Subsidieverordening DVN2.0 Aandachtslocaties Borsele 2014

aandachtlocaties: een onroerende zaak, die mede door de slechte uitstraling de omgeving sterk negatief beïnvloed.

aanvrager: de eigenaar van een desbetreffende aandachtlocatie in de gemeente Borsele die de aanvraag doet;

college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele;

DVN2.0: dorpsvernieuwing 2.0;

eigena(a)r(en): degene(n) die volgens kadaster de desbetreffende aandachtlocatie in de gemeente Borsele in eigendom heeft;

gemeente: de gemeente Borsele;

inzendtermijn: een termijn van twee maanden waarin aanvragen kunnen worden ingediend. De eerste inzendtermijn gaat in op dag één van de eerstvolgende maand na vaststelling van deze verordening. De termijn duurt tot de laatste dag van de opvolgende maand na het ingaan van de termijn. Iedere dag na het einde van het inzendtermijn start een nieuw inzendtermijn.

kwaliteitsslag/verbetering: de verbetering van een bestaande situatie van een onroerende zaak waarmee het belang van dorpsvernieuwing is gediend.

raad: de gemeenteraad van Borsele;

subsidie: financiële tegemoetkoming die wordt toegekend en verstrekt volgens de in deze verordening vastgestelde regels;

subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies ingevolge deze verordening. het bedrag van de gemeente Borsele dat ten hoogste beschikbaar is voor het verstrekken van de subsidie, zoals bedoeld in deze verordening;

Het doel van de ‘Subsidieverordening DVN2.0 Aandachtlocaties Borsele 2014’ is het toekennen van subsidie aan een eigenaar voor het treffen van maatregelen ter verbetering van een aandachtlocatie.

Op deze verordening zijn van toepassing: ‘Subsidieverordening DVN2.0 Aandachtlocaties Borsele 2014’ en ‘Projectplan DVN2.0 2014’.

Het college is belast met de uitvoering van deze verordening.

Het college is bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een subsidie toe te kennen aan de aanvrager.

Het college heeft een lijst vastgesteld met aandachtlocaties.

Het college kan bij zijn beslissing op grond van het tweede lid rekening houden met financiële steun die op grond van enig andere regeling is of kan worden toegekend.

Het college kan aan de toekenning van de subsidie nadere voorwaarden verbinden.

Deze verordening is van toepassing op subsidieaanvragen voor aandachtlocaties in de gemeente met het doel maatregelen te treffen om zijn of haar aandachtlocatie te verbeteren.

De gemaakte kosten van maatregelen ter verbetering van aandachtlocaties komen voor subsidie in aanmerking.

Het college heeft de bevoegdheid om een subsidieplafond vast te stellen.

De hoogte van de subsidie kan maximaal 20 procent van de investering bedragen, met dien verstande dat het maximum tot te kennen subsidiebedrag niet meer dan € 20.000 aan subsidie kan bedragen.

De hoogte van de subsidie is afhankelijk van:

• a.

  de aandachtlocatie en;

• b.

  de maatregelen die worden genomen en;

• c.

  de beoogde effecten van de maatregelen.

Indien de werkzaamheden waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft voor omgevingsvergunningplichtig zijn wordt de subsidie alleen verleend als er een omgevingsvergunning is verleend voor het uitvoeren van die werkzaamheden.

Het stapelen met andere (gemeentelijke) regelingen/instrumenten is mogelijk, met uitzondering van deSubsidieverordening DVN2.0 Woningvoorraad Borsele 2014, tenzij het college daartoe anders beslist.

Het college kan advies inwinnen voor het in behandeling nemen van een aanvraag over de te nemen maatregelen door de aanvrager.

Een aanvraag wordt schriftelijk bij het college ingediend door een daartoe beschikbaar gesteld formulier en gaat vergezeld van een opgave van:

• a.

  de te treffen maatregelen;

• b.

  de werkelijke kosten van de te treffen maatregelen alsmede een financiële onderbouwing van deze opgave;

• c.

  waar mogelijk het energiebesparende effect van de maatregelen;

• d.

  een planning waaruit blijkt wanneer gestart wordt met de werkzaamheden en wanneer deze zijn afgerond;

Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag als bedoeld in artikel 8 binnen twee weken.

Voor de aanvragen geldt een inzendtermijn van twee maanden.

Een aanvraag wordt meegenomen in de inzendtermijn als de aanvraag binnen deze termijn gecompleteerd is.

Het college handelt de aanvragen in volgorde van prioritering af, na sluiting van de inzendtermijn.

Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na de dag waarop de inzendtermijn gepasseerd is. Het college deelt dit door een toe- of afwijzingsbesluit mee aan de aanvrager.

Uit overschrijding van de in lid 4 en 5 van dit artikel bedoelde termijn kan de aanvrager niet afleiden dat de aanvraag is of wordt gehonoreerd.

Het college wijst de aanvraag af, indien:

• a.

  het subsidieplafond is bereikt;

• b.

  de werkelijke kosten van verbetering niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

• c.

  de aanvraag wordt ingediend na het treffen van de maatregelen;

• d.

  desbetreffende aandachtlocatie nu met maatregelen wordt verbeterd, maar deze binnen vijf jaar moet worden afgebroken.

• e.

  er gegronde redenen bestaan aan te nemen dan wel vastgesteld wordt dat niet aan de voorwaarden en bepalingen van deze verordening wordt of zal worden voldaan.

• f.

  De aanvraag niet als prioriteit aangemerkt kan worden en/of de kwaliteitsslag onvoldoende is.

Indien de werkzaamheden door derden worden uitgevoerd moet gebruik gemaakt worden van erkende aannemers en installateurs, constructeurs en adviseurs.

Uiterlijk een maand na voltooiing van de werkzaamheden/maatregelen dient de houder van een beschikking tot subsidieverlening bij het college een aanvraag in voor een beschikking tot subsidievaststelling.

De aanvraag om beschikking tot subsidievaststelling wordt ingediend middels een door het college vastgesteld formulier, onder overlegging van de daarop vermelde bijlagen.

De eigen arbeidsuren komen niet in aanmerking voor subsidie.

Het college besluit een subsidietoekenning in te trekken als:

• a.

  er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen;

• b.

  de subsidie is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens;

• c.

  niet binnen een half jaar na het toekennen van de tegemoetkoming begonnen is met de werkzaamheden;

• d.

  de werkzaamheden niet binnen één jaar na aanvang van de werkzaamheden zijn afgerond.

Indien bij overtreding van de bepalingen in deze verordening de aanvrager verschoonbaar is, kan het college besluiten terugvordering van het in lid 2 genoemde openstaande bedrag geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.

Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar zijn oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, af te wijken van deze verordening, indien:

• a.

  er sprake is van relevante gewijzigde woningmarktomstandigheden en/of woningmarktontwikkelingen;

• b.

  vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van deze verordening naar het oordeel van het college zou leiden tot een onredelijke beslissing.

Deze subsidieverordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Met de inwerkingtreding van deze subsidieverordening en de inwerkingtreding van de ‘Subsidieverordening DVN2.0 Erfgoedzorg Borsele 2014’ en ‘Subsidieverordening DVN2.0 Woningvoorraad Borsele 2014’ vervalt de ‘Subsidieverordening Monumenten en Dorpsvernieuwing’ 2006.

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening DVN2.0 Aandachtlocaties Borsele 2014’.