Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Ronde Venen

Nota Handhavingsbeleid Voertuigwrakken De Ronde Venen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Ronde Venen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota Handhavingsbeleid Voertuigwrakken De Ronde Venen
CiteertitelNota Handhavingsbeleid Voertuigwrakken De Ronde Venen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is bij besluit van 4 januari 2011 van het college van De Ronde Venen geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene plaatselijke verordening De Ronde Venen 2001, art. 5.1.5.
  2. Algemene plaatselijke verordening De Ronde Venen 2001, art. 5.1.12 lid 2
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-12-2004Nieuwe regeling

13-09-2004

De Nieuwe Meerbode 09-11-2004

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Handhavingsbeleid Voertuigwrakken De Ronde Venen

 

 

 

Inleiding

Door de jaren heen is gebleken dat er in de gemeente De Ronde Venen met enige regelmaat voertuigwrakken op de weg (APV artikel 1.1. A) staan. Dit fenomeen wordt als vervuilend en storend ervaren. Tevens nemen de wrakken ruimte in, die veelal als parkeerruimte is aangewezen. Met name op de locatie van de vrachtwagenparkeerplaats aan de Productieweg op Bedrijventerrein Mijdrecht worden herhaaldelijk voertuigwrakken aangetroffen. Deze voertuigwrakken beïnvloeden het aangezicht van het bedrijventerrein op negatieve wijze, en nemen een deel van de beperkte ruimte voor het parkeren van vrachtwagens in.

Artikel 5.1.5 van de Algemene plaatselijke verordening De Ronde Venen 2001 (APV) bepaalt:

 

Artikel 5.1.5 Voertuigwrakken.

  • 1.

    Het is verboden een voertuigwrak op de weg te plaatsen of te hebben. Onder voertuigwrak wordt verstaan: een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet milieubeheer van toepassing is.

In artikel 5.1.1 onderdeel b van de APV worden tweewielige fietsen, tweewielige snorfietsen, tweewielige bromfietsen en invalidenvoertuigen hiervan uitgezonderd. Voor de tweewielers is echter in artikel 5.1.12 lid 2 een aparte bepaling opgenomen:

Artikel 5.1.12 lid 2 Overlast van fiets, snorfiets of bromfiets

2.Het is verboden fietsen, snorfietsen of bromfietsen, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een verwaarloosde toestand verkeren, op de weg te laten staan.

 

Sinds het van rechtswege vervallen van de Wegsleepregeling De Ronde Venen 1990 (vanwege de per 1 januari 2002 gewijzigde Wegenverkeerswet 1994), is de mogelijkheid om op te treden slechts beperkt aanwezig. Met het vaststellen van de Wegsleepverordening De Ronde Venen 2004 behoort het wegslepen van voertuigen, in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten, weer tot de mogelijkheden. Het is echter in de praktijk gebleken dat alleen het vaststellen van een wegsleepverordening niet toereikend genoeg is om de vervuiling, veroorzaakt door de voertuigwrakken, volledig en adequaat op te lossen.

Gezien het bovenstaande wordt een voertuigwrakkenhandhavingsbeleid noodzakelijk geacht. Dit geldt temeer daar andere gemeenten in de regio reeds maatregelen hebben getroffen tegen de overlast van voertuigwrakken. Hierdoor bestaat het risico dat, bij een achterwege blijvend handhavingsbeleid, de overlast van voertuigwrakken in De Ronde Venen verder zal toenemen. De aanwezigheid ter plaatse van voertuigwrakken maakt de drempel voor derden, om afgeschreven materiaal eveneens daar achter te laten, lager.

In dit handhavingsbeleid dienen de taken van de gemeente en de regiopolitie te zijn omschreven met betrekking tot de verwijdering van alle soorten voertuigwrakken. Voorliggende Nota handhavings-beleid voertuig-wrakken is in samenwerking met de regiopolitie opgesteld.

In deze nota staan de taken en de verantwoordelijkheden omschreven van de regiopolitie en de gemeente De Ronde Venen met betrekking tot de handhaving van artikel 5.1.5 en 5.1.12 lid 2 van de APV. De taken en de verantwoordelijkheden van de regiopolitie en de gemeente zijn per categorie voertuigwrak ingedeeld.

 

Begripsomschrijvingen

  • Ø

    ROB: De vakdienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer van de gemeente De Ronde Venen, die verantwoordelijk is voor de verwijdering van voertuigwrakken. Hieronder vallen zowel de toezichthouders/BOA’s als het beleidsveld Verkeer.

