Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Ronde Venen

Gehandicaptenparkeerplaatsenbeleid gemeente De Ronde Venen 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Ronde Venen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGehandicaptenparkeerplaatsenbeleid gemeente De Ronde Venen 2009
CiteertitelGehandicaptenparkeerplaatsenbeleid gemeente De Ronde Venen 2009
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is bij besluit van 4 januari 2011 van het college van De Ronde Venen geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wegenverkeerswet 1994, art. 15, lid 1
  2. Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer, art. 12
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-04-2009Nieuwe regeling

03-03-2009

De Nieuwe Meerbode 22-04-2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Gehandicaptenparkeerplaatsenbeleid gemeente De Ronde Venen 2009

 

1. Inleiding

Ieder jaar vragen diverse inwoners van onze gemeente een gehandicaptenparkeerplaats aan. Door de toenemende automobiliteit worden parkeervoorzieningen in de openbare ruimte steeds schaarser. De beoordeling van een aanvraag tot aanwijzing van een gehandicaptenparkeerplaats moet daarom zorgvuldig plaatsvinden.

Tot op heden is er zowel op rijksniveau, als op gemeentelijk niveau geen beleid geformuleerd over de aanwijzing van gehandicaptenparkeerplaatsen. Gemeenten zijn autonoom voor wat betreft de procedures die zij volgen met betrekking tot het aanwijzen van gehandicaptenparkeerplaatsen.

Voor inwoners is het vaak onduidelijk welke stappen zij moeten volgen en welke beoordelingscriteria de gemeente hanteert bij het aan- of afwijzen van gehandicaptenparkeerplaatsen. Om de inwoners hierover duidelijkheid te verschaffen verdient het dan ook aanbeveling om hiervoor beleid vast te stellen.

Voor het honoreren of afwijzen van een verzoek om een gehandicaptenparkeerplaats wordt een besluit genomen. Voor het aanwijzen van de gehandicaptenparkeerplaats wordt bovendien een verkeersbesluit genomen. Belanghebbenden kunnen tegen zo’n besluit bezwaar maken. Bezwaren worden behandeld door de commissie bezwaarschriften, die de gemeente adviseert over de bezwaren. In de adviezen van de commissie bezwaarschriften wordt telkens het gebrek aan beleidsregels vermeld. Doordat beleidsregels ontbreken is het lastig om te komen tot een bestendige besluitvorming. Door het vaststellen van beleid wordt het nemen van een goed gemotiveerd besluit, met een goede belangenafweging, een stuk eenvoudiger.

In deze beleidsnotitie wordt ingegaan op de wijze waarop moet worden omgegaan met gehandicaptenparkeerplaatsen en aanvragen hiertoe. Daarbij wordt achtereenvolgens ingegaan op gehandicaptenparkeerplaatsen "algemeen" en "op kenteken".

2. Gehandicaptenparkeerplaatsen

Er bestaan twee soorten gehandicaptenparkeerplaatsen, te weten:

  • 1.

    Algemene gehandicaptenparkeerplaatsen. Deze zijn bestemd voor voertuigen van alle personen die in het bezit zijn van een gehandicapten bestuurderskaart of voor voertuigen waarmee personen worden vervoerd, die in het bezit zijn van een gehandicapten passagierskaart.

  • 2.

    Individuele gehandicaptenparkeerplaatsen. Deze zijn bestemd voor één bepaald voertuig. De parkeerplaats is door middel van een onderbord gekoppeld aan het kenteken van dat voertuig.

2.1 Wettelijk kader

Hieronder wordt ingegaan op het wettelijk kader inzake de gehandicaptenparkeerplaatsen.

Gelet op het bepaalde in artikel 147 en 160 van de Gemeentewet, artikel 1:3 en 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, het Reglement verkeerstekens en verkeersregels 1990, het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en de Wegenverkeerswet 1994, mede gezien de bevoegdheid van het college van Burgemeester & Wethouders tot het nemen van een verkeersbesluit als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 mogen Burgemeester & Wethouders van De Ronde Venen beleidsregels inzake de aanwijzing van gehandicaptenparkeerplaatsen vaststellen.

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de aanwijzing van beide soorten gehandicaptenparkeerplaatsen, zoals bepaalt in artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer. Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 zijn Burgemeester en Wethouders van De Ronde Venen bevoegd dergelijke verkeersbesluiten te nemen.

