Organisatie | Hilversum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels behorende bij de verordening jeugdhulp gemeente Hilversum 2015 |
Citeertitel | Nadere regels behorende bij de verordening jeugdhulp gemeente Hilversum 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 04-01-2018 | Nieuwe regeling | 18-12-2014 www.officielebekendmakingen.nl/gemeenteblad | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum,
Overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen ten aanzien van de uitvoering van de
Gelet op artikel 156 Gemeentewet en de artikelen 2, 4, 6 en 7 van de Verordening jeugdhulp gemeente Hilversum 2015;
Besluit vast te stellen de volgende nadere regels met betrekking tot de verordening Jeugdhulp gemeente Hilversum 2015:
Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, Verordening Jeugdhulp 2015, de Verordening sociaal domein 2015 en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Sociale netwerk: Tot het sociale netwerk worden personen gerekend uit de huiselijke kring en andere personen met wie iemand een sociale relatie onderhoudt, zoals familieleden die niet in hetzelfde huis wonen, buren, vrienden, kennissen.
Gebruikelijke hulp: De normale, dagelijkse zorg die ouders geacht worden aan hun kinderen te bieden.
Artikel 2. Vormen van jeugdhulp
7. Wanneer het college na het onderzoek geen individuele voorziening toekent, legt het college dit vast in een beschikking wanneer cliënt daarom verzoekt.
Hoofdstuk 4: Betrekken ingezetenen
Artikel 7. Participatie van jeugd en ouders
Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente bij het beleid betreffende jeugdhulp. Het gaat daarbij om regionale participatie van zowel jeugd als ouders, ingebed binnen een bestaande, periodieke participatie-structuur, voorzien van ambtelijke ondersteuning en/of door de gemeente ingekochte ondersteuning.
Deze nadere regels treden gelijktijdig in werking met de inwerkintreding van de Verordening Jeugdhulp gemeente Hilversum 2015.
Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: “Nadere regels behorende bij de Verordening Jeugdhulp gemeente Hilversum 2015”.
NADERE REGELS VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE HILVERSUM 2015
Voor ouders, opvoeders en 0-18 jarigen kunnen zich voor deze jeugdhulp rechtstreeks tot de jeugdhulpaanbieder wenden.
1.1 Informatie en advies over opvoeden/opgroeien
-Gemeentelijke Gezondheidsdienst – GGD Gooi en Vechstreek, Jeugdgezondheidszorg (JGZ) en consultatiebureau
De jeugdige en zijn ouders kunnen zich voor deze jeugdhulp niet rechtstreeks tot de jeugdhulpaanbieder wenden. Dit kan slechts met een beschikking van de gemeente of na doorverwijzing door de huisarts, jeugdarts of medisch specialist. Of via de gecertificeerde instelling, de kinderrechter (via een kinderbeschermingsmaatregel of een maatregel tot jeugdreclassering), het openbaar ministerie en de directeur of de selectiefunctionaris van de justitiële jeugdinrichting. Of via het regionale advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK / Veilig Thuis).
Zorg waarbij de cliënt zich voor behandeling verplaatst naar de zorgverstrekker, zonder opname met overnachting, of waarin de zorgverstrekker de cliënt bezoekt in diens eigen omgeving, waaronder:
Crisisdienst 24/7Crisisinterventie
Versa Welzijn, Leger des Heils (OC Trompendaal), Youké, William Schrikkergroep en Jeugd- en Gezinsbeschermers worden gesubsidieerd door de gemeente. Op de website van de regio Gooi en Vechtstreek (www.regiogenv.nl) staat de lijst van gecontracteerde jeugdzorgaanbieders in het kader van Begeleiding, Behandeling en Verblijf Licht Verstandelijk Beperkten (LVB), Geestelijke Gezondheidszorg, JeugdzorgPlus, Dyslexie. Daarnaast zijn er in het Landelijk Transitiearrangement (opgesteld door de VNG) raamovereenkomsten afgesloten met aanbieders die (zeer) specialistische zorg bieden met een landelijke dekking.