  • Ø

    BOA/Toezichthouders: Buitengewoon Opsporings-Ambtenaar/toezichthouder. Bij de gemeente De Ronde Venen zijn twee personen aangesteld als BOA/toezichthouder. Eén daarvan valt organisatorisch onder Team Handhaving van bureau Bouw- & Woningtoezicht, de ander valt onder het Facilitair Bedrijf. De toezichthouders/BOA’s zijn bevoegd om handhavend op te treden in het kader van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en in dit kader voor zover betreft de artikelen 5.1.5. en 5.1.12. De bevoegdheid om op grond van de APV strafrechterlijk op te treden op zal, voor zover hier nog geen sprake van is, op korte termijn worden aangevraagd.

  • Ø

    ROB/Verkeer: De afdeling binnen de dienst ROB die verantwoordelijk is voor beleid m.b.t. verkeer en vervoer.

  • Ø

    Overtreder: Onder overtreder wordt verstaan de eigenaar van een voertuigwrak, c.q. de (al dan niet rechtmatige) gebruiker van dit voertuigwrak, die als overtreder in de zin van de Algemene wet bestuursrecht aangemerkt kan worden doordat hij de artikelen 5.1.5 en 5.1.12 lid 2 van de APV overtreedt, door het voertuigwrak op de weg te plaatsen of te hebben.

  • Ø

    Onderzoek: Door de gemeente (toezichthouder/BOA) of politie, zal een onderzoek naar de waarde en de herkomst van het voertuigwrak worden ingesteld. De waarde van het voertuigwrak wordt bepaald door een waardebepaler van de regiopolitie of door de toezichthouder/BOA in samenwerking met het voertuigwrakkenverwijderingsbedrijf. De toezichthouder/BOA of regiopolitie tracht ook de eigenaar te achterhalen. De waarde van het voertuigwrak en de bevindingen met betrekking tot de eigenaar worden vastgelegd in een proces-verbaal van bevindingen. ROB/toezichthouder/BOA en ROB/Verkeer ontvangen hiervan een afschrift. Het tijdsbestek tussen het moment van aantreffen of aanmelden van een voertuigwrak en het opstarten van het onderzoek, is maximaal twee weken. Indien de aanwezigheid van een voertuigwrak door een derde is gemeld, dan wordt deze melder in deze periode in kennis gesteld van het feit dat het onderzoek is gestart.

  • Ø

    Sticker/pamflet: Uitgezonderd fietsen, worden voertuigwrakken door de BOA/toezichthouder voorzien van een voertuigwrak-sticker of pamflet. Hierop staat vermeld dat het voertuigwrak na twee weken (met datum) op grond van overtreding van de APV door de gemeente wordt verwijderd indien de eigenaar binnen deze termijn hiervoor niet zelf heeft gezorgd. Het aanplakken heeft als nevenresultaat dat voor omwonenden en medegebruikers duidelijk is dat tegen de overtredingen wordt opgetreden. Hiervan dient een afschrikkende werking uit te gaan die nieuwe overtredingen beperkt.

  • Ø

    Verwijderingstermijn: Dit is de termijn van twee weken, waarin de eigenaar van een voertuigwrak, dit voertuigwrak van de openbare weg moet verwijderen. Deze termijn wordt gerekend vanaf de dagtekening van de aanschrijving, c.q. vanaf de datum waarop het voertuigwrak voorzien is van een waarschuwingssticker/pamflet. Als de eigenaar het voertuigwrak binnen deze termijn verwijdert, dan wordt er geen proces-verbaal van de overtreding van de APV opgemaakt.

  • Ø

    Bezwaartermijn: Dit is de termijn van zes weken, waarin bezwaar kan worden aangetekend tegen het aanmerken van een voertuig als voertuig-wrak overeenkomstig artikel 5.1.5, of artikel 5.1.12 lid 2 van de APV. Deze termijn wordt gerekend vanaf de dag na de bekendmaking van het aanmerken als voertuigwrak door middel van de aanschrijving, c.q. door middel van het voertuigwrak voorzien van een waarschuwingssticker. Bezwaar kan schriftelijk worden aangetekend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen. Het bezwaar heeft geen opschortende werking voor de verwijdering.

