Overheidsorganisatie | Gemeente Vlaardingen |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening havengeld vaste ligplaatsen 2015 |
Citeertitel | Verordening havengeld vaste ligplaatsen Vlaardingen 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening havengeld vaste ligplaatsen Vlaardingen 2014 per 01-01-2015.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2014 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 16-12-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 22-12-2014 | 938825 |
De gemeenteraad van Vlaardingen,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, R.nr. 70.1;
Gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en 229a van de Gemeentewet;
Besluit:
vast te stellen de hierna volgende
Verordening havengeld vaste ligplaatsen 2015
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
kade: de voor de openbare dienst bestemde oever van een binnen het grondgebied van de gemeente bestaand openbaar water, voorzover die van een kademuur, steenglooiing of een andere oeververdediging is voorzien;
vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen van al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmakende voorwerpen;
belastingjaar: een kalenderjaar;
vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onderdeel d van de Havenbeheersverordening Vlaardingen 2010;
havenmeester: de havenmeester van Vlaardingen of diens plaatsvervanger.
Onder de naam ligplaatsgeld wordt een recht geheven ter zake van het hebben van een vaste ligplaats aan een kade.
Het ligplaatsgeld wordt geheven van degene aan wie burgemeester en wethouders een vergunning hebben verleend voor het innemen van een vaste ligplaats aan een kade.
Het ligplaatsgeld wordt geheven naar de lengte van de ligplaats zoals deze in de vergunning is omschreven.
Het ligplaatsgeld wordt berekend aan de hand van de tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel met inachtneming van de in deze tabel gegeven aanwijzingen.
1. Voor de toepassing van de tarieven wordt een gedeelte van een meter kadelengte als een volle meter gerekend.
2. Telkens wanneer een vaste ligplaats in de lengte wordt overschreden, waaronder wordt verstaan, dat een vaartuig uitsteekt buiten de grenzen van de ligplaats langs een aan de vergunninghouder niet uitgegeven gedeelte van een kade, is de vergunninghouder verplicht van de overschrijding binnen zes uur nadat zij een aanvang heeft genomen aan de havenmeester kennis te geven. Ter zake van deze overschrijding moet telkens een bijbetaling op het ligplaatsgeld plaatsvinden, welke berekend naar de lengte van de overschrijding, per strekkende meter een tiende gedeelte van het ligplaatsgeld bedraagt, dat per jaar op grond van artikel 6 zou zijn verschuldigd.
Het havengeld wordt geheven bij wege van aanslag of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moet het havengeld worden betaald ingeval een schriftelijke kennisgeving wordt uitgereikt: op het moment van het uitreiken van de kennisgeving.
2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moet het havengeld worden betaald ingeval de aanslag of schriftelijke kennisgeving wordt toegezonden: binnen een maand na de dagtekening.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
4. De bijbetaling op het ligplaatsgeld, bedoeld in artikel 6, tweede lid, wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving en moet worden voldaan op het moment van uitreiken van deze kennisgeving.
Het belastingtijdvak is gelijk aan een kalenderjaar.
1. Het ligplaatsgeld is verschuldigd bij aanvang van het belastingjaar of, indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het ligplaatsgeld verschuldigd voor zoveel 365ᵉ gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde ligplaatsgeld als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle dagen overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel 365ᵉ gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde ligplaatsgeld als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle dagen overblijven.
1. Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd.
2. Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen als één aanslag aangemerkt.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Bij de invordering van het ligplaatsgeld wordt geen kwijtschelding verleend.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.
2. De 'Verordening havengeld vaste ligplaatsen Vlaardingen 2014’ van 28 november 2013 (R.nr. 62.10) wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening havengeld vaste ligplaatsen Vlaardingen 2015’.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Vlaardingen, gehouden op 16 december 2014.
De griffier, De voorzitter,
drs. E.W.K. Meurs A.B. Blase
R.nr.: 70.10
Het recht, waarin omzetbelasting is begrepen, bedraagt per kalenderjaar per strekkende meter van de lengte van de ligplaats:
Waterdiepte ligplaats gemeten bij gemiddeld laag water (N.A.P. – 0,60 m.) | Kademuur van voor 1977 | Kademuur van na 1976 | Steenglooiing of andere oeververdediging van voor 1977 | Steenglooiing of andere oeververdediging van na 1976 |
1 m. | € 11,20 (2014: € 10,99) | € 22,40 (2014: € 21,98) | € 6,74 (2014: € 6,62) | € 13,48 (2014: € 13,24) |
2 m. | € 24,31 (2014: € 23,86) | € 48,62 (2014: € 47,72) | € 8,95 (2014: € 8,79) | € 17,90 (2014: € 17,58) |
3 m. | € 63,34 (2014: € 62,17) | € 126,68 (2014: € 124,34) | € 22,75 (2014: € 22,33) | € 45,50 (2014: € 44,66) |
4 m. | € 90,56 (2014: € 88,89) | € 181,12 (2014: € 177,78) | € 33,77 (2014: € 33,15) | € 67,54 (2014: € 66,30) |
5 m. | € 107,89 (2014: € 105,90) | € 215,78 (2014: € 211,80) | € 39,41 (2014: € 38,68) | € 78,82 (2014: € 77,36) |
6 m. | € 119,17 (2014: € 116,98) | € 238,34 (2014: € 233,96) | € 46,67 (2014: € 45,81) | € 93,34 (2014: € 91,62) |
7 m. | € 137,01 (2014: € 134,49) | € 274,02 (2014: € 268,98) | € 53,95 (2014: € 52,96) | € 107,90 (2014: € 105,92) |
8 m. | € 158,62 (2014: € 155,70) | € 317,24 (2014: € 311,40) | € 63,20 (2014: € 62,04) | € 126,40 (2014: € 124,08) |
9 m. | € 180,41 (2014: € 177,09) | € 360,82 (2014: € 354,18) | € 76,49 (2014: € 75,08) | € 152,98 (2014: € 150,16) |
10 m. | € 221,96 (2014: € 217,87) | € 443,92 (2014: € 435,74) | € 86,81 (2014: € 85,21) | € 173,62 (2014: € 170,42) |
Mij bekend,
De griffier,