Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vught

Re-integratieverordening Vught 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVught
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRe-integratieverordening Vught 2018
CiteertitelRe-integratieverordening Vught 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpVerordening
Externe bijlageToelichting Re-integratieverordening Participatiewet Vught 2018

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

nvt

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artt. 8a, eerste lid, aanhef, en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde lid, van de Participatiewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201801-04-2021Meerderdere artikelen gewijzigd, enkele artikelen vervallen en artikel 5a ingevoegd.

14-12-2017

GVOP, gemeenteblad

Gewijzigde verordening
24-07-201501-01-201501-01-2018art. 4, lid 2, art. 8, art. 10, art. 14

09-07-2015

GVOP

Gewijzigde verordening
01-01-201501-04-2021Onbekend

18-12-2014

GVOP

Nieuwe regeling

Tekst van de regeling

Intitulé

Re-integratieverordening Vught 2018

 

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Re-integratieverordening Participatiewet Vught 2015

 

De raad van de gemeente Vught;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 november 2015, Z14-062350/BW/14-008426;

 

gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef, en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde lid, van de Participatiewet;

 

gezien het advies van de Wwb Cliëntenraad gemeente Vught;

 

overwegende dat de gemeenteraad op grond van de Participatiewet bij verordening regels dientte stellen over re-integratie als bedoeld in artikel 8 van de Participatiewet;

besluit vast te stellen de Re-integratieverordening Participatiewet Vught 2015.

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    Voor zover niet anders bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de Participatiewet.

Artikel 2. Maatwerk

  • 1.

    Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk.

  • 2.

    Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      de opvang van ten laste komende kinderen tot vijf jaar, en

    • b.

      de noodzakelijkheid van het verrichten van mantelzorg.

Hoofdstuk 3. Voorzieningen

Artikel 3. Algemene bepalingen over voorzieningen

  • 1.

    Het college kan een voorziening beëindigen als:

    • a.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de Participatiewet, de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet nakomt;

    • b.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep;

    • c.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een in deze verordening genoemde voorzieningen, tenzij het betreft een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, onder 2e van de Participatiewet;

    • d.

      naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling;

    • e.

      de voorziening naar het oordeel van het college niet meer geschikt is voor de persoon die gebruik maakt van de voorziening;

    • f.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet naar behoren gebruik maakt van de aangeboden voorziening;

    • g.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer voldoet aan de voorwaarden die in deze verordening worden gesteld om in aanmerking te komen voor die voorziening.

  • 2.

    Het college kan bij uitvoeringsbesluit een of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor één of meerdere voorzieningen. Het college dient dan na te gaan welke alternatieve voorzieningen er beschikbaar zijn.

Artikel 4. Voorzieningen

  • 1.

    Het college kan, onder andere de volgende voorzieningen gericht op re-integratie en participatie inzetten:

    • a.

      De wettelijke voorzieningen:

      • 1.

        Participatievoorziening beschut werk, zoals bedoeld in artikel 10b van de Participatiewet;

      • 2.

        Loonkostensubsidie zoals bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet;

      • 3.

        Jobcoaching.

    • b.

      De (aanvullende) regionale voorzieningen uit het Functioneel Ontwerp Werkgeversdienstverlening van de regio Noordoost-Brabant:

      • 1.

        Werkervaring;

      • 2.

        Proefplaatsing;

      • 3.

        Detacheren en uitzenden.

    • c.

      Overige (aanvullende) lokaal geregelde voorzieningen (niet-limitatieve opsomming):

      • 1.

        Onderzoeken naar mogelijkheden op de arbeidsmarkt;

      • 2.

        Verzuiminterventie;

      • 3.

        Sociale activering;

      • 4.

        Traject omgaan met psychosociale belemmeringen;

      • 5.

        Scholing;

      • 6.

        Bemiddeling naar werk;

      • 7.

        Actviteiten gericht op arbeidstoeleiding;

      • 8.

        Incidentele loonkostensubsidie.

  • 2.

    Voorzieningen die gericht zijn op de arbeidsinschakeling worden alleen ingezet als zonder die inzet het vinden van algemeen geaccepteerde arbeid naar het oordeel van het college niet mogelijk

    is.

Artikel 5. Participatievoorziening beschut werk

  • 1.

    Het college biedt de voorziening beschut werk aan aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en deze persoon:

    a. behoort tot de doelgroep; of

    b. een persoon is aan wie het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een uitkering verstrekt.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid krijgt een persoon van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en die nog niet in aanmerking is gekomen voor een beschut werkplek omdat het aantal geraamde beschut werkplekken in één jaar al is gerealiseerd, voorrang op personen van wie later is vastgesteld dat zij alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.

  • 3.

