Organisatie | Brummen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening bestuursrechtelijke geldschulden sociale zekerheid 2015 Brummen |
Citeertitel | Verordening bestuursrechtelijke geldschulden sociale zekerheid 2015 Brummen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Jaartal citeertitel gewijzigd in 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 31-12-2019 | nieuwe regeling | 18-12-2014 | RB14.0098 | |
01-01-2015 | 31-12-2019 | nieuwe regeling | 18-12-2014 | RB14.0098 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Algemene wet bestuursrecht;
het college: het college van burgemeester en wethouders van Brummen
chartale betaling: betaling met contant geld waaronder begrepen betalingen met pin.
het Besluit bijstandverlening zelfstandigen, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeids-ongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet inburgering, de Wet maatschappelijke ondersteuning en het Burgerlijk Wetboek.
Op een verplichting tot betaling van een geldsom aan of door het college die is vastgelegd vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, blijft het recht zoals dat gold vóór dat tijdstip van toepassing.
Aldus vastgesteld door de gemeenteraad tijdens de openbare raadsvergadering van 18 december 2014,
de griffier, mr. A.P. Leenstra
de voorzitter, A.J. van Hedel
Met de inwerkingtreding van de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) per 1 juli 2009 is het onderwerp bestuursrechtelijke geldschulden toegevoegd aan de Awb. Titel 4.4 van de Awb is van toepassing op geldschulden die voortvloeien uit de wet, een wettelijk voorschrift of een besluit van een bestuursorgaan waartegen bezwaar gemaakt kan worden of beroep kan worden ingesteld. Met betrekking tot een aantal onderwerpen bestaat de vrijheid om in een gemeentelijke verordening aanvullend of afwijkend zaken te regelen. Van die mogelijkheid wordt met deze verordening gebruik gemaakt.
In dit artikel zijn begripsomschrijvingen opgenomen van begrippen die in deze verordening worden gehanteerd.
Deze verordening heeft betrekking op een aantal specifieke wetten zoals genoemd in dit artikel.
In artikel 4:87 lid 1 Awb hanteert de wetgever een betalingstermijn van 6 weken. De betaling dient te geschieden binnen 6 weken nadat de beschikking (op de voorgeschreven wijze) bekend is gemaakt. Een langere termijn mag, op grond van de Algemene wet bestuursrecht, in de beschikking zelf worden vastgesteld. Een kortere betalingstermijn dan 6 weken is alleen toegestaan als dat in een wet of verordening is geregeld.
In dit artikel van de verordening is bepaald dat betaling aan en door de gemeente geschiedt binnen 31 dagen nadat de beschikking bekend is gemaakt. Deze termijn is ingegeven door de noodzaak tot een versnelde invordering. Om enig effect te hebben is bij de invordering van uitkeringen die ten onrechte zijn verstrekt, een kortere betalingstermijn aangewezen. Het artikel laat onverlet dat in beschikkingen een langere betalingstermijn kan worden opgenomen, de verordening stelt slechts de minimumtermijn vast.
Uitgangspunt van de Awb, zoals neergelegd in artikel 4:89, is girale betaling. Contante betaling is alleen mogelijk als dat bij wettelijk voorschrift is bepaald. Met dit artikel wordt dit geregeld. Betaling aan het college van de gemeente kan zowel giraal als via chartale betaling.
Artikel 5 bevat de overgangsbepalingen. Als de verplichting voor de betaling van een geldsom, is ontstaan voordat deze verordening in werking is getreden, blijft de verordening of de regeling zoals deze voor de inwerkingtreding gold van toepassing.