Raadsvergadering : 2 december 2014
Agendanummer : 11.
De raad van de gemeente Berkelland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 oktober 2014;
gelet op de behandeling van de begroting op 4 en 6 november 2014;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN
AFVALSTOFFENHEFFING 2015
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik
maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
- 2.
Onder de naam “Basispakket 280” wordt verstaan de per perceel
beschikbaar gestelde combinatie van 1 grijze minicontainer met een
inhoud van 140 liter en 1 groene minicontainer met een inhoud van 140
liter.
- 3.
Onder de naam “Basispakket 380 A” wordt verstaan de per perceel
beschikbaar gestelde combinatie van 1 grijze minicontainer met een
inhoud van 240 liter en 1 groene minicontainer met een inhoud van 140
liter.
- 4.
Onder de naam “Basispakket 380 B” wordt verstaan de per perceel
beschikbaar gestelde combinatie van 1 groene minicontainer met een
inhoud van 240 liter en 1 grijze minicontainer met een inhoud van 140
liter.
- 5.
Onder de naam “Basispakket 480” wordt verstaan de per perceel
beschikbaar gestelde combinatie van 1 grijze minicontainer met een
inhoud van 240 liter en 1 groene minicontainer met een inhoud van 240
liter.
- 6.
Onder de naam “Basispakket 520 A” wordt verstaan de per perceel
beschikbaar gestelde combinatie van 1 grijze minicontainer met een
inhoud van 240 liter, 1 groene minicontainer met een inhoud van 140
liter en 1 grijze minicontainer met een inhoud van 140 liter.
- 7.
Onder de naam “Basispakket 140 BU” wordt verstaan de per perceel, buiten
de bebouwde kom gelegen, beschikbaar gestelde grijze minicontainer met
een inhoud van 140 liter.
- 8.
Onder de naam “Basispakket 240 BU” wordt verstaan de per perceel, buiten
de bebouwde kom gelegen, beschikbaar gestelde grijze minicontainer met
een inhoud van 240 liter.
- 9.
Onder de naam “Basispakket 380 BU” wordt verstaan de per perceel, buiten
de bebouwde kom gelegen, beschikbaar gestelde grijze minicontainer met
een inhoud van 240 liter en 1 grijze minicontainer met een inhoud van
140 liter.
- 10.
Onder de naam “verzamelcontainers” wordt verstaan de bij hoogbouw en/of
bovenwoningen beschikbaar gestelde ondergrondse of bovengrondse
verzamelcontainers of losse 240 liter en/of 140 liter containers voor
gezamenlijk gebruik.
- 11.
tarieventabel: tarieventabel 2015.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
- 1
Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven
als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
- 2
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij
behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter
zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens
de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot
het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de
omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt
recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan
ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een
verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de
bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
- 1.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven
bij wege van aanslag.
- 2.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven
door middel van een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het
gevorderde bedrag wordt door toezending van een gedagtekende
schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend
gemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belasting schuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo
dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is
de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat
jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt,
bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de
voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde
van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij
het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
- 4.
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de
belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander
perceel gebruik maakt.
- 5.
Het tweede en derde lid zijn eveneens niet van toepassing op de
belasting bedoeld in Hoofdstuk 2 van de in artikel 4 genoemde
tarieventabel.
- 6.
Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.
Artikel 8 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de
eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in
de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee
maanden later.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het
totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het
aanslagbiljet één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 45,--
doch minder dan € 2.500,-- en zolang de verschuldigde bedragen door
middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de
aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste
termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk
van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de vorige leden
gestelde termijnen.
- 4.
De gedagtekende nota’s moeten worden betaald op het moment van het
uitreiken van de nota, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen
14 dagen na de dagtekening van de nota.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 10 Overgangsrecht
De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2014’ van 3 december 2013 wordt
ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van
ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op
de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 11 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die
van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing
2015”.