Organisatie | Heerlen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels Wmo opvang en beschermd wonen Heerlen 2015 |
Citeertitel | Nadere regels Wmo opvang en beschermd wonen Heerlen 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-07-2015 | Nieuwe regeling (tevens intrekking van Nadere regels Eigen bijdragen Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang 2014) | 09-12-2014 | OBM-14000073 |
Nadere regels Wmo opvang en beschermd wonen Heerlen 2015
Het college van Burgemeester en wethouders van Heerlen,
dat het op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 zorg dient te dragen voor opvang en beschermd wonen;
dat de colleges van de gemeenten Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal een gemeenschappelijke regeling zijn aangegaan, waarmee het college van Heerlen het mandaat gekregen heeft deze taak namens de colleges van deze acht gemeenten uit te voeren;
dat het op grond van de “Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerlen 2015” nadere regels dient vast te stellen;
het bepaalde in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
de artikelen 2, 7 vierde en vijfde lid, 8 derde lid, 9 derde en vierde lid, 10 tweede lid, 14, 15 tweede lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Heerlen 2015;
vast te stellen de “Nadere regels Wmo opvang en beschermd wonen gemeente Heerlen 2015”
HOOFDSTUK 1 BEGRIPPEN EN ALGEMENE BEPALINGEN
bijdrage, zoals bedoeld in artikel 2.1.4, eerste lid, van de wet.
Het college van Burgemeester en wethouders van Heerlen.
c.Verklaring omtrent het gedrag (VOG):
Verklaring omtrent het gedrag, zoals bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.
Verordening maatschappelijkeondersteuning gemeente Heerlen 2015.
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
2.Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Algemene wet bestuursrecht en de verordening.
HOOFDSTUK 2 PROCEDUREREGELS, MELDING EN ONDERZOEK
Artikel 3 Regionaal Team Opvang en Beschermd Wonen (TOBW)
Het Regionaal Team Opvang en Beschermd Wonen geldt exclusief, naast het regulier gemeentelijk loket, als voorziening voor het bieden van toegang in het kader van een melding van behoefte aan maatschappelijke ondersteuning in de vorm van opvang of beschermd wonen, zoals bedoeld in artikel 2.3.2 van de wet. Het TOBW is in de bedoelde gevallen tevens namens het college belast met het onderzoek en de overige werkzaamheden zoals beschreven in de artikelen 4 tot en met 6.
Het college onderzoekt, onder andere in een gesprek tussen deskundigen en cliënt dan wel diens vertegenwoordiger, en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie alsmede cliëntondersteuner, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de mogelijkheden van de cliënt om op eigen kracht of met gebruikelijke hulp, algemeen gebruikelijke voorzieningen, mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociaal netwerk, met algemene voorzieningen of met (een combinatie van) maatwerkvoorzieningen in het kader van ondersteuning bij zelfredzaamheid, gericht op participatie, maatwerkvoorzieningen, gericht op vervoer en maatwerkvoorzieningen gericht op wonen in zijn behoefte aan maatschappelijke ondersteuning te voorzien.
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of door samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te voorzien in de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning;
HOOFDSTUK 3 ALGEMENE VOORZIENINGEN EN MAATWERKVOORZIENINGEN
Artikel 11 Maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget
Een persoonsgebonden budget wordt alleen verstrekt, indien:
de cliënt naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, in staat is te achten de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
Artikel 12 Vaststelling hoogte persoonsgebonden budget
De hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld aan de hand van de onderdelen waaruit de zorg bestaat, door wie de zorg verleend wordt en de bedragen, die daarvoor gelden op grond van de “Nadere regels Wmo zelfredzaamheid en participatie Heerlen 2015”.
Artikel 13 Uitbetaling persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget wordt na toekenning, op basis van declaratie, op grond van artikel 2.6.2 van de wet, uitgekeerd door de Sociale Verzekeringsbank.
Artikel 14 Controle persoonsgebonden budget
Op basis van een steekproef wordt bij minimaal 10% van de budgethouders een controle gehouden. De groep bestaat uit budgethouders waarbij de Sociale Verzekeringsbank bijzonderheden heeft gesignaleerd, aangevuld met een aselecte steekproef uit de budgethouders, die betalingen hebben ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank en waarbij geen bijzonderheden zijn gesignaleerd.
HOOFDSTUK 4 BIJDRAGEN VOOR OPVANG EN BESCHERMD WONEN
Artikel 15 Bijdrage voor opvang
per dag een eigen bijdrage van € 8,00 voor vrouwen van 23 jaar en ouder, € 7,00 voor vrouwen van 22 jaar,
€ 6,00 voor vrouwen van 21 jaar en € 5,50 voor vrouwen van 20 jaar of jonger.