Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2015 |
Citeertitel | Marktgeldverordening 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Marktgeld |
Deze regeling is vervangen door de Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2016
Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2016 | Intrekking | 14-12-2015 | Onbekend | |
01-01-2015 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 08-12-2014 Digitaal Gemeenteblad, 24 december 2014 | Onbekend |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats op een markt als bedoeld in de marktverordening gemeente Enschede en voor het genot van de diensten die in verband daarmee worden verleend.
Belastingplichtig voor het gebruik van een marktplaats en voor het genot van de diensten die in verband daarmee worden verleend is degene aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is het naar jaartarieven geheven marktgeld verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde rechten als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak door intrekking van de vergunning eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor het naar jaartarieven geheven marktgeld voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde marktgeld als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplichtige aantoont dat hij ten gevolge van overmacht gedurende een aaneengesloten periode van tenminste 4 opeenvolgende weken de ter beschikking gestelde plaats niet heeft kunnen innemen en hij gedurende die periode de standplaats niet door een ander heeft laten innemen, wordt op zijn schriftelijk met redenen omkleed verzoek aan de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar ontheffing verleend voor een kalendermaand over elke volle 4 opeenvolgende weken waarin van de vaste plaats geen gebruik kan worden gemaakt.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid, onder a, kunnen op verzoek van belastingplichtige de aanslagen in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee bedraagt en maximaal 10, indien de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.
Van het marktgeld wordt geen kwijtschelding als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 verleend.
Artikel 10 Nadere regels door het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Tarieventabel behorende bij de 'Verordening marktgeld 2015’.
Voor de toepassing van hoofdstuk 1 wordt de som van de oppervlakten van de voorwerpen in aanmerking genomen, ongeacht of een voorwerp zich in, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond bevindt. De som van de oppervlakten wordt bepaald op ten hoogste de oppervlakte van de standplaats
Behoort bij raadsbesluit van 8 december 2014