Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Capelle aan den IJssel

Overzicht Subsidieregelingen Welzijn en Educatie Capelle aan den IJssel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCapelle aan den IJssel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingOverzicht Subsidieregelingen Welzijn en Educatie Capelle aan den IJssel
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Betreft een overzicht van Capelse subsidieregelingen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-12-201401-01-2017Nieuwe regelingen

09-12-2014

Gemeenteblad, Jaargang 2014 Nr. 75591

609083

Tekst van de regeling

Intitulé

Overzicht Subsidieregelingen Welzijn en Educatie

Het college heeft in zijn vergadering van 9 december 2014 besloten de volgende subsidieregelingen vast te stellen

  • -

    de subsidieregeling Onderwijsachterstanden

  • -

    de subsidieregeling Armoedebeleid

  • -

    de subsidieregeling BSN

  • -

    de subsidieregeling Buurtwerk

  • -

    de subsidieregeling Integratiebeleid

  • -

    de subsidieregeling Lokaal Jeugdbeleid

  • -

    de subsidieregeling Maatschappelijke dienstverlening

  • -

    de subsidieregeling Milieueducatie

  • -

    de subsidieregeling Speeltuin/speeluitleen/speel-o-theek

  • -

    de subsidieregeling Vakantieactiviteiten

  • -

    de subsidieregeling Stimulering Vrijwilligerswerk

  • -

    de subsidieregeling Cultuur

  • -

    de subsidieregeling Evenementen

  • -

    de subsidieregeling Sport en sportieve recreatie

  • -

    de subsidieregeling Jeugdsport

  • -

    de subsidieregeling Prestatiesport

Subsidieregeling Speeltuin, Speeluitleen, Speel-o-theek

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Speeltuin, Speeluitleen en Speel-o-theek Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2 bedoelde activiteiten.

Artikel 2. Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op:

    • a.

      Speeltuin

      i.Het beheren en in stand houden van een algemeen toegankelijke speeltuin in de wijk Schollevaar.

    • b.

      Speel-o-theek

      i.Het uitlenen van pedagogisch verantwoord speelgoed aan aangesloten leden, alsmede het verstrekken van informatie en advies ten aanzien van het verantwoord gebruik van het speelgoed.

    • c.

      Speeluitleen

      • i.

        Het gedurende het hele jaar uitlenen van buitenspeelgoed aan kinderen die wonen in een van de flatgebouwen gelegen aan de Beemsterhoek, Purmerhoek en Schermerhoek te Capelle aan den IJssel, dan wel kinderen van wie de ouders en/of verzorgers dan wel een van de ouders en/of verzorgers in één van de genoemde flatgebouwen woonachtig is.

      • ii.

        Het gedurende de zomervakantieperiode uitlenen van buitenspeelgoed aan kinderen uit de wijk Oostgaarde.

      • iii.

        Het organiseren van buitenspeel- of andere activiteiten in de vakantieperioden voor kinderen uit de wijk Oostgaarde.

      • iv.

        Het op locatie voor gebruik beschikbaar stellen van computers met internetaansluiting voor de bewoners uit een van de flatgebouwen gelegen aan de Beemsterhoek, Purmerhoek en Schermerhoek te Capelle aan den IJssel.

  • 2.

    De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-05; Jeugd- en jongerenbeleid.

Artikel 3. Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 4. Subsidieontvanger

 

Artikel 4. Subsidieontvanger

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie die niet per kalenderjaar wordt verstrekt wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2.

    Aanvragen ingediend voor of na de termijn genoemd in het eerste lid worden niet in behandeling genomen.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, binnen acht weken nadat de uiterste aanvraagdatum, te weten 1 april, is verstreken.

  • 2.

    Het college kan de termijn genoemd in het eerste lid eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 8. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per product. De in product 12-05 opgenomen middelen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 2.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de subsidieaanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als hierdoor het subsidieplafond niet zou worden overschreden. De subsidieaanvragen die voor de voorgeschreven aanvraagdatum zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen van artikel 6 van de ASV, worden eerst getoetst aan de overige artikelen van de ASV. Als de beoordeling op grond van de ASV geen aanleiding geeft om de aanvraag af te wijzen, wordt de aanvraag getoetst aan deze subsidieregeling. Indien het totaalbedrag van de aanvragen die na deze toetsing voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, worden deze aanvragen met elkaar vergeleken. De aanvragen die op basis van de uitkomsten van deze vergelijking het meest bijdragen aan het realiseren van het gemeentelijk beleid worden in volgorde van de uitkomsten van de vergelijking gehonoreerd tot het niveau van het subsidieplafond.

