Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening afvalstoffenheffing 2015 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | Wijziging tarieventabel | 15-12-2015 Gemeenteblad 2015, 123051 | Onbekend | |
01-01-2015 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 15-12-2014 Gemeenteblad 19 december 2014 nr. 77349 | Onbekend |
De gemeenteraad van gemeente Leudal
Gezien het voorstel van het college d.d. 18 november 2014 nummer BW2014/602
Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Besluit vast te stellen de volgende verordening
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2015 met bijbehorende Tarieventabel 2015,
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder
Verzamelcontainer: een door of namens het college van burgemeester en wethouders ter beschikking gestelde voorziening bij o.a. hoogbouw, appartementen en seniorenhofjes ten behoeve van de opslag van afvalstoffen niet zijnde gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1 eerste lid van de Wet milieubeheer, met een inhoud vanaf 300 liter.
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het aantal minicontainers, onderverdeeld naar de verschillende volumina zoals in detarieventabel is aangegeven en naar rest- en gft-afval, zomede de afzonderlijke frequentie voor beide fracties, dat periodiek ter lediging wordt aangeboden door een gebruiker van een perceel als bedoeld in artikel 4, wordt aangemerkt als maatstaf van de heffing van de in artikel 3 genoemde belasting.
Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door een technische storing de minicontainerherkenningsapparatuur of de minicontainerregistratieapparatuur op het inzamelvoertuig of de middelen waarmee de gegevens van de geledigde minicontainers worden opgeslagen niet naar behoren functioneren, wordt overgeschakeld op handmatige registratie van aangeboden en geledigde minicontainers aan de hand van de op de minicontainers aangebrachte visuele herkenningsmiddelen.
Indien de belastingplichtige om medische redenen genoodzaakt is om de in hoofdstuk 1, lid 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel vermelde aanbiedfrequentie van de restcontainer te overschrijden, wordt de in hoofdstuk 1, lid 4 vermelde belasting voor de restcontainer niet in rekening gebracht. Voor het aantonen van deze medische redenen is belastingplichtige verplicht om een daartoe van gemeentewege te verstrekken aanvraagformulier in te vullen en in te dienen.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt worden de in hoofdstuk 1 lid 1 van de tarieventabel vermelde aantallen dat een minicontainer per afvalsoort binnen het basisbelastingbedrag wordt geledigd bepaald op zoveel twaalfde gedeelten van het jaar als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt worden de in hoofdstuk 1 lid 1 van de tarieventabel vermelde aantallen malen dat een minicontainer per afvalsoort binnen het basisbelastingbedrag wordt geledigd bepaald op zoveel twaalfde gedeelten van het jaar als er in dat jaar, voor het einde van de belastingplicht, volle kalendermaanden zijn verstreken.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid, onder b, geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
Er wordt geen kwijtschelding verleend voor aanslagen die worden opgelegd op basis van hoofdstuk 1, lid 4 van de Tarieventabel (ledigingen boven de 14 maal voor restafval).
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal van 15 december 2014.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL
De griffier,De burgemeester,
drs. W.A.L.M. CornelissenA.H.M. Verhoeven MPM
Hoofdstuk 1 Maatstaf en tarief afvalstoffenheffing
Het basisbelastingbedrag per perceel per belastingjaar bedraagt € 98,04. Dit basisbelastingbedrag per perceel per belastingjaar geldt bij een 140-liter minicontainer met een 40-liter binnenbak c.q. de emmer met een inhoud van 25 liter voor het gft-afval en een 140-liter minicontainer met een 60-liter binnenbak voor het restafval waarbij het gft-afval 26 maal en het restafval 14 maal in het belastingjaar wordt ingezameld. Het basisbelastingbedrag geldt tevens indien bij een perceel geen containers zijn geplaatst.
Onverminderd het bepaalde in de leden 1 en 3 bedraagt de belasting per extra lediging, indien het aantal ledigingen voor restafval uitstijgt boven 14 maal per belastingjaar, dan wel het aantal maal dat conform artikel 8, vijfde en zesde lid van de verordening voor zover het restafval betreft is bepaald:
Hoofdstuk 2 Overige tarieven afvalstoffenheffing