Besluit van gemeenteraad
Documentnummer 14113275
Vergaderdatum
Commissie RBZ
Raad
De raad van de gemeente Cromstrijen;
overwegende dat het noodzakelijk is voor 2015 een nieuwe
havengeldverordening vast te stellen;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 september
2014;
gelet op op de atikelen 219, eerste lid en 229 van de Gemeentewet;
besluit:
1.Vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van
havengelden 2015”.
ARTIKEL 1 Aard van de heffing
1.Onder de naam “havengeld” wordt een recht geheven voor het met vaartuigen
ligplaats nemen of voor anker gaan in een voor de openbare dienst bestemde
haven.
ARTIKEL 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van de bepalingen van deze verordening wordt verstaan
onder:
- a.
Haven: de Dorpshaven, zoals vermeld in artikel 1.1, lid a. van de
Havenverordening Cromstrijen;
- b.
Vaartuig: alle soorten van varende en drijvende voorwerpen, al of
niet gebezigd voor het vervoer te water van personen en goederen,
waaronder mede begrepen pleziervaartuigen, pontons, woonschepen,
baggermolens en –bakken, zandzuigers en –bakken en werk- en andere
vlotten;
- c.
Schipper: hij, die over een vaartuig voortdurend of tijdelijk het
bevel voert of –voor het geval noch de schipper, noch diens
vervanger aanwezig is- de eigenaar of gebruiker van het
vaartuig;
- d.
Havenmeester: degene die als zodanig door de burgemeester en
wethouders is aangewezen;
- e.
Dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, beginnende om 12.00
uur.;
- f.
Maand: een kalendermaand;
- g.
- h.
Kwartaal: een periode van 3 maanden;
- i.
Maatschappelijke functie: schepen die hoofdzakelijk (minimaal 75%
van de activiteiten) ten dienste staan van de jeugd van de gemeente
Cromstrijen;
- j.
Passant: schipper van het vaartuig die voor korte periode in de
haven verblijft en dit als zodanig kenbaar maakt aan de
havenmeester;
- k.
Zomerseizoen: periode van 1 april tot 1 oktober;
- l.
Winterseizoen: periode van 1 oktober tot 1 april.
ARTIKEL 3 Belastingplicht
Belastingplichtig voor het havengeld is de schipper van het vaartuig, dat
ligplaats neemt of voor anker gaat in de haven.
ARTIKEL 4 Maatstaf van de heffing
Maatstaf voor de berekening van het havengeld is:
- m.
De oppervlakte van het vaartuig of;
- n.
De lengte van het vaartuig.
ARTIKEL 5 Tarieven
De rechten worden geheven naar de tarieven, die opgenomen zijn in de bij
deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de daarin
gegeven aanwijzingen en bijzondere bepalingen in deze verordening. Schippers
kunnen ook gebruik maken van de elektriciteitsvoorzieningen. Het tarief
hiervoor is opgenomen in de bij deze verordening behorende
tarieventabel.
ARTIKEL 6 Tijdvak
- 1.
Indien de rechten worden geheven naar dagtarieven, is het
belastingtijdvak gelijk aan de dag.
- 2.
Indien de rechten worden geheven naar kwartaal, is het
belastingtijdvak gelijk aan een periode van 3 maanden.
- 3.
Het college van burgemeester en wethouders kan een vergunning of
ontheffing voor het innemen van een ligplaats afgeven voor een
zomer- en winterseizoen of winterseizoen, waarvoor de rechten worden
geheven naar kwartaal.
ARTIKEL 7 Tariefberekening en toepassing
Voor de toepassing van de tarieven en bij de berekening van het
verschuldigde bedrag:
- a.
wordt een gedeelte van een eenheid van oppervlakte, van lengte voor
een volle eenheid gerekend;
- b.
wordt de oppervlakte van een schip gesteld op het product van de
lengte over alles en de grootste breedte, zoals deze blijken uit de
bij het schip behorende meetbrief;
- c.
wordt de lengte van het schip gesteld op de lengte over alles, zoals
die blijkt uit de bij het schip behorende meetbrief;
- d.
worden de oppervlakte, de lengte ambtshalve bepaald als geen
meetbrief of connossement wordt overlegd of deze geen volledige
gegevens vermelden;
- e.
wordt een gedeelte van een dag of van een maand voor een gehele
gerekend.
- f.
Als blijkt dat er geen vol seizoen van de aangeboden ligplaats
gebruik is gemaakt zal, behoudens ter beoordeling van het college
van burgemeester en wethouders bijzondere gevallen, niet tot
teruggave van een gedeelte van het havengeld worden overgegaan.
ARTIKEL 8 Vrijstellingen
- 1.
Het havengeld wordt niet geheven voor:
- -
vaartuigen in dienst van rijk of provincie, mits daarop geen
personen of koopmansgoederen tegen betaling worden
vervoerd;
- -
hospitaalschepen of schepen die als zodanig dienst
doen.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders kan op (schriftelijke)
aanvraag voor schepen die voor de inwoners van Cromstrijen een
belangrijke maatschappelijke functie vertegenwoordigen
(gedeeltelijk) vrijstelling verlenen van de havengelden. Deze
aanvraag dient voor 1 mei voorafgaand aan het jaar waarvoor de
vrijstelling wordt aangevraagd te worden ingediend en dient
vergezeld te gaan van de jaarrekening en overige stukken waaruit de
activiteiten blijken.
ARTIKEL 9 Wijze van heffing
- 1.
De in artikel 5 bedoelde rechten worden geheven bij wege van
gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede begrepen
bon, nota of andere schriftuur.
- 2.
Ter zake van het recht, als bedoeld in artikel 5, kan aan de
belastingplichtige een of meerdere voorlopige schriftelijke
kennisgevingen worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de
aanslag over dat jaar vermoedelijk wordt vastgesteld.
ARTIKEL 10 Ontstaan en beëindiging van de belastingplicht
De rechten van de tarieventabel zijn verschuldigd bij aanvang van de
belastingplicht.
ARTIKEL 11 Termijn van betaling
- 1.
Indien de in artikel 9, eerste lid, bedoelde kennisgeving dan wel de
in artikel 9, tweede lid, bedoelde voorlopige kennisgeving wordt
uitgereikt, moeten de rechten op dat tijdstip worden voldaan.
- 2.
Indien de in artikel 9, eerste lid, bedoelde kennisgeving dan wel de
in artikel 9, tweede lid, bedoelde voorlopige kennisgeving wordt
toegezonden, moeten de rechten binnen zes weken na dagtekening
worden voldaan.
ARTIKEL 12 Kwijtschelding
Bij de invordering van havengelden wordt geen kwijtschelding verleend.
ARTIKEL 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en invordering van havengeld.
ARTIKEL 14 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De “Verordening havengelden 2014” van 5 november 2013 wordt
ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van
ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing
blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben
voorgedaan.
- 2.
De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die
van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
- 4.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening havengelden
2015”.