  • 3.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor andere aanvragen om subsidie plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 9. Verplichtingen

  • 1.

    Subsidieontvangers dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 2.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 10. Aanvraag vaststelling subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 15 van de ASV dient een aanvraag tot vaststelling van een subsidie vanaf € 5.000,- tot € 50.000,- naast een inhoudelijk verslag ook een financiële verantwoording te bevatten.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Speeltuin, Speeluitleen en Speel-o-theek.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 2. Activiteiten

De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-05; jeugd- en jongerenbeleid.

Deze doelstelling is:

“Het scheppen van zodanige voorwaarden, dat de zelfstandigheid, eigen kracht en verantwoordelijkheid van jongeren wordt versterkt en dat hun maatschappelijke participatie en sociale binding aan de Capelse samenleving wordt bevorderd”.

Artikel 3. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd. Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 9).

Artikel 4. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Speeltuin, Speeluitleen en Speel-o-theek vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Beslistermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Subsidieplafond en wijze van verdeling

De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden. Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling.

Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats. Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking.

Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.

Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen.

In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Artikel 9. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat er op gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 10. Aanvraag vaststelling subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 11. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Subsidieregeling Brede School Netwerken

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Brede School Netwerken Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a.

    Brede School Netwerken: partijen die onder regie van de gemeente Capelle aan den IJssel betrokken zijn bij het vormgeven van een buitenschools educatief programma op het gebied van onder andere sport, kunst en cultuur, techniek, vrije tijd en media.

  • b.

    Netwerkpartners: elke partij die op vrijwillige basis deelneemt aan het Brede School Netwerk.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 3.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor naschoolse, kortlopende educatieve activiteiten die ten doel hebben de ontwikkeling te bevorderen van sociaal-emotionele vaardigheden, talenten en het zelfreflecterend vermogen van Capelse jongeren van 4 tot en met 18 jaar.

  • 4.

    De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van de gemeentelijke Kadernotitie Brede School Netwerken 2010-2015.

Artikel 4. Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 5. Subsidieontvanger

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

1.Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend op twee verschillende momenten:

  • a.

    Subsidieaanvragen voor activiteiten in de periode van 1 september tot en met 31 december worden uiterlijk 15 juli van hetzelfde kalenderjaar ingediend.

  • b.

    Subsidieaanvragen voor activiteiten in de periode van 1 januari tot en met 30 juni worden uiterlijk 15 november van het voorafgaande kalenderjaar ingediend.

Artikel 8. Beslistermijn

In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een aanvraag om een subsidie binnen zes weken nadat de uiterste aanvraagdatum genoemd in artikel 7 is verstreken.

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 4.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per product. De in product 12-15 opgenomen middelen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 5.

    Een subsidie wordt verleend voor zover het subsidieplafond niet wordt overschreden.

  • 6.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt plaats op basis van de uitkomsten van een netwerkvergadering waarin door de netwerkpartners wordt bepaald welke educatieve activiteiten genoemd in artikel 3 de netwerkpartners willen afnemen en welke activiteiten derhalve voor subsidiering in aanmerking komen.

Artikel 10. Verplichtingen

  • 3.

    Subsidieontvangers dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 4.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 3.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 4.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Brede School Netwerken.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Begripsbepalingen

De onder lid 1 sub b bedoelde netwerkpartners bestaan onder andere uit scholen, buurthuizen en potentiële subsidieontvangers.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3. Activiteiten

Activiteiten moeten aansluiten bij het gemeentelijk beleid. In het geval van deze subsidieregeling is dit beleid verwoord in de Kadernotitie Brede School Netwerken 2010-2015. In onderstaande passage uit deze nota wordt de doelstelling van de Brede School Netwerken als volgt verwoord:

“In het verlengde van de Jeugdagenda stellen wij voor om Brede School Netwerken in de komende jaren in te zetten als een middel om het opgroeien van kinderen en jongeren van 4 tot en met 18 jaar in Capelle tot zelfstandige burgers te stimuleren. Bij ‘zelfstandigheid’ en ‘burgerschap’ horen begrippen als zelfredzaamheid, sociale competentie, participatie, (zelf)reflectie, conflictbeheersing, opkomen voor jezelf, binding met anderen, talentontwikkeling en omgaan met verschillen”.

Artikel 4. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd. Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 10).

Artikel 5. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Brede School Netwerken vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Beslistermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

De verdeling van het subsidieplafond vindt plaats op basis van de in lid 3 beschreven netwerkvergadering. Tijdens deze vergadering bespreken de netwerkpartners aan welke activiteiten behoefte is.