    Om de in artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet, bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken, biedt het college de voorzieningen zoals genoemd in artikel 4 lid 1 gericht op arbeidsinschakeling aan.

  • 4.

    Het college biedt de voorzieningen zoals genoemd in artikel 4 lid 1 gericht op arbeidsinschakeling aan tot het moment dat de dienstbetrekking beschut werk aanvangt.

  • 5.

    Het college realiseert het aantal plekken dat bij ministeriele regeling is vastgesteld.

Artikel 5a Participatieplaats

  • 1.

    Het college kan een persoon van 27 jaar of ouder met recht op algemene bijstand overeenkomstig artikel 10a van de wet onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten.

  • 2.

    Het college zorgt ervoor dat de te verrichten additionele werkzaamheden worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst die wordt ondertekend door het college, de organisatie die de werkzaamheden aanbiedt en de persoon die de additionele werkzaamheden gaat verrichten.

  • 3.

    De premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid, van de wet bedraagt € 0,- per zes maanden.

Artikel 6. Scholing

  • 1.

    Het college kan een persoon die behoort tot de doelgroep een scholingstraject aanbieden gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    Het scholingstraject heeft tot doel de afstand tot het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid te verkleinen of te overbruggen.

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing op personen als bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel a, van de Participatiewet.

Artikel 7 Incidentele lookostensubsidie

  • 1.

    Het college kan een loonkostensubsidie aan een werkgever verstrekken om daarmee het opdoen van werkervaring of de overgang naar een reguliere functie bij de betreffende werkgever voor een belanghebbende mogelijk te maken.

  • 2.

    De duur en hoogte van de subsidie worden door het college vastgesteld op basis van een individuele afweging ten aanzien van de belanghebbende.

  • 3.

    Deze voorziening kan niet worden ingezet als hierdoor de concurrentieverhoudingen onverantwoord worden beïnvloed of door deze voorziening verdringing van reguliere werknemers plaatsvindt.

  • 4.

    De duur van de subsidie bedraagt maximaal drie maanden.

  • 5.

    De hoogte van de subsidie bedraagt nooit meer dan het wettelijk minimumloon.

  • 6.

    De loonkostensubsidie dient vóór aanvang van het dienstverband te worden aangevraagd.

  • 7.

    Geen subsidie wordt toegekend indien het dienstverband reeds is aangegaan voordat op de aanvraag door het college is beslist.

Hoofdstuk 3. Bepalingen met betrekking tot in de Participatiewet opgenomen voorzieningen

Artikel 8. Vaststelling wie tot doelgroep loonkostensubsidie behoort

  • 1.

    Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie op grond van artikel 10d van de Participatiewet.

  • 2.

    Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:

    • a.

      een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet; én

    • b.

      die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen; én

    • c.

      die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie; én

    • d.

      die persoon voldoet aan de criteria die zijn opgenomen in het landelijk besluit loonkostensubsidie Participatiewet.

Artikel 9. Vaststelling loonwaarde

  • 1.

    Om de loonwaarde van een persoon vast te stellen, gebruikt het college een door het regionale werkbedrijf van de arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant vastgesteld instrument.

  • 2.

    Zolang het regionale werkbedrijf nog niet een dergelijk instrument heeft vastgesteld, maakt de gemeente tijdelijk gebruik van een instrument dat voldoet aan de eisen van het Besluit Loonkostensubsidie.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 10. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan van de bepalingen van deze verordening afwijken indien en voor zover toepassing daarvan leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 11. Intrekken oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De Re-integratieverordening Participatiewet Vught 2015 wordt ingetrokken per 1 januari 2018.

  • 2.

    Een persoon die gebruik maakt van een op grond van de Re-integratieverordening Participatiewet Vught 2015 toegekende voorziening, die moet worden beëindigd op grond van deze verordening, behoudt deze voorziening voor de duur van de ingezette voorziening, doch niet langer 12 maanden, mits wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Re-integratieverordening Participatiewet Vught 2015.

  • 3.

    Het college kan na afloop van de in het tweede lid bedoelde periode, besluiten of een voorziening wordt voortgezet.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

     

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: 'Re-integratieverordening Vught 2018'.

De Gemeenteraad van Vught in zijn vergadering van 18 december 2014;

Regnr. Z14 – 062350;

Gelet op de Gemeentewet;

Besluit:

Vast te stellen de: Re-integratieverordening Participatiewet Vught 2015.

De gemeenteraad vernoemd,

De voorzitter,

R.J. van de Mortel

De griffier,

K.I. Goossens

Toelichting Re-integratieverordening Participatiewet Vught 2018

Toelichting Re-integratieverordening Participatiewet Vught 2018