perceptiekosten.

  • 3.

    In de uitvoeringsovereenkomst worden nadere regels gesteld over de wijze van verrekening van de meer- en minderopbrengsten van de geheven BIZ-bijdragen ten opzichte van de betaalde voorschotten.

  • 4.

    De subsidie wordt in beginsel betaald in de vorm van voorschotten, bestaande uit vier gelijke delen van de verwachte netto opbrengst. De termijnen worden betaald op 1 februari, 1 mei, 1 augustus en 1 november van elk jaar waarin de BIZ-bijdrage wordt geheven.

Artikel 14 Melding van relevante wijzigingen

  • 1.

    Het KCH stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

  • 2.

    Het KCH stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van verandering of beëindiging van activiteiten.

Artikel 15 Delegatie van de bevoegdheid tot intrekken of wijzigen subsidievaststelling

Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen van de subsidievaststelling bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding en intrekking

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking nadat van voldoende steun, als bedoeld in artikel 4 van de wet, is gebleken.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 3.

    De Verordening BI-zone Koopcentrum Hillegom 2012 van 17 november 2011 wordt met ingang van 1 januari 2015 ingetrokken.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening BI-zone Koopcentrum Hillegom 2015 ”.

 

 

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 11 december 2014.

drs. P.M. Hulspas-Jordaan

griffier

A. van Erk

voorzitter

Bijlage kaart  

Kaart BI-zone