Organisatie | Berg en Dal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning en nadere regels Jeugdhulp gemeente Groesbeek 2015 |
Citeertitel | Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning en nadere regels Jeugdhulp gemeente Groesbeek 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | nadere regels maatschappelijke en jeugdhulpvoorzieningen |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | nieuwe regeling | 25-11-2014 www.officielebekendmakingen.nl, Gemeenteblad nr. 77959 d.d. 19 december 2014 | Onbekend |
Paragraaf 1.1 Begripsbepalingen 3
Paragraaf 1.2 Bijdrage in de kosten 3
HOOFDSTUK 2 COMPENSATIE OP BASIS VAN LEEFGEBIED EN MAATWERKVOORZIENING 6
Paragraaf 2.1. Activiteiten dagelijks leven 6
Paragraaf 2.3. Verplaatsen en vervoer 9
Paragraaf 2.4. Maatschappelijke participatie 10
Paragraaf 4.1. Algemene regels over het persoonsgebonden budget 14
Paragraaf 1.1 Begripsbepalingen
De begripsbepalingen genoemd in artikel 1.1.1 en 1.1.2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 1 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Groesbeek 2015, artikel 1.1 van de Jeugdwet en artikel 1 van de Verordening jeugdhulp gemeente Groesbeek 2015 zijn ook op dit besluit van toepassing.
Daarnaast wordt in dit besluit verstaan onder:
Centrumgemeente: Om de maatschappelijke opvang binnen het kader van de WMO in goede banen te leiden, zijn 43 centrumgemeenten verantwoordelijk voor het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meer problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. De centrumgemeenten werken hiertoe samen met opvanginstellingen, zorgkantoren en woningcorporaties. De centrumgemeenten ontvangen hiervoor specifieke uitkeringen van het Rijk.
Paragraaf 1.2 Bijdrage in de kosten
Artikel 4 Duur van de oplegging van de bijdrage in de kosten
Bij de verstrekking van een eenmalig persoonsgebonden budget voor de aanschaf van een hulpmiddel in plaats van een hulpmiddel in bruikleen: Het aantal zorgperiodes, overeenkomstig de gemiddelde levensduur van het hulpmiddel waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt (zie bijlage 2: gemiddelde levensduur hulpmiddelen Bvmo gemeente Groesbeek 2015 ).
HOOFDSTUK 2 COMPENSATIE OP BASIS VAN LEEFGEBIED EN MAATWERKVOORZIENING
Artikel 6.1 Soorten Woonvoorzieningen
Het bedrag voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een woonvoorziening zoals genoemd in het eerste lid onder a, die in natura of als eenmalig persoonsgebonden budget wordt verstrekt, wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in een aan het college overlegde offerte die voldoet aan het programma van eisen.
Het toe te kennen eenmalig persoonsgebonden budget voor een woonvoorziening, zoals genoemd in het eerste lid onder b, is gelijk aan de huurprijs per maand van de voorziening zoals die bij een verstrekking in natura in bruikleen door het college aan de contractleverancier betaald zou worden, vermenigvuldigd met de gemiddelde levensduur (zie bijlage 2: gemiddelde levensduur hulpmiddelen Bvmo gemeente Groesbeek 2015 ). In dit bedrag zijnde kosten van instandhouding, zoals onderhoud, reparatie en indien van toepassing, verzekering reeds opgenomen. Reparatiekosten die niet onder het onderhoudscontract vallen, worden, na goedkeuring van de offerte, vergoed op basis van de werkelijk gemaakte kosten.
Artikel 6.2 Reikwijdte bouwkundige aanpassingen
Het college rekent de volgende uitgaven tot kosten van een woonvoorziening:
Artikel 6.3 Verhuis- en inrichtingskosten
Burgemeester en wethouders kunnen een tegemoetkoming verlenen in de kosten van verhuizing en inrichting aan een persoon die op verzoek van de gemeente een aangepaste woning vrijmaakt ten behoeve van een belanghebbende die vanwege zijn beperking aanspraak kan maken op een aangepaste woning. In deze situatie geldt het volgende:
Een bedrag voor huurderving wordt verstrekt indien een leegstaande woning is aangepast of voor een inwoner met beperkingen adequaat te maken is voor een bedrag van meer dan € 6.800. De tegemoetkoming is gemaximeerd op zes maanden op basis van de netto (kale) huurprijs. In bijzondere gevallen kan het college deze periode verlengen met maximaal zes maanden. De extra tegemoetkoming is dan gelijk aan de kosten van de kale huur over deze periode.