TOELICHTING OP DE NADERE REGELS BEHORENDE BIJ DE VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE HILVERSUM 2015
De nadere regels zijn algemeen verbindende voorschriften ter uitwerking van onderdelen van de verordening Jeugdhulp. Zaken die in de verordening Jeugdhulp op hoofdlijnen zijn benoemd, worden uitgewerkt in de nadere regels.
De juridische status van nadere regels is verankerd in artikel 156 van de Gemeentewet. De nadere regels worden vastgesteld door het college. Het gaat om een gedelegeerde bevoegdheid van de gemeenteraad.
Op grond van de Jeugdwet is het gemeentelijke beleid inzake preventie, jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering en de uitvoering van jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering gericht op:
Onder gebruikelijke hulp door ouders wordt verstaan de noodzakelijke zorg op het gebied van persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding die, gelet op de omstandigheden van het betrokken kind, uitgaat boven de zorg die een kind van dezelfde leeftijd zonder beperkingen redelijkerwijs nodig heeft. Bij die beoordeling dienen de leeftijd van het kind, de aard van de zorghandelingen, de frequentie van die handelingen en de omvang van de daarmee gemoeide tijd te worden betrokken.
Bij gebruikelijke zorg wordt onderscheid gemaakt tussen kortdurende zorgsituaties en langdurende/ chronische zorgsituaties. In kortdurende zorgsituaties, met uitzicht op dusdanig herstel en de daarmee samenhangende zelfredzaamheid, wordt van ouders verwacht dat zij gedurende deze periode de benodigde zorg en begeleiding bieden. Bij een kortdurende zorgsituatie gaat het over het algemeen over een periode van maximaal drie maanden.
Aangesloten wordt bij de Beleidsregels zoals die zijn opgesteld voor de gebruikelijke hulp in het kader van de AWBZ in 2014 en de jurisprudentie op die hier betrekking op heeft. Hierin staat ook aangegeven wat gebruikelijk is voor kinderen in verschillende leeftijdscategorieën.
Ten aanzien van de vormen van jeugdhulp geldt dat er een beeld moet zijn van welke hulp er beschikbaar c.q. ingekocht is of gesubsidieerd wordt.
Gezinnen die gebruik maken van overige voorzieningen zijn gezinnen zonder of met lichte ondersteuning. Het gaat om vrij toegankelijke ondersteuning. Er is sprake van lichte, preventieve vormen van zorg in de vorm van activiteiten, informatie en advies.
Waar het individuele voorzieningen betreft, gaat het om vormen van zorg waarvoor een beschikking nodig is om er gebruik van te kunnen maken. Het betreft kwetsbare gezinnen of kinderen die intensieve ondersteuning nodig hebben. Er wordt maatwerk geleverd op het gebied van ambulante hulpverlening, dagbehandeling, pleegzorg, residentiële zorg en crisishulp.
De contractspartijen bieden verschillende vormen en methodieken van jeugdhulp.
In de bijlage is een overzicht van de vormen van jeugdhulp en de aanbieders opgenomen. Digitaal wordt op de website van de Regio Gooi en Vechtstreek nadere, actuele informatie geboden over de vormen (en methodieken) van jeugdhulp die de contractspartijen aanbieden.
De Jeugdwet (§ 8.1), de verordening Jeugdhulp en de nadere regels daarbij geven samen een beeld over de toekenning van, de hoogte en de inzet van een PGB, inclusief de kwaliteitseisen. In de jeugdwet staan o.a. bepalingen over de voorwaarden waaronder een PGB verstrekt wordt, de informatieplicht van cliënten en bepalingen over intrekking of herziening van een beslissing om een PGB te verstrekken.
In de Jeugdwet staat als één van de voorwaarden waaronder een PGB wordt verstrekt dat de jeugdige of zijn ouders zich gemotiveerd op het standpunt stellen dat zij de individuele voorziening die wordt geleverd door een aanbieder, niet passend achten. Er zijn enkele concrete voorbeelden van argumenten te noemen:
Het is denkbaar dat andere argumenten aangevoerd worden.
