Organisatie | Meerssen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meerssen houdende regels omtrent hondenbeleid |
Citeertitel | Hondenbeleid gemeente Meerssen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | hondenbeleid meerssen 2013 tabellen_1 |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2013 | nieuwe regeling | 31-01-2013 de Geulbode, 20 februari 2013 |
HONDENBELEID GEMEENTE MEERSSEN
In de voorliggende nota is de vernieuwing van het hondenbeleid van de gemeente Meerssen opgenomen.
De aanleiding is de door de raad vastgestelde motie (raadvergadering juni 2011).
Dit nota is tot stand gekomen via een meedenkproces, waarbij in principe een ieder de gelegenheid heeft gekregen om zijn of haar visie, mening, adhesie of afkeuring te geven m.b.t. het gepresenteerde concept (versie 4.2) van het voorgestane hondenbeleid.
Een aantal wijzigingen ten opzichte van het tot nu toe gevoerde hondenbeleid zijn in deze nota toegelicht.
De incidentele kosten voor het uitvoeren van de maatregelen € 100.000,- worden gedekt door het vanuit het rekeningsaldo 2010 gelabeld budget. In eerste aanleg is inmiddels €25.000,- gevoteerd voor de voorbereidingskosten en het realiseren van enkele voorzieningen.
De nota is een vertrekpunt voor concrete maatregelen die in samenwerking met het buurtnetwerk en de Stichting Hondenwelzijn Meerssen ingevuld en in 2014 geëvalueerd zullen worden.
Met deze nota is voorzien in hetgeen door de raad via voormelde motie aan het college is opgedragen.
De gemeenteraad heeft op 9 juni 2011 de motie strekkende tot het opstellen van een beleidsnota honden aangenomen en het college de opdracht gegevens een voorstel voor te bereiden.
De opdrachtformulering van de motie luidde letterlijk als volgt:
Het gemeentebestuur moet in het 3e kwartaal van 2011 komen met voorstellen voor een ‘hondenbeleid nieuwe stijl’.
dat uit de beleidsmatige voorstellen duidelijk blijkt, wat de gemeente zelf wel en niet kan, dat ook duidelijk wordt gemaakt dat via de heffing van hondenbelasting de veroorzaker in aanmerkelijke mate betaalt, dat de aanpak van hondenoverlast, zijnde een belangrijke bron van kleine ergernissen, ook serieus en structureel zal worden opgepakt;
dat de onvrede van hondenbezitters over de beschikbare voorzieningen in Meerssen recht gedaan wordt door het ‘hondenbeleid nieuwe stijl’ te starten met het op peil brengen van het voorzieningenniveau, in overleg met hondenbezitters; het gemeentebestuur zou hiervoor een uitname kunnen doen uit het rekeningoverschot 2010;
dat het ‘hondenbeleid nieuwe stijl’ wordt uitgewerkt in een traject dat parallel loopt aan de kerntakendiscussie; de kernpeilingen tonen immers aan dat burgers veel belang hechten aan het aanpakken van de ervaren problemen; het gemeentebestuur presenteert haar voorstellen aan de Raad in het derde kwartaal 2011, wanneer ook het totaalbeeld van de kerntaken (en bijbehorende financiële mogelijkheden) van de gemeente Meerssen uitgezuiverd zal zijn.
Op basis van bovenstaande motie heeft het college van Burgemeester en wethouders (B&W) een meedenkproces gestart, nadat, na samenspraak met het Groenplatform, een concept van het voorgestane beleid tot stand is gebracht en bekend is gemaakt. Dit heeft wel tot gevolg gehad dat het proces van voorbereiding meer tijd heeft gevergd waar tegen over staat dat over het thema meervoudig gelegenheid is geboden aan eenieder om zijn of haar inbreng kenbaar te maken. Tevens is veelvuldig gebruik gemaakt van de gedurende het proces opgerichte Stichting Hondenwelzijn Meerssen. De positief kritische inbreng van deze Stichting heeft geleid tot een meerzijdige benadering van dit thema.