Deze uitkomsten van de vergadering worden vastgelegd in een lijst met daarop alle gekozen activiteiten van potentiële subsidieontvangers. De potentiële subsidieontvangers die volgens deze lijst voor een subsidie in aanmerking komen moeten vervolgens een aanvraag indienen die voldoet aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling.

Artikel 10. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 10. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Subsidieregeling Sport en Sportieve Recreatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Sport en sportieve recreatie Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Begripsomschrijving

Schoolsportevenement: sportactiviteit ten behoeve van leerlingen uit het basis- en/of speciaal onderwijs waarbij leerlingen kennismaken met één of meer individuele en/of teamsporten, georganiseerd door de onderwijsinstelling al dan niet in samenwerking met een of meer sportverenigingen.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten op stedelijk, bovenwijks, niveau die gericht zijn op:

  • a.

    Het kennis laten maken van leerlingen van het basisonderwijs met diverse takken van sport door middel van het organiseren van schoolsportevenementen.

  • b.

    Het bieden van gelegenheid om in georganiseerd verband deel te nemen aan zwemactiviteiten.

  • c.

    Het in staat stellen van gehandicapten, hartpatiënten ex-hartpatiënten om onder deskundige begeleiding aan sportactiviteiten deel te nemen.

  • 2.

    De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstellingen van de gemeentelijke beleidsnota Visie op Sport.

Artikel 4. Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 5. Subsidieontvanger

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

  • 3.

    Een aanvraag om een subsidie die niet per kalenderjaar wordt verstrekt wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 4.

    Aanvragen ingediend voor of na de termijn genoemd in het eerste lid worden niet in behandeling genomen.

Artikel 8. Beslistermijn

  • 3.

    In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, binnen 8 weken nadat de uiterste aanvraagdatum, te weten 1 april, is verstreken.

  • 4.

    Het college kan de termijn genoemd in het eerste lid eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 7.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per product. De in product 14-01 opgenomen middelen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 8.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de subsidieaanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als hierdoor het subsidieplafond niet zou worden overschreden. De subsidieaanvragen die voor de voorgeschreven aanvraagdatum zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen van artikel 6 van de ASV, worden eerst getoetst aan de overige artikelen van de ASV. Als de beoordeling op grond van de ASV geen aanleiding geeft om de aanvraag af te wijzen, wordt de aanvraag getoetst aan deze subsidieregeling. Indien het totaalbedrag van de aanvragen die na deze toetsing voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, worden deze aanvragen met elkaar vergeleken. De aanvragen die op basis van de uitkomsten van deze vergelijking het meest bijdragen aan het realiseren van het gemeentelijk beleid, worden in volgorde van de uitkomsten van de vergelijking gehonoreerd tot het niveau van het subsidieplafond.

  • 9.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor andere aanvragen om subsidie plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 10. Verplichtingen

  • 5.

    Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 6.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 11. Aanvraag vaststelling subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 15 van de ASV dient een aanvraag tot vaststelling van een subsidie vanaf € 5.000,- tot € 50.000,- naast een inhoudelijk verslag ook een financiële verantwoording te bevatten.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Sport en Sportieve Recreatie.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Begripsomschrijving

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3. Activiteiten

Activiteiten moeten aansluiten bij het gemeentelijk beleid. In het geval van deze subsidieregeling is dit beleid verwoord in de beleidsnota Visie op Sport van de gemeente Capelle aan den IJssel. In deze nota staat de volgende visie:

“Elke Capellenaar moet de kans krijgen om te voldoen aan de minimale norm van een half uur per dag matig intensief bewegen. Capellenaren worden zoveel mogelijk gestimuleerd om te bewegen en te sporten, al dan niet in georganiseerd verband. Sport en bewegen moeten een geïntegreerd onderdeel van de samenleving zijn waarbij dwarsverbanden worden gelegd met andere beleidsvelden zoals jeugd-, gezondheid- en ouderenbeleid. Hierdoor komen zowel de gezondheidsaspecten als de sociale aspecten van sporten en bewegen het beste tot hun recht. Sport is dan zowel een doel als een middel. De gemeente is hierbij in eerste plaats ondersteunend: het initiatief ligt zoveel mogelijk bij de sportverenigingen en de andere maatschappelijke spelers”.

Artikel 4. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd. Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 10).

Artikel 5. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Sport en Sportieve Recreatie vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Beslistermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden. Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats. Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking. Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.

Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Artikel 10. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 11. Aanvraag vaststelling subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 12. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Subsidieregeling Armoedebeleid

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de SubsidieregelingArmoedebeleid Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Begripsomschrijving

Doelgroep van het armoedebeleid: Capellenaren met een inkomen tot 110% van het wettelijk sociaal minimum en/of Capellenaren met problematische schulden en/of Capelse jongeren met een grote kans op schuldenproblematiek.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten op stedelijk, bovenwijks, niveau die bijdragen aan:

  • a.

    De bestrijding en/of preventie van armoede en daarmee aan het ondersteunen van de

    doelgroep van het armoedebeleid.

  • b.

    De bevordering van de participatie aan de samenleving door de doelgroep van het

    Armoedebeleid.

  • c.

    Het vergroten van de zelfredzaamheid en de eigen kracht van de doelgroep van het armoedebeleid.

  • 2.

    De activiteiten dienen te voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    De activiteiten zijn niet gericht op het maken van winst.

  • b.

    De activiteiten dienen geen commercieel doel en de subsidieontvanger kan dit aantonen.

  • c.

    De activiteiten zijn gratis of tegen een lage vergoeding beschikbaar voor de doelgroep.

  • 3.

    De activiteiten dienen aan te sluiten bij het gemeentelijke Beleidsactieplan aanpak armoede 2013-2016 en/of het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015.

Artikel 4. Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 5. Subsidieontvanger

Subsidie wordt verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon, een natuurlijke persoon of een groep van natuurlijke personen.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

Artikel 7. Aanvraag

Onverminderd het bepaalde in artikel 6 van de ASV legt de aanvrager die een natuurlijke persoon of de vertegenwoordiger is van een groep van natuurlijke personen, bij de aanvraag een kopie van een geldig identiteitsbewijs, inclusief burgerservicenummer van de aanvrager over.

Artikel 8. Aanvraagtermijn

  • 5.

    Een aanvraag om een subsidie die niet per kalenderjaar wordt verstrekt wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 6.

    Aanvragen ingediend voor of na de termijn genoemd in het eerste lid worden niet in behandeling genomen.

Artikel 9. Beslistermijn

5.In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een aanvraag om een

subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, binnen acht weken nadat de uiterste aanvraagdatum, te weten 1 april, is verstreken.

6.Het college kan de termijn genoemd in het eerste lid eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 10. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 10.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per product. De in product 12-02 opgenomen middelen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 11.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de subsidieaanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als hierdoor het subsidieplafond niet zou worden overschreden. De subsidieaanvragen die voor de voorgeschreven aanvraagdatum zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen van artikel 6 van de ASV en van artikel 7 van deze subsidieregeling, worden eerst getoetst aan de overige artikelen van de ASV. Als de beoordeling op grond van de ASV geen aanleiding geeft om de aanvraag af te wijzen, wordt de aanvraag getoetst aan deze subsidieregeling. Indien het totaalbedrag van de aanvragen die na deze toetsing voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, worden deze aanvragen met elkaar vergeleken. De aanvragen die op basis van de uitkomsten van deze vergelijking het meest bijdragen aan het realiseren van het gemeentelijk beleid, worden in volgorde van de uitkomsten van de vergelijking gehonoreerd tot het niveau van het subsidieplafond.

  • 12.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor andere aanvragen om subsidie plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 11. Verplichtingen

  • 1.

    Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 2.

    Natuurlijke personen of leden van een groep van natuurlijke personen die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen te beschikken over een Verklaring omtrent het gedrag.

  • 3.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan in de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 12. Aanvraag vaststelling subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 15 van de ASV dient een aanvraag tot vaststelling van een subsidie vanaf € 5.000,- tot € 50.000,- naast een inhoudelijk verslag ook een financiële verantwoording te bevatten.

Artikel 13. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Armoedebeleid

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Begripsomschrijving

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3. Activiteiten

Activiteiten moeten aansluiten bij het gemeentelijk beleid. Voor de Subsidieregeling Armoede is dit beleid geformuleerd in het gemeentelijke Beleidsactieplan aanpak armoede 2013-2016 respectievelijk het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015. In het Beleidsactieplan aanpak armoede staat onderstaande missie:

“Het armoedebeleid (inclusief schuldhulpverlening) wil enerzijds voorkomen dat mensen in een armoedesituatie terechtkomen en richt zich anderzijds op het bestrijden van armoedesituaties, waarbij de nadruk ligt op (het bevorderen van) de eigen kracht, de zelfredzaamheid en participatie van Capellenaren op economisch en sociaal gebied”.