  • Ø

    Verwijdering: De BOA/toezichthouder zorgt voor de verwijdering van het voertuigwrak van de openbare weg. ROB/BOA/toezichthouder doet dit in eigen beheer of geeft hiertoe opdracht aan een gecertificeerde afvalverwerker. Van de verwijdering wordt door de BOA/toezichthouder een proces-verbaal (met foto's) van bevindingen opgemaakt, overeenkomstig het gestelde in artikel 5:29 van de Algemene wet bestuursrecht. Voor de verwijdering van fietswrakken wordt opdracht tot verwijdering gegeven aan de Gemeentewerf van de gemeente. Met het bedrijf Brabebo Mijdrecht B.V. is een overeenkomst aangegaan voor de verwijdering en verwerking van voertuigwrakken (zie bijlage brief aan Brabebo Autorecycling Mijdrecht B.V.). Voertuigwrakken worden door de toezichthouder/BOA of door de politie aangemeld bij Brabebo. Op het moment dat het voertuig door een chauffeur van Brabebo wordt opgehaald, zal door dit bedrijf in aanwezigheid van de toezichthouder/BOA een verklaring worden opgesteld waarin o.a. de waarde van het wrak en de kosten van het wegslepen, opslaan en verwerken worden opgenomen.

  • Ø

    Opslagtermijn: Dit is de termijn van dertien weken (Awb artikel 5.30), dat een voertuigwrak na de verwijdering van de openbare weg onder de verantwoordelijkheid van de gemeente wordt opgeslagen. Indien de kosten voor de verwijdering, bewaring en vernietiging van het voertuigwrak in verhouding tot de waarde van het voertuigwrak onevenredig hoog worden, dan kan deze opslagtermijn worden bekort. Deze termijn bedraagt minimaal twee weken, gerekend vanaf de datum waarop de verwijdering van het voertuigwrak bekend is gemaakt aan de eigenaar van een voertuigwrak, of waarop publicatie van de verwijdering op de gemeentepagina van een plaatselijk nieuwsblad heeft plaatsgevonden. Aan de hand van de kostenafweging bepaalt ROB/BOA/toezichthouder hoelang de opslagtermijn dient te duren.

  • Ø

    Vernietiging: Als zich binnen de opslagtermijn geen eigenaar van een opgeslagen voertuigwrak bekend maakt, of indien een wel bekende eigenaar van een voertuigwrak geen zorg draagt voor het voertuigwrak, dan wordt het voertuigwrak in eigendom overgedragen aan een gecertificeerde afvalverwerker met het doel vernietigd te worden. De kosten voor het verwijderen, opslaan en vernietigen van een voertuigwrak worden indien mogelijk bij de eigenaar in rekening gebracht, tenzij de kosten redelijkerwijze niet of niet geheel te zijner lasten behoren te komen. Tegen de eigenaar kan alsnog strafrechtelijk proces-verbaal van de overtreding van artikel 5.1.5 lid 1 of artikel 5.1.12 lid 2 van de APV worden opgemaakt door de regiopolitie, dan wel door de BOA/toezichthouder. De genoemde termijnen zijn overeenkomstig het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.

 

Categorieën voertuigwrakken

  • 1.

    Auto-/motorwrak met bekende eigenaar

    • ·

      Aantreffen: door de regiopolitie, dan wel door de BOA/toezichthouder, wordt een auto-/motorwrak aangetroffen op de openbare weg. Indien het auto-/motorwrak door de regiopolitie wordt aangetroffen, dan informeert men ROB/BOA/toezichthouder. Wordt het auto-/motorwrak door de BOA/toezichthouder aangetroffen dan informeert deze de regiopolitie.

    • ·

      Onderzoek: de toezichthouder/BOA of de regiopolitie stelt een onderzoek in.

    • ·

      Proces-verbaal van bevindingen: de toezichthouder/BOA of de regiopolitie maakt een proces-verbaal van bevindingen op naar aanleiding van het ingestelde onderzoek.

    • ·

      Waarde: de waarde van het auto-/motorwrak wordt bepaald en in het proces-verbaal van bevindingen vermeld.

    • ·

      Aanschrijven: door ROB/BOA/toezichthouder wordt de overtreder middels een aangetekende brief aangeschreven. ROB/Verkeer krijgt hiervan een afschrift. In deze brief wordt de door de toezichthouder/BOA of de politie vastgestelde waarde opgenomen. Tegelijkertijd wordt het auto-/motorwrak door de BOA/toezichthouder voorzien van een sticker/pamflet. Verwijderingstermijn en bezwaartermijn gaan in. De toezichthouder/BOA ziet toe op de naleving van de twee genoemde termijnen.

