Beleidsregel koopkrachttegemoetkoming 2014

Artikel 1 Definities

Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 Toekenning en aanvraag

• 1.

  Bij de beoordeling van het recht op een koopkrachttegemoetkoming wordt geen vermogenstoets als bedoeld in artikel 34 WWB toegepast.

• 2.

  De koopkrachttegemoetkoming wordt ambtshalve, dan wel door middel van een door negatieve optie verkregen wilsuiting, verstrekt aan belanghebbenden:

  • a.

    met een uitkering op grond van de WWB, Wet inkomensvoorziening arbeidsongeschikte werkloze werknemers of Wet inkomensvoorziening arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • b.

    van wie bij de gemeente bekend is dat zij naar verwachting een inkomen hebben van ten hoogste 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, met uitzondering van de belanghebbenden die algemene bijstand in de vorm van een aanvullende inkomensvoorziening ouderen ontvangen op grond van artikel 47a van de WWB.

• 3.

  De koopkrachttegemoetkoming dient, voor zover niet op grond van lid 2 verstrekt, te worden aangevraagd voor 1 januari 2015.

• 4.

  De aanvraag dient te geschieden middels een daartoe bestemd aanvraagformulier.

• 5.

  In afwijking van lid 4 wordt een daartoe door het hoofd van de afdeling Werk, Inkomen en Zorgverlening aangewezen digitale melding gelijk gesteld met een aanvraag.

Artikel 3 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1.

  Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de datum waarop het Besluit koopkrachttegemoetkoming lage inkomens in werking treedt.

• 2.

  Deze beleidsregel kan worden aangehaald als "Beleidsregel koopkrachttegemoetkoming 2014".

• 3.

  Deze beleidsregel vervalt per 1 januari 2015.