Artikel 4. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd. Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 11).

Artikel 5. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Armoede vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Aanvraag

De reden dat een ID-bewijs, inclusief burgerservicenummer, overlegd moet worden is dat de gemeente zeker wil zijn van de identiteit van de natuurlijke persoon die het geld ontvangt.

Artikel 8. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 9. Beslistermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 10. Subsidieplafond en wijze van verdeling

De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden. Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats. Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking. Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.

Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Artikel 11. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan voor organisaties gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Natuurlijke personen die een subsidie ontvangen voor activiteiten met en/of voor kinderen dienen allen verplicht te beschikken over VOG. De aanwezigheid van een VOG kan door middel van een steekproef door de gemeente worden gecontroleerd. Het ontbreken van een VOG kan leiden tot intrekking of terugvordering van de subsidie.

Artikel 12. Aanvraag vaststelling subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 13. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Subsidieregeling Cultuur

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Cultuur Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2 bedoelde activiteiten.

Artikel 2. Activiteiten

  • 5.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten op stedelijk (bovenwijks) niveau die gericht zijn op:

    • a.

      Beeldende kunst

      • i.

        het toegankelijk maken of tentoonstellen van beeldende kunst en/of;

      • ii.

        het ondersteunen en stimuleren van beeldende kunstenaars.

    • b.

      Podiumkunsten

      • i.

        het verlevendigen van het stadshart door middel van het aanbieden van podiumkunsten en het organiseren van activiteiten in of rondom het theater.

      • ii.

        het programmeren, uitvoeren, instuderen of faciliteren van podiumkunsten in Capelle aan den IJssel

    • c.

      Muziekeducatie

      • i.

        kennismaking van Capelse jongeren tot en met 18 jaar met muziek door middel van methodisch onderwijs, kennismakingscursussen, binnenschoolse muziekeducatie en/of samenspel en/of;

      • ii.

        actieve of passieve participatie van alle Capellenaren op het gebied van muziek.

    • d.

      Bibliotheek, erfgoed, media

      • i.

        Het bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling en kennis van Capellenaren en/of;

      • ii.

        het verzamelen en toegankelijk maken van informatie; vorming van een voor de Capelse bevolking relevante collectie en/of;

      • iii.

        bijdragen aan het historisch bewustzijn over Capelle.

    • e.

      Nieuwe culturele initiatieven

      i.Het realiseren en/of uitvoeren van een nieuw initiatief dat past binnen de kaders van de missie, visie en/of doelstellingen van de gemeentelijke Cultuurnota en door middel van een niet-structurele bijdrage gerealiseerd en/of uitgevoerd kan worden.

  • 6.

    De activiteiten dienen:

    • a.

      aan te sluiten bij de missie en visie en/of doelstellingen van de gemeentelijke Cultuurnota en

    • b.

      kunst en cultuur toegankelijk te maken voor alle Capellenaren en/of

    • c.

      een bijdrage te leveren aan de persoonlijke ontwikkeling, dialoog, ontmoeting en/of onderling begrip van en tussen Capellenaren door middel van kunst- en cultuur en/of

    • d.

      gericht te zijn op cultuureducatie van kinderen en jongeren tot en met 18 jaar.

Artikel 3. Prestatieafspraken

 

Artikel 3. Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 4. Subsidieontvanger

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 7.

    Een aanvraag om een subsidie die niet per kalenderjaar wordt verstrekt wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 8.

    Aanvragen ingediend voor of na de termijn genoemd in het eerste lid worden niet in behandeling genomen.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 7.

    In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, binnen acht weken nadat de uiterste aanvraagdatum, te weten 1 april, is verstreken.

  • 8.

    Het college kan de termijn genoemd in het eerste lid eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 8. Subsidieplafond en wijze van verdeling

13.Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per product. De in de producten 13-01, 13-02, 13-03 en

13-04 opgenomen middelen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 14.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de subsidieaanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als hierdoor het subsidieplafond niet zou worden overschreden. De subsidieaanvragen die voor de voorgeschreven aanvraagdatum zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen van artikel 6 van de ASV, worden eerst getoetst aan de overige artikelen van de ASV. Als de beoordeling op grond van de ASV geen aanleiding geeft om de aanvraag af te wijzen, wordt de aanvraag getoetst aan deze subsidieregeling. Indien het totaalbedrag van de aanvragen die na deze toetsing voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, worden deze aanvragen met elkaar vergeleken. De aanvragen die op basis van de uitkomsten van deze vergelijking het meest bijdragen aan het realiseren van het gemeentelijk beleid, worden in volgorde van de uitkomsten van de vergelijking gehonoreerd tot het niveau van het subsidieplafond.