Dit concept heeft geleid tot een aanzienlijk aantal meedenkreacties die allemaal verwerkt zijn in het meedenk document. Dit document is een bijlage van deze nota.
Het hebben van een hond brengt vele voordelen met zich mee. Blijkens onderzoeken wandelen hondenbezitters gemiddeld meer dan niet-hondenbezitters, leggen ze gemakkelijk sociaal contact en dragen ze bij aan de sociale veiligheid. In veel gezinnen of bij alleenstaanden draagt het hondenbezit bij tot gezelligheid en is dit veelal aanleiding tot gezamenlijke activiteiten.
Hondenbezit: Brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee!
Een hond heeft verzorging nodig, dient ingeënt en ontwormd te worden. Vraagt discipline wat betreft het meerdere malen per dag uitlaten van de hond. Tenslotte dient de openbare ruimte gevrijwaard te blijven van de uitwerpselen van de hond. Dit betekent verantwoordelijkheid nemen en dus opruimen die hoop.
Het onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek, toont stelselmatig aan dat hondenpoep tot de ergernis top drie behoort. Onderstaand een uitsnede van het betreffende artikel. zie tabel 1
Uit de ‘Kernpeiling 2010’ vloeit voort dat in Meerssen 81% van de bewoners melding maakt dat hondenpoep vaak of soms voorkomt in hun buurt. Hondenpoep op straat is daarmee buurtprobleem nummer 1 in onze gemeente.
voorziet, met in acht name van het gestelde in de aangenomen raadsmotie, in aanpassingen van het huidige beleid om het hondenbezit beter af te stemmen op de kenbaar gemaakte behoefte en om het beeld dat de mede gebruiker heeft van de openbare ruimte (voor wat betreft hondenpoep) positiever te krijgen;
Het probleem ‘hondenpoep’ zal met het vaststellen van deze nota niet opgelost worden. Wél wordt nagestreefd het probleem te verminderen door meer bewustwording van de regels bij de hondenbezitters te kweken en op lokaal niveau een mentaliteitsverandering teweeg te brengen. Met uitbreiding en verbetering van de uitlaatmogelijkheden in of dicht bij de bebouwde kom wordt gepoogd deze vrij te krijgen van hondenpoep. Ook toezicht & handhaving buiten de reguliere werktijden moeten zorgen voor een beter naleefgedrag.
De gemeenteraad heeft uitgesproken dat qua rol uit moet worden gegaan van arrangeurschap. In casu zijn de belangen van betrokken partijen m.b.t. het hondenbeleid niet synchroon. Dit blijkt duidelijk uit de meedenkreacties (zie de bijlage) tijdens het voorbereidende proces.
Hieruit gedistilleerd zijn 8 thema’s met de pro’s en contra’s en oplossings-/keuzerichtingen.
Voor de acht thema’s is in deze nota de keuzerichting aangegeven en wel als volgt:
opzet is gemaakt van de lasten (bijlage 2). Hieruit blijkt dat met een tarief van € 80 per hond, ongeveer quitte gespeeld wordt. Het hondenbelasting voor het dienstjaar 2014 behoeft niet gewijzigd te worden. Indien de inkomsten uit de hondenbelasting hoger/lager zijn dan de lasten, kan via een in te stellen egalisatiereserve verevening plaatsvinden, zoals dit ook geschiedt bij de afvalstoffenheffing. Op deze wijze blijft de hondenbelasting kostendekkend, ook bij gewijzigde baten en lasten.
het vorenstaande blijkt dat de mogelijkheden om honden los te lopen feitelijk nu al beperkt is. Het onderscheid tussen binnen en buiten de bebouwde kom is weliswaar duidelijk zichtbaar door de bebording, doch bebording buiten de bebouwde kom bij de percelen van derden ontbreekt vaak (verbeterpunt) en de gebiedsafbakening van natuurgebieden is evenmin duidelijk in het veld (verbeterpunt). Dit leidt dan ook vaak tot onwetendheid bij hondenbezitters en ergernis bij anderen. Via alom toegankelijke informatie hierover kan de kennis hieromtrent bij de hondenbezitter worden verbeterd (actiepunt).
handhaving: voortzetting van de niet intensieve wijze van toezicht & handhaving door de toezichthouders en BOA’s, met dien verstande dat meer buiten de reguliere werktijden gecontroleerd moet worden; de invulling daarvan wordt meegenomen in handhavingsuitvoeringsprogramma 2014 e.v.; in de voorcalculatie is rekening gehouden met extra BOA-capaciteit teneinde het controleren buiten de reguliere werktijden te kunnen verwezenlijken, zonder te hoeven schrappen in de BOA-werkzaamheden.