Afdeling 3.6, Artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht stelt dat een besluit dat niet aan één of meer belanghebbenden is gericht, in een huis aan huis blad moet worden gepubliceerd. Bovendien moet een besluit, indien het alleen om de zakelijke inhoud gaat, ter inzage worden gelegd.

3. Algemene gehandicaptenparkeerplaatsen

Het Rijk heeft met betrekking tot algemene gehandicaptenparkeerplaatsen geen beleid vastgesteld. De aanleg van gehandicaptenparkeerplaatsen is dan ook een volledige autonome bevoegdheid van gemeenten. Meestal worden algemene gehandicaptenparkeerplaatsen aangelegd bij winkelcentra, ziekenhuizen, musea, schouwburgen, gemeentehuizen, bibliotheken, recreatievoorzieningen en andere instellingen waar regelmatig gehandicapte personen kunnen komen. Uitgangspunt van de Gemeente De Ronde Venen is dat de gemeente uitsluitend zorg draagt voor de aanleg van algemene gehandicaptenparkeerplaatsen bij openbare gebouwen, recreatievoorzieningen, winkelcentra, appartementencomplexen voor senioren en bij woonvoorzieningen voor gehandicapten. Voor de normering van het aantal parkeerplaatsen wordt verwezen naar publicatie 182 (Parkeerkencijfers – basis voor parkeernormering) van het CROW.

3.1 Parkeermogelijkheden

Houders van een geldige gehandicaptenparkeerkaart mogen, met gebruikmaking van die gehandicaptenparkeerkaart, in heel Nederland parkeren op de hieronder beschreven plaatsen:

  • ·

    Op iedere openbare parkeerplaats. Op parkeerplaatsen waarvoor betaald moet worden, moet met een gehandicaptenparkeerkaart soms wel en soms niet betaald worden (dit is afhankelijk van de gemeente waarin geparkeerd wordt).

  • ·

    Op algemene gehandicaptenparkeerplaatsen. De plaatsen worden aangegeven met een bord E6 (blauw met een witte P en een witte rolstoel).

  • ·

    Voor onbeperkte tijd op parkeerplaatsen waar anderen een beperkte tijd mogen parkeren. Meestal liggen deze plaatsen in een zogenoemde parkeerschijfzone, waarin met gebruik van een parkeerschijf een maximale tijd mag worden geparkeerd.

  • ·

    Gedurende maximaal drie uur op plaatsen waar een parkeerverbod geldt, aangegeven met een rond blauw bord met een rode rand en een schuine rode streep en/of langs een onderbroken gele streep. De houder van de gehandicaptenparkeerkaart moet op deze plaatsen wel een parkeerschijf gebruiken om te laten zien wanneer hij of zij de auto op die plaats heeft neergezet. De houder van de gehandicaptenparkeerkaart moet ervoor zorgen dat de verkeersveiligheid niet in gevaar komt en dat de doorstroming van het verkeer niet wordt belemmerd.

  • ·

    Gedurende maximaal drie uur op woonerven buiten de parkeervakken. Ook op deze plaats moet de houder van de gehandicaptenparkeerkaart de parkeerschijf gebruiken en ook hier moet hij of zij ervoor zorgen dat de verkeersveiligheid niet in gevaar komt en dat de doorstroming van het verkeert niet wordt belemmerd.

4. Gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

Net als voor het aanwijzen van algemene gehandicaptenparkeerplaatsen zijn voor het aanwijzen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken van rijkswege geen nadere regels gesteld. Het staat gemeenten vrij om zelf beleid te bepalen over het hoe om te gaan met het aanwijzen van deze gehandicaptenparkeerplaatsen. De aanwijzing van gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken, moet plaats vinden door middel van een verkeersbesluit. De procedure met betrekking tot een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bestaat uit een aantal stappen. Hieronder worden de stappen nader toegelicht.

 

4.1 Aanvraag gehandicaptenparkeerplaats

 

Gehandicaptenparkeerplaatsen kunnen op twee verschillende manieren worden aangevraagd.

  • 1.

    De aanvrager kan gebruik maken van het aanvraagformulier dat bij de balie in de centrale hal van het gemeentehuis verkrijgbaar is.