  • 15.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor andere aanvragen om subsidie plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 9. Verplichtingen

  • 7.

    Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 8.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 10. Aanvraag vaststelling subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 15 van de ASV dient een aanvraag tot vaststelling van een subsidie vanaf € 5.000,- tot € 50.000,- naast een inhoudelijk verslag ook een financiële verantwoording te bevatten.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 5.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 6.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Cultuur.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 2. Activiteiten

Activiteiten moeten aansluiten bij het gemeentelijk beleid. In het geval van deze subsidieregeling is dit beleid verwoord in de Cultuurnota van de gemeente Capelle aan den IJssel. In deze nota staan onderstaande missie en visie:

-Missie

Wij voelen ons medeverantwoordelijk voor het behoud en de ontwikkeling van cultuur als kracht van de samenleving. Wij vinden het daarom belangrijk om iedereen op een laagdrempelige manier toegang te bieden tot het veelzijdige kunst- en cultuuraanbod en het culturele leven in de gemeente.

-Visie

Wij willen met ons kunst- en cultuurbeleid stimuleren, faciliteren en de participatie bevorderen. Wij willen meer kansen scheppen voor eigen ontwikkeling, dialoog en ontmoeting en willen het onderlinge begrip vergroten, ook tussen mensen met een verschillende etnische en culturele achtergrond.

De niet-structurele subsidie (als bedoeld in artikel 2, lid 1 sub e) voor nieuwe culturele initiatieven komt uit het aanjaagbudget voor culturele initiatieven. Deze subsidie kan niet structureel worden aangevraagd of toegekend. Voor het initiatief waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, zal dan ook niet structureel aanspraak kunnen worden gemaakt op het aanjaagbudget.

Artikel 3. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd. Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 9).

Artikel 4. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Cultuur vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Beslistermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Subsidieplafond en wijze van verdeling

De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden. Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats. Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking. Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.

Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Artikel 9. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 10. Aanvraag vaststelling subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 11. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Subsidieregeling Prestatiesport

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Prestatiesport Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a.

    Prestatiesport: sportbeoefening waarbij een sportvereniging met een standaard seniorenteam uitkomt op het hoogste of op het één na hoogste niveau in de landelijke competitie, die niet beroepsmatig van aard is.

  • b.

    NOC*NSF: Nederlandse sportorganisatie die ten doel heeft (top)sport in Nederland te bevorderen en haar leden, zijnde sportverenigingen, te ondersteunen.

  • c.

    Sportbond: Overkoepelende bond ter bevordering van een bepaalde tak van sport.

  • d.

    Sportvereniging: Een binnen- of buitensportvereniging die geografisch en statutair gevestigd is in Capelle aan den IJssel, rechtstreeks dan wel via de (overkoepelende) bond aangesloten is bij NOC*NSF en binnen- of buitensportactiviteiten ontwikkelt voor de inwoners van Capelle aan den IJssel.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

Subsidie voor prestatiesport wordt verstrekt ter tegemoetkoming in de hogere kosten, zoals bondsafdrachten en vervoerskosten, die gepaard gaan met het beoefenen van prestatiesport.

Artikel 4. Subsidieontvanger

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een sportvereniging.

  • 2.

    De sportvereniging:

    • a.

      mag geen winstoogmerk hebben;

    • b.

      dient uitsluitend of vrijwel uitsluitend met vrijwilligers te werken en;

    • c.

      dient een openbaar karakter te hebben, dat wil zeggen voor alle Capellenaren toegankelijk te zijn of activiteiten te organiseren die voor alle Capellenaren toegankelijk zijn.

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de klasse van de landelijke competitie waarin wordt uitgekomen:

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal € 2.500,- voor teams die uitkomen in de hoogste klasse van de landelijke competitie.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal € 1.500,- voor teams die uitkomen in de op één na hoogste klasse van de landelijke competitie.

  • 3.

    Sportverenigingen die in een sportseizoen prestatiesport beoefenen ontvangen subsidie voor dat seizoen.

  • 4.

    Sportverenigingen kunnen maximaal één keer per kalenderjaar, derhalve hetzij in het zomerseizoen, hetzij in het winterseizoen in aanmerking komen voor een subsidie op basis van deze subsidieregeling.