De Gemeente Meerssen is in de vorige eeuw al over gegaan tot het opstellen van een beleidsnota over dit onderwerp (raadsbesluit 30 augustus 1990). Voorts is in 1992 dit thema via een zogenaamde “blauwe nota” nogmaals behandeld.
Er gelden diverse plaatselijke regels voor het houden en uitlaten van honden. Eén en ander is verwoord in de Algemene plaatselijke verordening gemeente Meerssen (APV) en dit wordt ook op gezette tijden onder de aandacht gebracht van de burgers.
Kort samengevat gelden op grond van de APV 2007 de volgende regels voor hondenbezitters in onze gemeente:
Waar mag een hond onaangelijnd loslopen?
Waar naartoe met de hondenpoep?In de gehele gemeente Meerssen geldt een ruimplicht. Daartoe zijn in totaal ca. 200 afvalbakken geplaatst, waarin de hondenpoep kan worden gedeponeerd. Dit geldt ook bij gebruik van de hondenlosloopplekken.
Overtredingen en boetes (2012)
Teksten Algemene Plaatselijke Verordening 2007
In de APV 2007 zijn de beleidsregels als volgt verwoord.
Artikel 2.4.17 Loslopende honden, verboden plaatsen, identificatie
De verboden genoemd in het eerste lid onder a en b gelden niet voor zover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond laat begeleiden en de hond als zodanig aantoonbaar gekwalificeerd is of indien een eigenaar van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond. Het bepaalde in artikel, 1 lid c, is overeenkomstig van toepassing.
Artikel 2.4.18 Verontreiniging door honden
Het is de eigenaar of houder of hij die een hond onder zijn hoede heeft verboden, indien hij zich met de hond op de openbare weg, op een voor het publiek toegankelijke plaats of op een andere door het college aangewezen plaats begeeft dan wel bevindt, dit te doen zonder een deugdelijk hulpmiddel voor het opruimen van de uitwerpselen van de hond bij zich te hebben.
Uit nader onderzoek en uit de meedenkreacties volgt de noodzaak tot aanpassing van deze bepalingen. Daartoe is aan apart raadsbesluit opgesteld waarbij de APV 2007 wordt gewijzigd.
Het huidige beleid voldoet op hoofdlijnen en legt de verantwoordelijkheid daar waar het thuis hoort: bij de hondenbezitter. De gemeente als arrangeur zorgt voor faciliteiten en laat aan de burgers zelve over om gebruik te maken van deze voorzieningen.
Het doel van de voorliggende nota is dan ook niet het huidige hondenbeleid rigoureus op de schop te nemen, maar duidelijk neer te zetten, te bundelen en waar nodig aan te scherpen. Per thema worden de voorstellen behandeld.
APV art. 2.4.17 regelt de aanlijnplicht. In onze gemeente dienen honden binnen de bebouwde kom aangelijnd te zijn, met uitzondering van de aangewezen losloopplekken en eigen tuin. Buiten de bebouwde kom mogen honden op de openbare weg los lopen.
n.b.: Op andermans eigendom mag dit alleen met toestemming van de eigenaar.