    • ·

      Verwijdering: wanneer het auto-/motorwrak niet binnen de verwijderingstermijn is weggehaald zal de BOA/toezichthouder zorgen voor de verwijdering van het auto-/motorwrak. De opslagtermijn gaat in op de datum van de verwijdering.

    • ·

      Proces-verbaal: als het auto-/motorwrak niet door de overtreder binnen de verwijderingstermijn is weggehaald, dan wordt door de BOA/toezichthouder een strafrechtelijk proces-verbaal opgemaakt ter zake van overtreding van artikel 5.1.5. van de APV.

    • ·

      Coördinatie: ROB/BOA/toezichthouder coördineert het traject van de verwijdering, de opslag, de opslagtermijn en de vernietiging van het auto-/motorwrak.

  • 2.

    Auto-/motorwrak met onbekende eigenaar

    • ·

      Aantreffen: door de regiopolitie, dan wel door de BOA/toezichthouder, wordt een auto-/motorwrak aangetroffen op de openbare weg. Indien het auto-/motorwrak door de regiopolitie wordt aangetroffen, dan informeert men ROB/BOA/toezichthouder. Wordt het auto-/motorwrak door de BOA/toezichthouder aangetroffen dan informeert deze de regiopolitie.

    • ·

      Onderzoek: de toezichthouder/BOA of de regiopolitie stelt een onderzoek in.

    • ·

      Proces-verbaal van bevindingen: de toezichthouder/BOA of de regiopolitie maakt een proces-verbaal van bevindingen op naar aanleiding van het ingestelde onderzoek.

    • ·

      Waarde: de waarde van het auto-/motorwrak wordt bepaald en in het proces-verbaal van bevindingen vermeld.

    • ·

      Sticker: het auto-/motorwrak wordt door de BOA/toezichthouder voorzien van een sticker/pamflet. Verwijderingstermijn en bezwaartermijn gaan in. ROB/BOA/toezichthouder ziet toe op de naleving van de twee genoemde termijnen en licht ROB/Verkeer in.

    • ·

      Verwijdering: wanneer het auto-/motorwrak niet binnen de verwijderingstermijn is weggehaald zal de BOA/toezichthouder, zorgen voor de verwijdering van het auto-/ motorwrak. De opslagtermijn gaat in op de datum van de verwijdering.

    • ·

      Wanneer de identiteit van de overtreder binnen de opslagtermijn alsnog bekend wordt, dan zal de BOA/toezichthouder een strafrechtelijk proces-verbaal ter zake van overtreding van artikel 5.1.5 van de APV tegen hem opmaken.

    • ·

      Coördinatie: ROB/BOA/toezichthouder coördineert het traject van de verwijdering, de opslag, de opslagtermijn en de vernietiging van het auto-/motorwrak.

  • 3.

    Caravan-/keetwagen-/aanhangwagenwrak met bekende eigenaar

    • ·

      Aantreffen: door de regiopolitie, dan wel door de BOA/toezichthouder, wordt een caravan-/keetwagen-/ aanhangwagenwrak aangetroffen op de openbare weg. Indien het caravan-/keetwagen-/ aanhangwagenwrak door de regiopolitie wordt aangetroffen, dan informeert men ROB/BOA/toezichthouder. Wordt het caravan-/keetwagen-/aanhangwagenwrak door de BOA/toezichthouder aangetroffen dan informeert deze de regiopolitie.

    • ·

      Onderzoek: de toezichthouder/BOA of de regiopolitie stelt een onderzoek in.

    • ·

      Proces-verbaal van bevindingen: de toezichthouder/BOA of de regiopolitie maakt een proces-verbaal van bevindingen op naar aanleiding van het ingestelde onderzoek.

    • ·

      Waarde: de waarde van het caravan-/keetwagen-/aanhangwagenwrak wordt bepaald en in het proces-verbaal van bevindingen vermeld.

    • ·

      Aanschrijven: door ROB/BOA/toezichthouder wordt de overtreder middels een aangetekende brief aangeschreven. ROB/Verkeer krijgt hiervan een afschrift. In deze brief wordt de door de regiopolitie vastgestelde waarde opgenomen. Tegelijkertijd wordt het caravan-/keetwagen-/aanhangwagen-wrak door de BOA/toezichthouder voorzien van een sticker. Verwijderingstermijn en bezwaartermijn gaan in. ROB/BOA/toezichthouder ziet toe op de naleving van de twee genoemde termijnen.