Artikel 6.6 Tijdelijke huisvesting
De eenmalige tegemoetkoming meerkosten ten behoeve van tijdelijke huisvesting wordt uitsluitend verleend voor de periode, waarin de aan te passen woonruimte ten gevolge van het realiseren van de woningaanpassing niet bewoond kan worden en belanghebbende als
gevolg daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan die redelijkerwijs niet voorkomen kunnen worden.
Artikel 6.7 Bezoekbaar maken van de woning
Een eenmalige tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken van een woning, bedraagt € 2.000, -. Alleen woningaanpassingen zoals de woonkamer, drempels en het toilet (noodzakelijk voor bezoek) komen hiervoor in aanmerking.
Artikel 6.8 Terugbetaling bij verkoop
De hoogte van het terug te betalen bedrag als bedoeld in artikel 16 van de Verordening maatschappelijke voorzieningen gemeente Groesbeek 2015 bedraagt voor het eerste jaar 100% van de totale aanpassingskosten met een lineaire daling van 10% per jaar tot 10% in het tiende jaar.
Paragraaf 2.3. Verplaatsen en vervoer
Artikel 7 Rolstoelvoorzieningen
Het toe te kennen eenmalig persoonsgebonden budget voor een rolstoelvoorziening is gelijk aan de huurprijs per maand van de voorziening zoals die bij een verstrekking in natura in bruikleen door het college aan de contractleverancier betaald zou worden, vermenigvuldigd met de gemiddelde levensduur (zie bijlage 2: gemiddelde levensduur hulpmiddelen Bvmo gemeente Groesbeek 2015 ). In dit bedrag zijnde kosten van instandhouding, zoals onderhoud, reparatie en indien van toepassing, verzekering reeds opgenomen. Reparatiekosten die niet onder het onderhoudscontract vallen, worden, na goedkeuring van de offerte, vergoed op basis van de werkelijk gemaakte kosten.
Artikel 8.1 Hoogte persoonsgebonden budget rijdend hulpmiddel
Het toe te kennen eenmalig persoonsgebonden budget voor de aanschaf van een rijdend hulpmiddel is gelijk aan de huurprijs per maand van de voorziening zoals die bij een verstrekking in natura in bruikleen door het college aan de contractleverancier betaald zou worden, vermenigvuldigd met de gemiddelde levensduur (zie bijlage 2: gemiddelde levensduur hulpmiddelen Bvmo gemeente Groesbeek 2015 ). In dit bedrag zijnde kosten van instandhouding, zoals onderhoud, reparatie en indien van toepassing, verzekering reeds opgenomen. Reparatiekosten die niet onder het onderhoudscontract vallen, worden, na goedkeuring van de offerte, vergoed op basis van de werkelijk gemaakte kosten.
Artikel 8.2 Hoogte persoonsgebonden budget trainingen gesloten buitenwagen en scootmobiel
Het toe te kennen eenmalig persoonsgebonden budget voor een training om deel te nemen aan het verkeer met een gesloten buitenwagen of scootmobiel is gelijk aan de werkelijke kosten met een maximum van 5 lessen.
Artikel 8.3 Hoogte persoonsgebonden budget voor gebruik van een (eigen)auto of een (rolstoel) taxi
Het toe te kennen eenmalig persoonsgebonden budget dat wordt verstrekt voor gebruik van auto, taxi of rolstoeltaxi door kinderen bedraagt:
Indien de behoeften van echtgenoten niet samenvallen, wordt niet meer dan anderhalf maal een enkele vergoeding toegekend. Indien in dit geval één van de partners een indicatie heeft voor rolstoeltaxivergoeding wordt de vervoersvergoeding vastgesteld op 1 x bedrag rolstoeltaxi en 1 x 50% van het bedrag van het van toepassing zijnde bedrag.