Aanpassing beleid: Neen, huidige aanlijngebod blijft ongewijzigd
Tijdens het meedenk-proces zijn haaks op elkaar staande meningen geuit met dito motivaties. Als arrangeur acht de gemeente zich niet primair verantwoordelijk voor het gedrag van de hondenbezitter. De verantwoordelijkheid ligt namelijk primair bij de hondenbezitter zelve. Eigenaren die het niet wenselijk achten dat honden (bewust/onbewust) worden uitgelaten op hun terrein, kunnen zelf beslissen welke maatregelen ze nemen om dit tegen te gaan. Bestuursrechtelijk bestaat de mogelijkheid om aan het college te vragen terreinen aan te wijzen waar alleen het loslopen van honden verboden is. Dit is reeds gebeurd voor een aantal natuurgebieden.
Hondenbezitters moeten kunnen zien wanneer een hond aangelijnd moet zijn. De informatie hierover zal verbeterd worden via de “hondenwijzer” en via aanduidingsborden bij het binnentreden van de bebouwde kom. Ook bij terreinen die aangewezen zijn als gebied waar een aanlijngebod geldt worden aanduidingsborden geplaatst door de eigenaren. Wat kan een hond veroorzaken als deze ongecontroleerd losloopt in de natuur? Denk hierbij aan:
- opsporen, verstoren, opjagen en zelfs doden van wild - ziekte voortvloeiende uit contact met uitwerpselen van honden - stress bij vee - beschadiging van gewassen en (beschermde)planten - gevechten tussen honden - afschrikken van andere wandelaars of fietsers.
Aantal wetten en regels op die van belang kunnen zijn voor het los laten lopen van een hond:
- De Flora– en faunawet: Deze wet beschermt de in het wild levende flora (planten) en fauna (dieren) en kent een aantal verbodsbepalingen die op uw hond van toepassing zijn zodra deze wild gaat opsporen, vangen of doden. Opsporen is al snel aan de orde wanneer een hond in een weiland of bos met zijn neus aan de grond een geurspoor van wild volgt. En het gaat ook over beschadigen of vernielen van nesten, holen en (beschermde) planten.
- Wetboek van Strafrecht: Dit wetboek omvat twee overtredingen die voor u als hondeneigenaar van belang kunnen zijn. Het betreden van andermans gronden; de bordjes van terreineigenaren zijn hierop gebaseerd Buiten het bos geldende regels. De hond mag daar wel los mits hij onder appél staat en op de openbare weg blijft. Het is volgens de wet verboden om van mei tot en met oktober over weilanden te lopen; bij ingezaaide akkers is dat het hele jaar het geval.
Daarnaast zijn er, zoals hiervoor reeds is aangeduid, ook in de APV regels opgenomen die voor hondenbezitters gelden.
Uit het meedenk-proces blijkt dat de mede-recreanten merendeels niet gediend zijn van niet onder appèl zijnde loslopende honden.
APV art. 2.4.17 regelt eveneens dat honden zich niet mogen begeven op speelplekken, speelweiden en andere door het college van B&W aangewezen plekken.
Aanpassing beleid: Verduidelijking van de regelgeving.
Een kwetsbare groep –kinderen- wordt door deze regel voldoende beschermd tegen de gezondheidsrisico’s die veroorzaakt worden door hondenpoep. Tevens doet de regel recht aan de wens dat de speelvreugde op deze locaties niet verloren mag gaan door de aanwezigheid van hondenpoep. Tevens biedt de APV het college van B&W de mogelijkheid plekken aan te wijzen waarop honden zich niet mogen begeven.
Er dient een lijst van ‘concrete verboden locaties’ opgesteld te worden, vast te stellen door het college van B&W. Tevens dient APV te worden aangepast, zodat dit verbod ook geldt voor de speelplekken en –weiden binnen de bebouwde kom.
Naast de speelplekken en speelweides, zijn formeel geen plekken door het college van B&W aangewezen waarop een dergelijk verbod van toepassing is. Door een lijst vast te stellen, dit publiekelijk kenbaar te maken door middel van publicatie én het plaatsen van verbodsborden, wordt handhaving van de regels vereenvoudigd. Bij het opstellen van de lijst dient samenwerking gezocht te worden met de buurtnetwerken. Naast de speelplekken en speelweides moet bij het aanwijzen van gebieden gedacht worden aan groenvoorzieningen nabij scholen, publieke gebouwen e.d. en parken waarin een hoge beeldkwaliteit nagestreefd wordt of sprake is van recreatief gebruik.