    • ·

      Verwijdering: wanneer het caravan-/keetwagen-/aanhangwagenwrak niet binnen de verwijderingstermijn is weggehaald, zal de BOA/toezichthouder zorgen voor de verwijdering van het caravan-/keetwagen-/aanhangwagenwrak. De opslagtermijn gaat in op de datum van de verwijdering.

    • ·

      Proces-verbaal: als het caravan-/keetwagen-/aanhangwagenwrak niet door de overtreder binnen de verwijderingstermijn is weggehaald, dan wordt door de BOA/toezichthouder een strafrechtelijk proces-verbaal opgemaakt ter zake van overtreding van artikel 5.1.5 van de APV.

    • ·

      Coördinatie: ROB/BOA/toezichthouder coördineert het traject van de verwijdering, de opslag, de opslagtermijn en de vernietiging van het caravan-/keetwagen-/aanhangwagenwrak.

  • 4.

    Caravan-/keetwagen-/aanhangwagenwrak met onbekende eigenaar

    • ·

      Aantreffen: door de regiopolitie, dan wel door de BOA/toezichthouder, wordt een caravan-/keetwagen-/ aanhangwagenwrak aangetroffen op de openbare weg. Indien het caravan-/keetwagen-/ aanhangwagenwrak door de regiopolitie wordt aangetroffen, dan informeert men ROB/BOA/toezichthouder. Wordt het caravan-/keetwagen-/ aanhangwagenwrak door de BOA/toezichthouder aangetroffen dan informeert deze de regiopolitie.

    • ·

      Onderzoek: de toezichthouder/BOA of de regiopolitie stelt een onderzoek in.

    • ·

      Proces-verbaal van bevindingen: de toezichthouder/BOA of de regiopolitie maakt een proces-verbaal van bevindingen op naar aanleiding van het ingestelde onderzoek.

    • ·

      Waarde: de waarde van het caravan-/keetwagen-/aanhangwagenwrak wordt bepaald en in het proces-verbaal van bevindingen vermeld.

    • ·

      Sticker: het caravan-/keetwagen-/aanhangwagenwrak wordt door de BOA/toezichthouder voorzien van een sticker. Verwijderingstermijn en bezwaartermijn gaan in. ROB/BOA/toezichthouder ziet toe op de naleving van de twee genoemde termijnen, en licht ROB/Verkeer in.

    • ·

      Verwijdering: wanneer het caravan-/keetwagen-/aanhangwagenwrak niet binnen de verwijderingstermijn is weggehaald zal de BOA/toezichthouder zorgen voor de verwijdering van het caravan-/keetwagen-/aanhangwagenwrak. De opslagtermijn gaat in op de datum van de verwijdering.

    • ·

      Wanneer de identiteit van de overtreder binnen de opslagtermijn alsnog bekend wordt, dan zal de BOA/toezichthouder een strafrechtelijk proces-verbaal ter zake van overtreding van artikel 5.1.5 van de APV tegen hem opmaken.

    • ·

      Coördinatie: ROB/BOA/toezichthouder coördineert het traject van de verwijdering, de opslag, de opslagtermijn en de vernietiging van het caravan-/keetwagen-/aanhangwagenwrak.

  • 5.

    Bromfiets-/snorfietswrak met bekende eigenaar

    • ·

      Aantreffen: door de regiopolitie, dan wel door de BOA/toezichthouder, wordt een bromfiets-/snorfietswrak aangetroffen op de openbare weg. Indien het bromfiets-/snorfietswrak door de regiopolitie wordt aangetroffen, dan informeert men ROB/BOA/toezichthouder. Wordt het bromfiets-/snorfietswrak door de BOA aangetroffen dan informeert deze de regiopolitie.

    • ·

      Onderzoek: de toezichthouder/BOA of de regiopolitie stelt een onderzoek in.

    • ·

      Proces-verbaal van bevindingen: de toezichthouder/BOA of de regiopolitie maakt een proces-verbaal van bevindingen op naar aanleiding van het ingestelde onderzoek.

    • ·

      Waarde: de waarde van het bromfiets-/snorfietswrak wordt bepaald en in het proces-verbaal van bevindingen vermeld.

    • ·

      Aanschrijven: door ROB/BOA/toezichthouder wordt de overtreder middels een aangetekende brief aangeschreven. ROB/Verkeer krijgt hiervan een afschrift. In deze brief wordt de door de regiopolitie vastgestelde waarde opgenomen. Tegelijkertijd wordt het bromfiets-/snorfietswrak door de BOA/toezichthouder voorzien van een sticker. Verwijderingstermijn en bezwaartermijn gaan in. ROB/BOA/toezichthouder ziet toe op de naleving van de twee genoemde termijnen.