  • 2.

    De aanvrager kan via de website van de gemeente (www.derondevenen.nl) een aanvraagformulier downloaden.

Het formulier moet, volledig ingevuld en ondertekend door de gehandicapte, worden ingeleverd bij de centrale balie van het gemeentehuis of worden gezonden naar de gemeente (Postbus 250, 3640 AG in Mijdrecht).

Indien de gehandicapte minderjarig of handelingsonbekwaam is dan kan de gehandicaptenparkeerplaats worden aangevraagd door één van de ouders of door de wettelijke vertegenwoordiger van de gehandicapte.

 

4.2 Beoordeling aanvraag

 

De aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats wordt op de volgende criteria beoordeeld:

1.

Voldoet de aanvrager aan de voorwaarden;

Bij een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats wordt gecontroleerd of de aanvrager in het bezit is van een Europese gehandicaptenparkeerkaart. Er bestaan 3 varianten van Europese gehandicaptenparkeerkaarten, te weten:

·een bestuurderskaart;

·een passagierskaart;

·een kaart voor zowel bestuurder als passagier.

Alleen als de aanvrager één van de varianten van een gehandicaptenparkeerkaart bezit, of voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen daarvan, kan hij in aanmerking komen voor een gehandicaptenparkeerplaats. Om te beoordelen of de aanvrager voldoet aan de genoemde voorwaarden, moet hij worden onderworpen aan een geneeskundig onderzoek dat wordt uitgevoerd door een door de gemeente aangewezen keuringsinstantie. Aan één van de volgende voorwaarden moet daarbij worden voldaan:

·de aanvrager kan zich redelijkerwijs niet over een langere afstand dan 100 meter te voet voortbewegen en pleegt zich te vervoeren met een door zichzelf bestuurd voertuig.

·de aanvrager kan zich niet of nauwelijks te voet voortbewegen en is voor verplaatsing buitenshuis aangewezen op vervoer door een ander.

2.

De mogelijkheid voor de aanvrager om zelf in een eigen parkeerplaats te voorzien;

Als de aanvrager de mogelijkheid heeft om op eigen terrein te parkeren dan moet die mogelijkheid worden benut en wordt de aanvraag tot een gehandicaptenparkeerplaats in de openbare ruimte afgewezen. Onder parkeren op eigen terrein wordt o.a. verstaan: een garage, carport of oprit.

3.

De verkeersveiligheid en het doelmatig gebruik van de weg;

De gemeente De Ronde Venen let erop dat de verkeersveiligheid en het doelmatig gebruik van de weg niet worden verstoord door de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats. De gemeente legt gehandicaptenparkeerplaatsen daarom bij voorkeur aan op locaties die al zijn ingericht als parkeergelegenheid. Als er een aanvraag komt voor een gehandicaptenparkeerplaats op een locatie waar niet geparkeerd mag worden, dan worden de verkeersveiligheid en het doelmatig gebruik van de weg nauwkeurig meegewogen.

4.

Een gehandicaptenparkeerplaats bij de eigen woning;

Een gehandicaptenparkeerplaats wordt ingericht op een openbare parkeerplaats die voor de gehandicapte optimaal te gebruiken is en die zo dicht mogelijk bij de woning ligt.

5.

Een gehandicaptenparkeerplaats anders dan bij de eigen woning;

Een gehandicapte kan in aanmerking komen voor een gehandicaptenparkeerplaats op aan andere locatie dan bij de eigen woning. In zo’n geval moet de noodzaak van het reserveren van een parkeerplaats voor de gehandicapte aangetoond worden. Ook moet worden aangetoond op welke tijdstippen of in welke perioden de gehandicaptenparkeerplaats noodzakelijk is. Alleen wanneer de gehandicaptenparkeerplaats minimaal twee vaste dagen per week nodig is, kan de aanvraag gehonoreerd worden. Door middel van een onderbord met tijdsaanduiding wordt dit gebruik aangegeven.

6.

Een gehandicaptenparkeerplaats met tijdsaanduiding;

Wanneer het niet noodzakelijk is dat een gehandicaptenparkeerplaats continue beschikbaar is voor de gehandicapte, dan wordt een onderbord met tijdsaanduiding aangebracht. Door middel van het onderbord wordt dan aangegeven op welke tijdstippen de parkeerplaats voor het voertuig van de gehandicapte is gereserveerd.