APV art. 2.4.17 regelt de identificatieplicht van honden. Dit kan gebeuren door het aanbrengen van een halsband of oormerk.
Aanpassing beleid: Vereenvoudiging.
De wijze waarop de identificatieplicht in de APV geregeld is, behoeft aanpassing, zodat de wijze waarop de identificatie kan plaatsvinden gemakkelijker wordt. De verantwoordelijk voor de voorgeschreven identificatie ligt bij de eigenaar van de hond. Het verplicht stellen van een bepaald type kenmerk (bv. een hondenpenning) leidt tot administratieve rompslomp. Dit is een maatregel die meer geld kost dan geld oplevert en is qua menskracht nauwelijks te handhaven. Een hond dient oftewel gechipt te zijn, dan wel dient de hansband voorzien te zijn van adresgegevens van de eigenaar.
4.4 Verontreiniging door honden
APV art. 2.4.18 zorgt ervoor dat het hondenbezitters niet toegestaan is hun hond op een publiek toegankelijke plek (binnen- en buiten de bebouwde kom) te laten ontdoen van uitwerpselen, tenzij de hondenbezitter ervoor zorgt dat de uitwerpselen onmiddellijk opgeruimd en in daarvoor bestemde afvalbakken gedeponeerd worden (mee naar huis nemen kan natuurlijk ook). Tevens dient de hondenbezitter ervoor te zorgen dat hij in het bezit is van een hulpmiddel om de uitwerpselen op te ruimen. De hondenbezitter dient dit hulpmiddel bij zich te dragen tijdens het uitlaten van de hond.
Aanpassing beleid: Schrappen van het voorschrift dat hondenbezitter een hulpmiddelen om uitwerpselen op te ruimen bij zich dient te hebben.
Met welk middel de hondenpoep wordt verwijderd is een zaak van de hondeneigenaar zelve. Dat behoeft de gemeente niet voor te schrijven. De tekst in dit artikel van de APV betekent wel de hondenpoep in alle afvalbakken die door de gemeente zijn geplaatst gedeponeerd mag worden. Op de bakken kan dit zichtbaar worden gemaakt met een speciale sticker. Van welk soort middel gebruikt worden maakt niets uit.
De aanschafkosten van de veel gebruikte plastic zakjes zijn verwaarloosbaar. Het van gemeentewege neerzetten (hoewel soms gratis als er reclame-uitingen op mogen worden geplaatst) en beheren van hondenpoepzakjes via zogenaamde “Depodogs” (zie afbeelding) kost te veel geld in verhouding tot kosten die de burger kwijt is aan dit soort zakjes. Hier en daar kunnen afvalbakken naar wens van de burgers bijgeplaatst worden.
Het verstrekken van de gratis afvalzakjes voor hondenpoep zou kunnen geschieden via de ‘depodogs’. Dit verloopt in bijvoorbeeld Valkenburg erg slecht, mede doordat sommige --vermoedelijk -- hondenbezitters de zakjes direct na het bijvullen op voorraad mee naar huis nemen. Bovendien zijn de zakjes relatief duur. Veruit de meeste hondenbezitters maken daarom gebruik van vele malen goedkopere boterhamzakjes. De keuze en de verantwoordelijkheid voor de aanschaf van een geschikt hulpmiddel voor het opruimen wordt daarmee gelegd waar het thuis hoort; bij de hondenbezitter. In overleg met de Stichting Hondenwelzijn Meerssen en het buurtnetwerk is onderzocht waar het bijplaatsen van afvalbakken wenselijk is.
4.5 Overige voorzieningen: Losloopplekken
In Meerssen zijn op dit moment drie speciale voorzieningen voor hondenbezitters beschikbaar, de zogenaamde losloopplekken (Proost de Beaufortstraat en Burgemeester Kisselsstraat in Meerssen en de Spoorstraat in Bunde). Binnen deze omrasterde voorzieningen mag de hond los rond lopen en zijn behoefte doen. Echter; ook daar is de eigenaar verplicht de hondenpoep op te ruimen en in de daarvoor bestemde bak te deponeren.