    • ·

      Verwijdering: wanneer het bromfiets-/snorfietswrak niet binnen de verwijderingstermijn is weggehaald, zal ROB/BOA/toezichthouder vervolgens zorgen voor de verwijdering van het bromfiets-/snorfietswrak. De opslagtermijn gaat in op de datum van de verwijdering.

    • ·

      Proces-verbaal: als het bromfiets-/snorfietswrak niet door de overtreder binnen de verwijde-ringstermijn is weggehaald, dan wordt door de BOA/toezichthouder een strafrechtelijk proces-verbaal opgemaakt ter zake van overtreding van artikel 5.1.12 lid 2 van de APV.

    • ·

      Coördinatie: ROB/BOA/toezichthouder coördineert het traject van de verwijdering, de opslag, de opslagtermijn en de vernietiging van het bromfiets-/snorfietswrak.

  • 6.

    Bromfiets-/snorfietswrak met onbekende eigenaar

    • ·

      Aantreffen: door de regiopolitie, dan wel door de BOA/toezichthouder, wordt een bromfiets-/snorfietswrak aangetroffen op de openbare weg. Indien het bromfiets-/snorfietswrak door de regiopolitie wordt aangetroffen, dan informeert men ROB/BOA/toezichthouder. Wordt het bromfiets-/snorfietswrak door de BOA aangetroffen dan informeert deze de regiopolitie.

    • ·

      Onderzoek: de toezichthouder/BOA of de regiopolitie stelt een onderzoek in.

    • ·

      Proces-verbaal van bevindingen: de toezichthouder/BOA of de regiopolitie maakt een proces-verbaal van bevindingen op naar aanleiding van het ingestelde onderzoek.

    • ·

      Waarde: de waarde van het bromfiets-/snorfietswrak wordt bepaald en in het proces-verbaal van bevindingen vermeld.

    • ·

      Sticker: het bromfiets-/snorfietswrak wordt door de BOA/toezichthouder voorzien van een sticker. Verwijderingstermijn en bezwaartermijn gaan in. ROB/BOA/toezichthouder ziet toe op de naleving van de twee genoemde termijnen, en licht ROB/Verkeer in.

    • ·

      Verwijdering: wanneer het bromfiets-/snorfietswrak niet binnen de verwijderingstermijn is weggehaald zal de BOA/toezichthouder zorgen voor verwijdering van het bromfiets-/snorfietswrak. De opslagtermijn gaat in op de datum van de verwijdering.

    • ·

      Wanneer de identiteit van de overtreder binnen de opslagtermijn alsnog bekend wordt, dan zal de BOA/toezichthouder een strafrechtelijk proces-verbaal ter zake van overtreding van artikel 5.1.12 lid 2 van de APV tegen hem opmaken.

    • ·

      Coördinatie: ROB/BOA/toezichthouder coördineert het traject van de verwijdering, de opslag, de opslagtermijn en de vernietiging van het bromfiets-/snorfietswrak.

  • 7.

    Fietswrak

    • ·

      Aantreffen: door de regiopolitie, dan wel door de BOA/toezichthouder, wordt een fietswrak aangetroffen op de openbare weg. Indien het fietswrak door de regiopolitie wordt aangetroffen, dan informeert men ROB/BOA/toezichthouder. Wordt het fietswrak door de BOA/toezichthouder aangetroffen dan informeert deze de regiopolitie.

    • ·

      Onderzoek: de BOA/toezichthouder stelt een onderzoek in.

    • ·

      Proces-verbaal van bevindingen: de BOA/toezichthouder maakt een proces-verbaal van bevindingen op naar aanleiding van het ingestelde onderzoek.

    • ·

      Verwijdering: vervolgens zorgt de Gemeentewerf/Facilitair Bedrijf, op verzoek van ROB/BOA/toezichthouder voor de verwijdering van het fietswrak.

    • ·

      Wanneer de identiteit van de overtreder binnen de opslagtermijn alsnog bekend wordt, dan zal de BOA/toezichthouder een strafrechtelijk proces-verbaal ter zake van overtreding van artikel 5.1.12 lid 2 van de APV tegen hem opmaken.

    • ·

      Coördinatie: ROB/BOA/toezichthouder coördineert het traject van de verwijdering, de opslag, de opslagtermijn en de vernietiging van het fietswrak.

 

Gemeente De Ronde Venen, september 2004