Artikel 6. Aanvraag

Bij een aanvraag om subsidie hoeft de aanvrager, in afwijking van artikel 6, tweede lid, van de ASV, alleen de volgende gegevens over te leggen:

  • a.

    een volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • b.

    een overzicht van de competitie-indeling van de betreffende sportbond.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend voor

1 september van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 8. Beslistermijn

In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een volledige aanvraag om een subsidie voor 1 oktober van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 9. Subsidieplafond & Wijze van verdeling

  • 16.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad als bijlage van bij de programmabegroting een subsidieoverzicht vastgesteld.

  • 17.

    De in het eerste lid bedoelde bedragen gelden als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 18.

    Een subsidie wordt verleend voor zover het subsidieplafond niet wordt overschreden.

  • 19.

    Met inachtneming van artikel 6 van deze subsidieregeling vindt de verdeling van het subsidieplafond plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 10. Verantwoording

De sportvereniging is vrij om het bedrag naar eigen inzicht te besteden aan de activiteiten genoemd in artikel 3 en hoeft hierover geen verantwoording af te leggen.

Artikel 11. Verplichtingen

Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in deze subsidieregeling vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregelingtreedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Beleidsregels subsidie prestatiesport worden ingetrokken.

  • 3.

    Deze subsidieregelingwordt aangehaald als: Subsidieregeling Prestatiesport.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Toelichting

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV. De meeste artikelen spreken voor zichzelf, Ten aanzien van artikel 4 wordt opgemerkt, dat het college op grond van artikel 3 van de ASV, voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens bepaalt welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In artikel 3 wordt voor de Subsidieregeling Prestatiesport vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Subsidieregeling Buurtwerk

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Buurtwerk Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2 bedoelde activiteiten.

Artikel 2. Activiteiten

  • 4.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor de volgende wijk- en/of buurtgerichte activiteiten:

    • e.

      Sociaal-culturele activiteiten.

    • f.

      Activiteiten met een ontmoetingskarakter.

    • g.

      Activiteiten die de leefbaarheid van de wijk en de buurt bevorderen.

    • h.

      Activiteiten die sociale- en maatschappelijke participatie bevorderen, met name van

      die inwoners en/of groepen inwoners die hierin achterblijven.

    • i.

      Activiteiten in het kader van het wijk- en buurtbeheer.

  • 5.

    De activiteiten dienen:

    • a.

      Aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-10; Buurtwerk en te passen in de wijkuitvoeringsplannen.

    • b.

      In elk geval toegankelijk te zijn voor de bewoners van de betreffende wijk.

    • c.

      Een effectieve aanvulling te zijn op het reeds bestaande aanbod.

  • 6.

    Het activiteitenaanbod moet tot stand komen in overleg met wijk- en buurtbewoners en aansluiten bij de behoeften van de wijk- en buurtbewoners.

  • 7.

    De inspanning van de aanvrager dient er aantoonbaar op gericht te zijn dat de gesubsidieerde activiteiten op termijn zonder of met minder subsidie voortgezet kunnen worden.

Artikel 3. Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 4. Subsidieontvanger

1.Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon, met uitzondering van :

  • a.

    Een rechtspersoon met een politieke, levensbeschouwelijke of beroepsgerichte doelstelling, waarvan de activiteiten zich beperken tot gelijkdenkenden.

  • b.

    Een rechtspersoon met een commerciële doelstelling.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 9.

    Een aanvraag om een subsidie die niet per kalenderjaar wordt verstrekt wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 10.

    Aanvragen ingediend voor of na de termijn genoemd in het eerste lid worden niet in behandeling genomen.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 9.

    In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, binnen acht weken nadat de uiterste aanvraagdatum, te weten 1 april, is verstreken.

  • 10.

    Het college kan de termijn genoemd in het eerste lid eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 8. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 20.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per product. De in product 12-10 opgenomen middelen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 21.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de subsidieaanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als hierdoor het subsidieplafond niet zou worden overschreden. De subsidieaanvragen die voor de voorgeschreven aanvraagdatum zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen van artikel 6 van de ASV, worden eerst getoetst aan de overige artikelen van de ASV. Als de beoordeling op grond van de ASV geen aanleiding geeft om de aanvraag af te wijzen, wordt de aanvraag getoetst aan deze subsidieregeling. Bij de beoordeling wordt gekeken naar een evenwichtige verdeling van activiteiten over de wijken, waarbij rekening wordt gehouden met de bevolkingssamenstelling van de buurten. Indien het totaalbedrag van de aanvragen die na deze toetsing voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, worden deze aanvragen met elkaar vergeleken. De aanvragen die op basis van de uitkomsten van deze vergelijking het meest bijdragen aan het realiseren van het gemeentelijk beleid worden in volgorde van de uitkomsten van de vergelijking gehonoreerd tot het niveau van het subsidieplafond.

