Organisatie | Ede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening adviesraad sociaal domein ten behoeve van cliëntenparticipatie Ede 2015 |
Citeertitel | Verordening adviesraad sociaal domein ten behoeve van cliëntenparticipatie Ede 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 17-02-2017 | nieuwe regeling | 11-12-2014 Gemeenteblad 2014, nr. 658 | 21706 |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;
gelet op artikel 47 van de Participatiewet artikel 2.1.3, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 2.10 van de Jeugdwet;
gezien het advies van Adviesraad sociaal domein i.o.;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening adviesraad sociaal domein ten behoeve van cliëntenparticipatie Ede 2015
Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden van de gemeente, het college, de adviesraad en de ambtelijk beleidsondersteuner
Artikel 7. Ondersteuning adviesraad
Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de adviesraad. Hiertoe:
Ten laste hiervan kunnen, ter beoordeling van het college, onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheids-bevordering, het inwinnen van advies, achterbanraad-pleging, organisatiekosten , secretariële ondersteuning en presentiegelden voor het bijwonen van vergaderingen overeenkomstig de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissie leden 2009).
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Ede, gehouden op 11 december 2014, zaaknr. 21706.
Ons bekend,
de griffier, w.g. HAGELSTEIN
de voorzitter, w.g. VAN DER KNAAP
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3, derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en artikel 2.10 van de Jeugdwet. Deze artikelen dragen de gemeenteraad op bij verordening regels te stellen over de wijze waarop bij de uitvoering van de betreffende wet betrokken personen (of hun vertegenwoordigers) worden betrokken bij ontwikkeling van gemeentelijk beleid. De raad heeft ervoor gekozen om deze betrokkenheid bij beleidsontwikkeling tot stand te brengen via een adviesraad.
In verband met de invoering van de Jeugdwet, Wmo 2015 en Participatiewet hecht de raad aan integrale advisering over beleid ten aanzien van het sociaal domein. Dit heeft geresulteerd in de vorming van een Adviesraad sociaal domein per 1 januari 2015.
Om een goede werking van de adviesraad te waarborgen worden de leden van de adviesraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De gemeente hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet, Wmo 2015 en Jeugdwet te maken krijgen.
Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.
Artikel 2. Adviesraad sociaal domein
Ieder lid van de adviesraad is bevoegd agendapunten aan te dragen. Dit moet uiterlijk 5 werkdagen voorafgaand aan de vergadering gebeuren. De agendapunten moeten worden gezonden aan de voorzitter.
Artikel 3. Samenstelling en werkwijze Adviesraad
Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.
Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een adviesraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties.
Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de adviesraad een afspiegeling is van alle doelgroepen vallende onder de Participatiewet, Wmo 2015 en Jeugdwet. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de adviesraad is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is.
Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstelling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardigheid (zie het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2007, nummer 169).
Artikel 4. Benoeming en ontslag
De leden van de adviesraad worden benoemd en ontslagen door het college.
Kandidaten voordragen voor lidmaatschap van de adviesraad. Het college zal een afgewezen voordracht moeten motiveren.
Artikel 5. Ambtelijk beleidsondersteuner
Het college voorziet in ondersteuning om de adviesraad zijn rol effectief te kunnen laten vervullen. Om hierin te kunnen voorzien wordt een ambtelijk beleidsondersteuner aan de adviesraad toegevoegd. Deze kan de communicatie tussen college en gemeenteraad enerzijds en de adviesraad anderzijds stroomlijnen.
Artikel 6. Taken van het gemeentebestuur
Het gemeentebestuur zal over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college via de ambtelijk beleidsondersteuner advies vragen aan de adviesraad op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Als de adviesaanvraag uiterlijk 4 weken voorafgaand aan de datum waarop het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen, wordt toegezonden aan de adviesraad, dan kan het advies van de adviesraad van wezenlijke invloed zijn op het door de gemeenteraad of het college te nemen besluit.
Artikel 7. Ondersteuning adviesraad
Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de adviesraad wordt gefaciliteerd. Niet alleen vergaderruimte is van belang, maar ook de toegang tot kantoormiddelen. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de adviesraad.
Artikel 8. Taken van de ambtelijk beleidsondersteuner
De ambtelijk beleidsondersteuner vormt de ambtelijke schakel tussen de gemeenteraad en het college en de adviesraad. Hij zal erop moeten toezien dat alle partijen informatie tijdig ontvangen of verstrekken, zodat alle partijen hun taak effectief kunnen vervullen. Doordat de ambtelijk beleidsondersteuner (mede) is belast met de agendering kan hij ervoor zorgen dat alle partijen naar evenredigheid aan bod komen.
Artikel 9. Taken en bevoegdheden van de adviesraad
De adviesraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies te geven over het te ontwikkelen beleid. De gevraagde ongevraagde adviezen hebben betrekking op het beleid van het sociaal domein. Het sociaal domein wordt daarbij gedefinieerd als het gehele beleidsdomein dat direct dan wel indirect is gerelateerd aan de uitvoering van de Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Participatiewet (artikel 1 lid 2).
Het advies wordt uiterlijk binnen een door het college te stellen termijn uitgebracht door toezending aan de betreffende beleidsafdeling.
Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat de adviesraad geen bevoegdheid heeft in individuele- en uitvoeringsvraagstukken.
Het budget wordt jaarlijks beschikbaar gesteld op basis van een vooraf goedgekeurde begroting.
Het budget is ter vrije besteding van de adviesraad. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging, organisatiekosten, secretariële ondersteuning en presentiegelden voor het bijwonen van vergaderingen (tweede lid).
De adviesraad moet jaarlijks voor 1 september een begroting ter goedkeuring indienen. Ook moet de adviesraad jaarlijks achteraf verantwoording afleggen over de besteding van de middelen, zoals vastgelegd in het derde lid.