Aanpassing beleid: Uitbreiding aantal losloopplekken in of nabij de bebouwde kom.
Het is niet noodzakelijk de regels rondom de losloopplekken aan te passen, de huidige voorzieningen functioneren naar tevredenheid. Door uitbreiding van het aantal plekken wordt tegemoet gekomen aan de kenbaar gemaakte behoefte van een deel van de hondenbezitter.
Aanpassing uitvoering: Het aantal losloopplekken uitbreiden zodat in elke kern minimaal één losloopplek beschikbaar is.
Via de Stichting Hondenwelzijn Meerssen, het buurtnetwerk en/of individuele hondenbezitters is regelmatig vernomen dat er behoefte bestaat aan losloopgebieden. Tijdens het meedenkproces zijn percelen in beeld gekomen die uitermate geschikt zijn om ingericht te worden als losloopplek voor honden. Deze zijn gepresenteerd tijdens de tweede meedenkbijeenkomst en kenbaar gemaakt aan de omwonenden van de betreffende percelen. Er zijn geen bedenkingen kenbaar gemaakt m.b.t. te voorgestelde percelen. Na vaststelling van het beleid en de kredietvotering volgt de realisatie van de betreffende losloopplekken.
Wie de wet overtreedt, in dit geval de regels uit de APV artikelen 2.4.17 en 2.4.18 kan door de politie of medewerkers (BOA’s) van Toezicht & Handhaving, beboet worden. De hoogte van de boete wordt landelijk bepaald. De insteek van het gevoerde beleid in de gemeente Meerssen is tot op de dag van vandaag; wie betrapt wordt op een overtreding, krijgt een boete (lik-op-stuk-beleid).
Wie geen hondenbelasting betaalt, krijgt geen boete over de periode dat geen hondenbelasting is betaald. Dit is feitelijk niet fair ten opzichte van de correcte belastingbetaler. Ingeval een hond willens en wetens niet is aangemeld bestaat de mogelijkheid om een boete op te leggen (bestuurlijke boete; verzuimboete wegens het niet of niet tijdig doen van aangifte).
Aanpassing beleid: ja, via een door het college vast te stellen Boeteregeling.
De Wet Bestuurlijke Boete Overlast (2009) heeft hierin geen grote verandering gebracht. Op basis van deze wet bedraagt de maximale boete € 100,-Op regionaal (Zuid-Limburg) niveau is besloten dat er geen implementatie van de Wet Bestuurlijke Boete Overlast plaats zal vinden en de handhaving op de huidige wijze –strafbeschikking- voortgezet zal worden.
Het niet betalen van verschuldigde hondenbelasting is aan de orde. De mate hiervan is niet concreet bekend. Tot nu toe loopt de hondenbezitter weinig risico: wordt via de jaarlijkse steekproefsgewijze controles vastgesteld dat geen hondenbelasting wordt betaald, volgt een aanslag voor het lopende belastingjaar. Een verzuimboete mag volgens wettelijke bepalingen maximaal € 1.134,00 bedragen. Er moet echter sprake zijn van proportionaliteit/evenredigheid tussen de hoogte van de boete en de ernst van het te beboeten feit. Om die reden zal een boeteregeling worden voorgesteld waarbij een verzuimboete voor het niet doen van aangifte hondenbelasting wordt opgenomen van de helft van het na te vorderen bedrag aan hondenbelasting.
Extra handhaving wordt vaak als een belangrijk middel gezien tegen de overlast van hondenpoep. ook tijdens het meedenkproces is door velen kenbaar gemaakt behoefte te hebben aan extra toezicht & handhaving, met name tijdens de “spitsuren” (’s morgensvroeg en in de vroege avonduren) Regelmatige handhavingsacties gericht op dit onderwerp worden daarom wenselijk geacht. In 2006 en 2007 is bij wijze van proef buiten de reguliere werkuren opvallend en onopvallend gepatrouilleerd door het team Toezicht & Handhaving. Ondanks de inzet van heel veel mensuren levert dit geen extra heterdaad overtredingen op, doch wel naleving van de regels. Door de toezichthouders & handhavers (BOA’s) wordt gedurende de surveillance de naleving van de aan de orde zijnde Apv regels meegenomen. Extra toezicht & handhaving buiten de reguliere werkuren (07.30 – 18.30) noopt, zonder te tornen aan de inzet tijdens de reguliere werkuren, tot extra capaciteit. Dit is meegenomen in de voorcalculatie van de lasten.