7.

De aantasting van het straatbeeld en/of groenvoorzieningen;

Als er een aanvraag komt om een gehandicaptenparkeerplaats aan te leggen op een locatie waar niet geparkeerd mag worden, dan wordt beoordeeld of de gehandicaptenparkeerplaats het straatbeeld niet te veel aantast. Dit geldt ook bij een verzoek om een parkeerplaats te vergroten ten kosten van andere verhardingen of de groenvoorziening. Verzoeken om een parkeerplaats te verbreden komen vaak voor bij gehandicapten die moeite hebben met in- en uitstappen.

4.3 Besluitvorming.

 

Afhankelijk van de hiervoor genoemde beoordeling besluit het college of een aanvraag wordt gehonoreerd of afgewezen. Indien een aanvraag wordt gehonoreerd dan neemt het college een verkeersbesluit om de gehandicaptenparkeerplaats aan te wijzen De aanvrager wordt door middel van een brief over het besluit geïnformeerd. Van het verkeersbesluit wordt een kopie naar de politie gestuurd.

Het nemen van het verkeersbesluit tot aan- of afwijzing van een gehandicaptenparkeerplaats is gemandateerd aan de behandelende ambtenaar van de afdeling Civieltechnisch Beheer. De beslissing op een bezwaarschrift is voorbehouden aan het college.

 

4.4 Bekendmaking verkeersbesluit

 

Bij het honoreren of afwijzen van een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats wordt de aanvrager schriftelijk van het besluit op de hoogte gebracht. Verder wordt het verkeersbesluit gepubliceerd op de gemeentepagina in de Nieuwe Meerbode. In de publicatie worden de volgende zaken opgenomen:

  • ·

    Het genomen besluit.

  • ·

    De termijn waarin het besluit ter inzage ligt.

  • ·

    De bezwaarschriftenprocedure.

Bij een afwijzing wordt het besluit niet gepubliceerd.

Belanghebbenden die rechtstreeks in hun belang zijn getroffen, kunnen binnen een termijn van zes weken na de verzenddatum van het besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders, postbus 250, 3640 AG Mijdrecht. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van het besluit niet. Wel kan er, als er tegen het besluit bezwaar is gemaakt, een verzoek om voorlopige voorziening ingediend worden bij de voorzieningenrechter, sector bestuursrecht, postbus 13023, 3507 LA Utrecht. Dit verzoek dient vergezeld te gaan van een afschrift van het bezwaarschrift. Van de indiener van een verzoek om voorlopige voorziening wordt door de rechtbank griffierecht geheven.

 

4.5 Uitvoering

 

Nadat het besluit tot het toewijzen van een gehandicaptenparkeerplaats is genomen, wordt het zo snel mogelijk uitgevoerd. In overleg met de aanvrager wordt bepaald waar de gehandicaptenparkeerplaats aangelegd wordt. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de aard van de handicap en eventuele andere wensen van de aanvrager.

De uitvoering bestaat uit het plaatsen van het verkeersbord E6 met eventueel een onderbord voorzien van kenteken en/of tijdsaanduiding. Verder wordt de parkeerplaats gemarkeerd met een wit kruis of een zwarte tegel van 30 X 30 cm met daarop een afbeelding van een witte rolstoel.

Normaliter vindt de uitvoering van een verkeersbesluit pas plaats nadat de bezwarentermijn is afgelopen. Voor de aanvrager van een gehandicaptenparkeerplaats is de termijn van 6 weken echter vaak moeilijk overbrugbaar. Uit het oogpunt van inwonersgericht werken, wordt een gehandicaptenparkeerplaats vrijwel direct na de besluitvorming aangelegd.

Voor de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats worden door de gemeente geen kosten in rekening gebracht.

 

4.6 Geldigheid van de gehandicaptenparkeerplaats

 

De gehandicaptenparkeerplaats is alleen geldig zolang wordt voldaan aan de criteria voor de aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats. De aanvrager is verplicht om na het ongeldig worden van de gehandicaptenparkeerplaats de gemeente daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte te brengen. Dit kan door een melding bij de balie in de centrale hal van het gemeentehuis of via de servicelijn van de gemeente Tel. 0297-291800.