Organisatie | Groningen (Gr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en belastingen |
Externe bijlage | TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING PRECARIOBELASTING 2015 |
Deze regeling vervangt de 'Verordening precariobelasting 2014' van 13 november 2013, nr. 2b.
Gemeentewet, art. 228
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 12-11-2014 Gemeenteblad, 2014, 76 | 4619278 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Onder de naam precariobelasting wordt een belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak
Indien het belastingtijdvak een jaar is en het aanwezig zijn van voorwerpen als bedoeld in artikel 2 in de loop van dat jaar eindigt, wordt op verzoek van de belastingplichtige ontheffing verleend naar evenredigheid van het volle aantal maanden dat na beëindiging van de belastingplicht in het jaar nog overblijft.
De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.
Gedaan te Groningen ter openbare raadsvergadering van 12 november 2014.
De griffier,
drs. A.G.M. (Toon) Dashorst.
De voorzitter,
dr. R.L. (Ruud) Vreeman.
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING PRECARIOBELASTING 2015