Er wordt geen PGB toegekend wanneer niet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 8.1.1 van de Jeugdwet wordt voldaan of wanneer:
Sprake is van zwaardere ondersteuningsvormen, zoals maatschappelijke opvang, beschermd wonen, (dag)behandeling en ambulante specialistische jeugdhulp waarbij cliënt onvoldoende regiemogelijkheden heeft en / of de beoogde ondersteuning onvoldoende aansluit op de benodigde kwaliteit en de te behalen resultaten.
Crisishulp/ crisisopvang/ spoedeisende zorg. Wanneer in geval van crisis direct hulp moet worden ingezet is er geen tijd om een plan op te stellen, de hoogte van het PGB te bepalen en een zorgovereenkomst te sluiten met een hulpverlener/organisatie. Bovendien moet deze hulp voldoen aan kwaliteitseisen. Voor crisishulp is het om deze redenen niet mogelijk een PGB te ontvangen.
Pleegzorg. De opvang van een kind door een pleegouder, is uitgesloten van het PGB. Voor deze zorg kannamelijk een pleegzorgvergoeding worden ontvangen. Via de organisatie pleegzorg is kwaliteiten begeleiding van het pleeggezin geborgd. Voor de zorg die een kind extra nodig heeft kan een(pleegzorg)ouder eventueel wel een PGB ontvangen.
- Er sprake is van zwaarwegende bezwaren van overwegende aard. Van een dergelijk bezwaar zou sprake kunnen zijn wanneer hulp nodig is vanwege opvoedproblemen van de ouders. Het zou dan bezwaarlijk kunnen zijn dat de ouders deze hulp zelf inkopen.
Hoofdstuk 4: Betrekken ingezetenen
De Jeugdwet art. 2.9 verwijst naar de bepalingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (art. 9, 11 en 12), die gemeenten verplichten het cliënt/burgerperspectief te betrekken bij de beleidsvoorbereiding en monitoring van de uitkomsten van jeugdbeleid:
Burgers moeten betrokken worden bij de beleidsvoorbereiding en in de gelegenheid worden gesteld zelfstandig voorstellen te doen voor beleid. Om dit te kunnen doen, moeten zij door de gemeente geïnformeerd worden hoe zij dit kunnen doen. Er zijn ook burgers die hun belangen niet goed kenbaar kunnen maken. Gemeenten moeten laten zien hoe zij ook hun behoeften hebben achterhaald:
Voor het betrekken van ingezetenen bij jeugdbeleid wordt aangesloten bij het juridische kader (artikel 150 Gemeentewet), de wijze waarop het betrekken van ingezetenen is vastgelegd in de lokale inspraak- en participatieverordening en hoe dit regionaal georganiseerd wordt (Samenkracht!-bijeenkomsten, Wmo-raden etc.).
De inspraak- en participatieverordening van de gemeente Hilversum en de toelichting daarop beschrijven de wijze waarop ingezetenen van de gemeente Hilversum en belanghebbenden worden betrokken bij beleidsvorming van de gemeente.
De regionale Wmo-monitor, waarvoor cliënten bevraagd worden op hun ervaringen met de dienstverlening van gemeente en aanbieders van voorzieningen die zij ontvangen in het kader van de Wmo, wordt uitgebreid naar een monitor Sociaal Domein. Ook jeugd maakt hier onderdeel van uit.
Met ingang van 2015 komen de nieuwe doelgroepen met betrekking tot jeugdhulp in beeld en in overleg zal bekeken worden hoe zij, ook in de toekomst, het best betrokken kunnen worden bij het brede sociaal domein en het daaronder vallende jeugdbeleid. Het onderwerp jeugd wordt betrokken bij het regionale onderzoek dat plaats gaat vinden in de projectgroep Vernieuwend Welzijn.
Bijlage: Overzicht van de vormen van jeugdhulp en de partijen waar (subsidie)contracten gesloten zijn met betrekking tot jeugdhulp en –zorg.