Jaarlijkse vinden bij circa 10% van de adressen aan de deur controle plaats op hondenbezit. Dit blijft ongewijzigd.
Aanpassing beleid: Meer (20 uur per week) toezicht & handhaving buiten de reguliere werkuren.
Intensieve handhaving is wenselijk, maar dient afgewogen tegen vele andere wensen op handhavingsgebied die vaak net zo belangrijk of nog belangrijker gevonden worden. Een keuze hierin is door de gemeenteraad gemaakt aan de hand van de Nota integrale handhaving gemeente Meerssen. Voor 2014 wordt rekening gehouden met extra toezicht & handhavingsuren buiten de reguliere werktijden.
Op communicatief vlak kan nog veel winst behaald worden. De voorliggende nota, aangevuld met de door het college van B&W vast te stellen lijst van ‘’verboden plekken’’, is één van de beschikbare middelen om de communicatie met de hondenbezitters te verbeteren. De gemeentelijke publicaties zijn tot op heden beperkt gebleven tot –moeilijk te achterhalen- regels uit de APV op de gemeentelijke website en een incidentele publicatie in de Geulbode. De informatie dient eenduidiger te zijn en gebundeld te worden. In deze nota is een aantal punten benoemd waarover nadrukkelijk gecommuniceerd zal gaan worden met de burgers en hondenliefhebbers.
De voorliggende nota, aangevuld met de lijst van ‘’verboden plekken’’ dient eenvoudig te downloaden zijn via de website van de gemeente Meerssen. Tevens dient een populaire versie van de regels beschikbaar te zijn in brochurevorm, die eveneens via de gemeentelijke website te downloaden is en in uitgeprinte vorm verstrekt kan worden. De brochure kan eveneens gebruikt worden voor publicaties op de gemeentepagina in de Geulbode en als bijlage bij aanslag hondenbelasting. ook zal informatie beschikbaar worden gesteld aan de basisscholen, zodat aandacht hieraan geschonken kan worden tijdens de lessen.
De hondenbelasting is een zuivere belasting, niet gelabeld aan een dienst of product van de gemeente.
Een veelgehoorde en begrijpelijke wens van velen is dat hondenbelasting een doelbelasting zou moeten zijn, waarvan de betaalde belasting volledig ten goede komt aan maatregelen ten behoeve van de hondenbezitter. Vele lokale overheden, ook de gemeente Meerssen, hebben gepoogd inzichtelijk te maken waaraan de inkomsten uit de hondenbelasting besteed worden.
Een altijd terugkerend probleem daarbij is dat hondenpoep, net als zwerfvuil, overal opduikt, daarmee ook overal opgeruimd wordt en daarmee in diverse begrotingsposten een aandeel heeft. De kosten die daarbij gemaakt worden, maken altijd deel uit van een groter geheel, waarbij het kostenaandeel hondenpoep nauwelijks inzichtelijk te maken valt. In onze gemeente betreft dit bijvoorbeeld het groenbestek, het reinigingsbestek, de kosten van de gemeentelijke veegmachine, stortkosten, toegerekende ambtelijke uren etc. etc. De uitkomst van een dergelijke doorberekening van kosten is betwistbaar en discutabel. Echter; linksom of rechtsom de kosten zullen betaald moeten worden.
5.2 Incidentele en structurele lasten
Door de gemeenteraad is vanuit het rekeningsaldo 2010 een niet gespecificeerd bedrag geoormerkt voor incidentele uitgaven voortvloeiende uit het aanpassen van het hondenbeleid.
