Overheidsorganisatie | Gemeente Doesburg |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening loonkostensubsidie gemeente Doesburg |
Citeertitel | Verordening loonkostensubsidie gemeente Doesburg 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Participatiewet, artikel 6 tweede lid
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 09-06-2017 | Nieuwe regeling | 27-11-2014 | 271114/9 |
9
De raad van de gemeente Doesburg;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014;
gehoord de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling van 11 november 2014;
gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet;
b e s l u i t:
vast te stellen de
Verordening loonkostensubsidie gemeente Doesburg 2015.
1. Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.
2. Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:
een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet;
die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen, en
die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.
3. Het college kan advies inwinnen over het oordeel of een persoon tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort. De adviseur neemt daarbij de in het tweede lid neergelegde criteria in acht.
1. Het college gebruikt de in artikel 3 omschreven wijze om de loonwaarde van een persoon vast te stellen.
2. Het college kan advies inwinnen over de vaststelling van de loonwaarde van een persoon uit de doelgroep. Men neemt daarbij de in artikel 3 omschreven methode in acht.
Het college gebruikt de hieronder omschreven wijze om de loonwaarde van een persoon vast te stellen.
Het college maakt gebruik van de loonwaardemethodiek die met de samenwerkende gemeenten in regio Arnhem is afgesproken. Binnen het regionale Werkbedrijf worden afspraken gemaakt over de minimumeisen waaraan een methode ter bepaling van de loonwaarde moet voldoen. Als de afspraken over minimumeisen binnen het Werkbedrijf niet of niet tijdig voor de inwerkingtreding van de Participatiewet tot stand zijn gekomen, worden de minimumeisen gevolgd die de regering in lagere regelgeving heeft vastgelegd.
De te hanteren loonwaardemethodiek voldoet aan de volgende wettelijke eisen:
de loonwaarde hangt niet af van degene die de loonwaarde bepaalt;
het is transparant hoe de loonwaarde tot stand is gekomen;
de methode is inzichtelijk beschreven;
de methode is betrouwbaar;
de methode bevat richtlijnen om te komen tot de loonwaarde van een werknemer op een werkplek, die de prestatie van de werknemer weergeeft.
De werkwijze van deze methodiek bestaat uit de volgende kenmerken:
de loonwaarde wordt gemeten op de werkplek tijdens de proefplaatsing;
de loonwaardemeting wordt uitgevoerd door een onafhankelijk deskundige;
de loonwaardemeting analyseert de mogelijkheden van de betrokkene en de vraag van de werkgever op basis van competenties, vaardigheden en functiespecifieke activiteiten;
zowel de werkgever als de werknemer worden betrokken bij de loonwaardemeting;
de loonwaardemeting geeft zowel inzicht in de mate van productiviteit van de betrokkene als de begeleidingsbehoefte;
de uitkomst van de loonwaardemeting geeft een advies over de hoogte van het percentage van de loonsom dat voor subsidie in aanmerking komt.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening loonkostensubsidie gemeente Doesburg 2015.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 november 2014
De griffier,
J.B. Voorhof
De voorzitter (wnd.),
D.J.C.A.M. van Sommeren