Artikel 8.6 Vermindering persoonsgebonden budget bij personen met een (eigen) vervoermiddel
Het toe te kennen eenmalig persoonsgebonden budget dat wordt verstrekt voor gebruik van eigen auto, taxi of rolstoeltaxi wordt verminderd met 40% indien belanghebbende gebruik kan maken van een al of niet gesubsidieerd vervoersmiddel waarmee belanghebbende (deels) zelfstandig in de vervoersbehoefte kan voorzien.
Paragraaf 2.4. Maatschappelijke participatie
Een eenmalige tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen ten behoeve van een sportvoorziening kan worden verstrekt, indien er sprake is van actieve sportbeoefening en er vanwege de beperking extra kosten worden gemaakt voor de aanschaf van zaken die nodig zijn bij deze sportbeoefening.
De tarieven voor begeleiding in natura worden bepaald door de door de gemeente bedongen (uur)tarieven middels een aanbesteding.
Artikel 13 Verstrekking in de vorm van een Persoonsgebonden budget
De persoon aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt kan de jeugdhulp betrekken van een persoon die behoord tot het sociale netwerk onder de volgende voorwaarden:
• het type hulp dat wordt geleverd;
• is er sprake van een tijdelijke hulpvraag of van hulp over een lange periode;
• de mate van verplichting (kan degene die de hulp levert een keer overslaan als hij/zij ziek is of op vakantie wil, of is dit niet mogelijk?).
De volgende deelproducten van individuele voorzieningen, zoals bedoeld in artikel 2 van de Verordening jeugdhulp gemeente Groesbeek 2015 zijn beschikbaar:
Teneinde hun eigen kracht en regie te versterken stelt het college stelt tijdens het vooronderzoek de jeugdige en zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de wet op te stellen. Als de jeugdige en zijn ouders daarom verzoeken, draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.
Paragraaf 4.1. Algemene regels over het persoonsgebonden budget
Artikel 16.2 Budgetperiode en tussentijdse verstrekking
Het eenmalig persoonsgebonden budget wordt geacht in ieder geval toereikend te zijn voor een periode overeenkomend met de gemiddelde levensduur (zie bijlage 2: gemiddelde levensduur hulpmiddelen Bvmo gemeente Groesbeek 2015) die, voor zover van toepassing, geldt voor de met het persoonsgebonden budget te verwerven voorziening.
Indien de met het eenmalig persoonsgebonden budget aangeschafte voorziening na het verstrijken van de budgetperiode nog adequaat, kwalitatief verantwoord en compenserend is, dan wordt geen nieuw persoonsgebonden budget verstrekt. Een persoonsgebonden budget voor instandhoudingskosten kan dan wel worden verstrekt. Onder instandhoudingskosten wordt verstaan: de noodzakelijke kosten om de voorziening in stand te houden, in het bijzonder de kosten van onderhoud en reparatie en, voor zover van toepassing, de verzekeringskosten
Artikel 16.3 Betaling van het eenmalig persoonsgebonden budget
De uitbetaling van een eenmalig persoonsgebonden budget vindt in beginsel in één keer plaats. Een uitzondering geldt voor een eenmalig persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing van meer dan € 10.000,- . Dit persoonsgebonden budget kan in termijnen worden verstrekt. Het schema van de periodieke betalingen wordt in overleg met de belanghebbende opgesteld.
Artikel 16.4 Algemene verplichtingen
Bij de verlening van een persoonsgebonden budget worden de budgethouder de volgende verplichtingen opgelegd:
De budgethouder bewaart de rekening(en) en betalingsbewijzen van de met het persoonsgebonden budget verworven geïndiceerde voorziening gedurende vijf jaar of, indien de normale afschrijvingsduur langer is dan deze termijn, in overeenstemming met deze langere termijn, en stelt deze, desgevraagd, ter beschikking van het college.
Artikel 16.5 Bijzondere verplichtingen bij het persoonsgebonden budget voor dienstverlening
Ten behoeve van de verlening van het persoonsgebonden budget op basis van het trekkingsrecht, levert de budgethouder alle noodzakelijke gegevens daarvoor aan bij de Sociale Verzekeringsbank.