Afhankelijk van de suggesties die vanuit het buurtnetwerk/ via burgerparticipatie en Stichting Hondenwelzijn Meerssen richting gemeente worden voorgesteld en de keuzes die gemaakt worden, kan bezien worden of het in de nota geduide budget toereikend is of niet.
Maatregelen die leiden tot structurele extra kosten zullen worden gedekt via de hondenbelasting. Hetgeen hiervan bekend is, is opgenomen in de voorcalculatie van het tarief 2014 (zie bijlage)
Met betrekking tot de keuze hondenbelasting lag in het voortraject diverse keuzes voor. Uiteindelijk gaat de voorkeur uit naar een kostendekkend tarief voor de hondenbelasting. Daarmee worden de uitgaven gedekt door de inkomsten uit deze belasting en wordt tegemoet gekomen aan de wens van de meeste hondenbelastingbetalers.
Gestart kan worden in het dienstjaar 2014.
Qua voorcalculatie van de structurele lasten en baten zijn de volgende gegroepeerde posten en de daarbij behorende lasten opgenomen.
begroting (geraamd 1.625 honden x €80,-) 130.000
feitelijke inkomsten 2012: (1.538 x € 80,-) = €123.040
In de begrotingsvergadering van november 2011 is besloten tot een tariefswijziging, in die zin dat vanaf 2012 voor elke hond een zelfde bedrag moet worden betaald: 1e en volgende hond à € 80,- per hond. Het totaal van inkomsten uit de belastingheffing.
Eerder onderzoek laat zien dat de tarieven 2011 in onze gemeente tot de hogere behoren in de regio.
Verhoging/verlaging of verandering van de tarieven (-opzet) is feitelijk niet noodzakelijk. Pas wanneer de uitvoering van de nota leidt tot substantieel meer aangiften (= hogere inkomsten uit hondenbelasting), kan overwogen worden om het tarief te verlagen bij gelijkblijvende lasten.
6. CONCLUSIES EN VERVOLGSTAPPEN
In de basis is het hondenbeleid in Meerssen goed geregeld. Via het verbeteren van enkele regels en de informatievoorziening zal tegemoet gekomen worden aan hetgeen via het uitgebreide meedenkproces is kenbaar gemaakt. Zeker wanneer ook nog een aantal voorzieningen kunnen worden gerealiseerd (losloopplekken en extra afvalbakken).
Overeind blijft het uitgangspunt: de verantwoordelijkheid voor het opruimen van hondenpoep en het aanlijnen van de hond ligt bij de hondenbezitter.
De tarieven zijn duidelijk en via een voorcalculatie met nacalculatie kan verantwoord worden waaraan de hondenbelasting wordt besteed.
Het toezicht & de handhaving richt zich op het behouden van een beheersmatige situatie, waarbij ook buiten de reguliere werktijden toezicht & handhaving plaatsvindt.
Op de volgende punten wordt na vaststelling van de nota het hondenbeleid nog verbeterd:
Na een positief besluit rondom de benutting van de beschikbare incidentele middelen voortvloeiende uit de keuzes de via het buurtnetwerk en de burgerparticipatie geïnventariseerd worden, zullen de volgende maatregelen getroffen worden.
Genoemde bedragen zijn een indicatie van de kosten, exacte bedragen kunnen uiteindelijk afwijken. De middelen zullen flexibel ingezet worden ten behoeve van de aanpak van de problematiek, waarbij zoveel mogelijk ingezet zal worden op het uitbreiden van de voorzieningen voor het deponeren van hondenpoep.
Voorgesteld wordt het effect van de maatregelen eind 2014 te evalueren en zo nodig de aanpak en het beleid bij te stellen. Uit de rapportage veiligheid en leefbaarheid 2010 blijkt dat onder de paragraaf ‘Buurtproblemen’ anno 2010 gemiddeld meer dan 80% van de bewoners aangeeft dat hondenpoep vaak of soms op straat voorkomt. In eind 2014 wordt gestreefd naar een beduidend lager percentage en moet er een duidelijke kentering zichtbaar zijn. Het is aan de hondenbezitters om dit te bewerkstelligen.