Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Werkendam

Controlstatuut Gemeente Werkendam 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerkendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingControlstatuut Gemeente Werkendam 2014
CiteertitelControlstatuut Gemeente Werkendam 2014
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerparchief

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Controlstatuut Gemeente Werkendam vastgesteld bij collegebesluit van 27-08-2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 212, 213 en 213a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-12-2014nieuwe regeling

09-12-2014

Altena Nieuws, 18-12-2014

57164

Tekst van de regeling

Intitulé

Controlstatuut Gemeente Werkendam 2014

Controlstatuut Gemeente Werkendam, versie december 2014

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam;

  • 1.

    van mening dat het wenselijk is ten behoeve van de uitoefening van de functie concerncontroller regels te stellen

  • 2.

    gelet op de artikelen 212, 213 en 213a van de Gemeentewet

besluit:

Het Controlstatuut Gemeente Werkendam 2014 vast te stellen

 

Artikel 1: Aanstelling

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de concerncontroller aan.

 

Artikel 2: Positie van de concerncontroller in de organisatie

  • 1.

    De concerncontroller heeft een eigenstandige controlerende, toetsende en adviserende rol binnen de organisatie.

  • 2.

    De concerncontroller valt organisatorisch onder de algemeen directeur.

  • 3.

    De concerncontroller heeft binnen het college de burgemeester als eerste aanspreekpunt.

  • 4.

    De concerncontroller is agenda lid van het managementoverleg en participeert afhankelijk van relevante agendapunten.

  • 5.

    De concerncontroller heeft periodiek overleg met de verschillende portefeuillehouders inzake de PIJOFACH aspecten binnen hun portefeuille.

  • 6.

    De concerncontroller is deelnemer aan de audit commissie.

 

Artikel 3: Bevoegdheden

  • 1.

     

    • 1.

      De concerncontroller is bevoegd om rechtstreeks mededelingen en adviezen te doen aan, dan wel zich te wenden tot, het college van B&W. Hij doet hiervan mededeling aan de algemeen directeur.

    • 2.

      De concerncontroller is bevoegd om bij ambtenaren alle inlichtingen in te winnen die voor het vervullen van zijn taak nodig zijn.

    • 3.

      De concerncontroller heeft een signaalfunctie richting, en is mede gesprekspartner van, de controlerend accountant die door de raad wordt benoemd.

 

Artikel 4: Taken van de concerncontroller

De concerncontroller draagt zorg voor:

  • 1.

     

  • 2.

     

    • 1.

      Het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het college, de raad en de ambtelijke organisatie over rechtmatigheid, doelmatigheid, doeltreffendheid en de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Onder bedrijfsvoering worden in dit statuut nadrukkelijk de PIJOFACH aspecten begrepen: personeel, inkoop, juridisch, organisatie, financiën, automatisering, communicatie en huisvesting.

    • 2.

      Het organiseren van, en inhoudelijk aansturen van, het control team met als doel de gemeente brede control taken zoals opgenomen in dit statuut aan te sturen, door te ontwikkelen en te integreren. Het control team wordt gevormd door de concern-controller en (een aantal) medewerkers die control taken uitvoeren.

    • 3.

      Het signaleren van, en rapporteren over, ontwikkelingen en trends ten behoeve van een duurzame gemeentelijke bedrijfsvoering.

    • 4.

      Het (doen) opstellen van de noodzakelijke administratieve organisatie, processen en werkafspraken en het (laten) verrichten van de daartoe noodzakelijke interne controles en audits.

    • 5.

      Het (laten) actualiseren van de financiële verordeningen zoals voorgeschreven in de vigerende wet- en regelgeving, waaronder de artikelen 212, 213 en 213a van de gemeentewet.

    • 6.

      Het (doen) opstellen van het onderzoeksplan doelmatigheid en doeltreffendheid op grond van het artikel 213a en het (laten) uitvoeren van onderzoeken in dat kader.

    • 7.

      Het jaarlijks (laten) opstellen van het intern controleplan ten behoeve van de interne controle werkzaamheden, inclusief het normenkader ten behoeve van de accountantscontrole door de accountant.

    • 8.

      Het bewaken en door ontwikkelen van de integrale risicomanagement- en risicobeheersing systematiek.

    • 9.

      Het beoordelen en bewaken van de integrale kwaliteit van directie-, college- en raadsvoorstellen.

    • 10.

      Het in opdracht van de algemeen directeur en/of het college initiëren, begeleiden en verrichten van analyses op bedrijfskundig, organisatorisch en financieel terrein.

    • 11.

      Het in opdracht van het college van B&W, rechtstreeks of via de algemeen directeur doen van onderzoeken betreffende de rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid en de kwaliteit van de bedrijfsvoering.

    • 12.

      Het signaleren van knelpunten in de bedrijfsvoering en het doen van voorstellen ter verbetering en optimalisatie van de bedrijfsvoeringprocessen.

    • 13.

      Advisering met betrekking tot het meten en normeren van de bedrijfsvoering (efficiency), de doelmatigheid van het beleid (kosteneffectiviteit) en de doeltreffendheid van het beleid (beleidseffectiviteit).

    • 14.

      Toetsing van en advisering bij de producten uit de planning en control cyclus, met specifieke aandacht voor het verbeteren van de kwaliteit en het voorspellend vermogen van rapportages en begrotingen.

    • 15.

      Toetsing op naleving van kaders en richtlijnen (rechtmatigheid), bedrijfsvoering (efficiency), doelmatigheid (kosteneffectiviteit) en doeltreffendheid (beleidseffectiviteit)

    • 16.

      Toezien op de volledigheid en kwaliteit van de administratieve organisatie, interne controle, informatisering en de in verantwoordingsrapportages overlegde informatie,

    • 17.

      Het bewaken en (doen) opvolgen van de aanbevelingen voortkomende uit de interne controle werkzaamheden, audits, de (interim) controle door de accountant en doel- en rechtmatigheid onderzoeken (waaronder rekenkameronderzoeken).

    • 18.

      Het adviseren van de audit commissie.

    • 19.

      Het in overleg met de algemeen directeur afstemmen met de rekenkamercommissie omtrent onderzoeksplanning en –uitvoering.

 

Artikel 5: Inwerkingtreding

5.1 Het controlstatuut 2014 treedt onder gelijktijdige intrekking van het controlstatuut 2013 in werking op de dag volgend op de die waarop het college van B&W deze heeft vastgesteld.

5.2 Het controlstatuut 2014 wordt 3 jaar na inwerkingtreding geëvalueerd.