Organisatie | Groningen (Gr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en belastingen |
Externe bijlagen | Onderdeel I - Tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 1, onderdeel a. Onderdeel II - Tarief voor een vergunning als bedoeld in artikel 1, onderdeel b. Onderdeel III - Gebiedsomschrijvingen exb-2017-54947 |
Deze regeling vervangt de Verordening parkeerbelastingen 2014’ van 27 november 2013, nr. 6c.
Gemeentewet, art. 225
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2015 | 01-01-2016 | onderdeel I, | 27-05-2015 Gemeenteblad, 2015, 82 | 4991508, 4991509 | |
01-01-2015 | 01-07-2015 | onderdeel III, lid l en p | 26-11-2014 Gemeenteblad, 2014, 96 | 4689785 | |
01-01-2015 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 12-11-2014 Gemeenteblad, 2014, 77 | 4619278 |
Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren : het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid is de belasting terstond verschuldigd na afloop van het parkeren indien wordt geheven door middel van het inbellen bij de centrale computer van het bedrijf waarmee de gemeente Groningen een overeenkomst heeft gesloten voor het verlenen van diensten op het gebied van telefonische betaling bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen.
Het tarief, het tijdvak en de maatstaf van heffing zijn vermeld in de tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2015.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting, indien het inwerking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door middel van het inbellen bij de centrale computer van het bedrijf waarmee de gemeente Groningen een overeenkomst heeft gesloten voor het verlenen van diensten op het gebied van telefonische betaling bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen, betaald worden binnen één maand na de dag waarop het belastbare feit heeft plaatsgevonden.
Houders van een geldige Europese Gehandicapten Parkeerkaart, landelijke invalidenparkeerkaart (zowel voor bestuurders als passagiers), gewestelijke invalidenparkeerkaart of buitenlandse invalidenparkeerkaart zijn vrijgesteld mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde, in combinatie met een parkeerschijf waarop de aankomsttijd is ingesteld, op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst. Indien geen voorruit aanwezig is, dienen de vergunning en de parkeerschijf op een van buitenaf zichtbare plaats duidelijk leesbaar te worden aangebracht.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, bedragen € 59,--.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Gedaan te Groningen ter openbare raadsvergadering van 12 november 2014.
De griffier,
drs. A.G.M. (Toon) Dashorst.
De voorzitter,
dr. R.L. (Ruud) Vreeman.
Onderdeel I - Tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 1, onderdeel a.
Onderdeel II - Tarief voor een vergunning als bedoeld in artikel 1, onderdeel b.