  • 22.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor andere aanvragen om subsidie plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 9. Verplichtingen

  • 9.

    Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 10.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 10. Aanvraag vaststelling subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 15 van de ASV dient een aanvraag tot vaststelling van een subsidie vanaf € 5.000,- tot € 50.000,- naast een inhoudelijk verslag ook een financiële verantwoording te bevatten.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 7.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 8.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Buurtwerk.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 2. Activiteiten

De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-10; Buurtwerk. Deze doelstelling is:

“Het bieden van de mogelijkheid aan bewoners van buurten en wijken om in georganiseerd verband deel te nemen aan sociaal-culturele activiteiten (in de brede zin des woord) welke aansluiten op de behoefte van deze bewoners”.

Artikel 3. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd. Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 9).

Artikel 4. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Buurtwerk vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Beslistermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Subsidieplafond en wijze van verdeling

De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen

die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden. Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats.

Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking.

Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.

Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen.

In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Artikel 9. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 10. Aanvraag vaststelling subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 11. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Subsidieregeling Onderwijsachterstanden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Onderwijsachterstanden Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a.

    Gewicht volgens de landelijke gewichtenregeling: gewicht conform het Besluit bekostiging WPO.

  • b.

    Schakelklassen: een schakelklas is een klas voor autochtone en allochtone basisschoolleerlingen die een zodanige taalachterstand hebben dat zij niet met succes kunnen deelnemen aan het reguliere onderwijs.

  • c.

    Specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid: uitkeringen conform het Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid.

  • d.

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie, te weten een erkend educatief programma om de ontwikkeling van kinderen met een (kans op een) onderwijsachterstand in de leeftijd van 0 tot 4 jaar zodanig te stimuleren dat hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

1.Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor:

a.Het, in combinatie met of naast een reguliere groep, organiseren van schakelklassen waarin

kinderen gedurende maximaal 1 schooljaar dusdanig worden bijgeschoold dat zij na dit

schooljaar het gewone onderwijscurriculum kunnen volgen.

    • b.

      Het organiseren van activiteiten op het gebied van VVE.

    • c.

      Activiteiten die de taalontwikkeling van kinderen bevorderen.

  • 2.

    De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 11-01; Lokaal onderwijsbeleid.

Artikel 4. Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 5. Subsidieontvangers

Artikel 5. Subsidieontvangers

  • 1.

    Subsidie voor schakelklassen wordt uitsluitend verstrekt aan de besturen van scholen in de gemeente Capelle aan den IJssel die een meer dan gemiddeld aantal leerlingen hebben met een gewicht volgens de landelijke gewichtenregeling.

  • 2.

    Subsidie voor VVE wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon die een activiteit aanbiedt overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 sub b.

  • 3.

    Subsidie bedoeld voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 sub c wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte gevestigde rechtspersoon.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 7, eerste lid, van de ASV moet een aanvraag om een subsidie worden ingediend voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 8. Beslistermijn

  • 11.

    In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, binnen acht weken nadat de uiterste aanvraagdatum, te weten 1 november, is verstreken.

  • 12.

    Het college kan de termijn genoemd in het eerste lid eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 23.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per product. De in product 11-01 opgenomen middelen voor de Specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 24.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de subsidieaanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als hierdoor het subsidieplafond niet zou worden overschreden. De subsidieaanvragen die voor de voorgeschreven aanvraagdatum zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen van artikel 6 van de ASV, worden eerst getoetst aan de overige artikelen van de ASV. Als de beoordeling op grond van de ASV geen aanleiding geeft om de aanvraag af te wijzen, wordt de aanvraag getoetst aan deze subsidieregeling. Indien het totaalbedrag van de aanvragen die na deze toetsing voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, worden deze aanvragen met elkaar vergeleken. De aanvragen die op basis van de uitkomsten van deze vergelijking het meest bijdragen aan het realiseren van de doelstelling van de Specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid worden in volgorde van de uitkomsten van de vergelijking gehonoreerd tot het niveau van het subsidieplafond.

  • 25.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor andere aanvragen om subsidie plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 november van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 10. Verplichtingen

  • 11.

    Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 12.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 11. Aanvraag vaststelling subsidie

Onverminderd het bepaalde in de ASV dient een aanvraag tot vaststelling van de subsidie te voldoen aan de verantwoordingseisen die door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden gesteld aan de verantwoording van de Specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 9.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 10.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Onderwijsachterstanden.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3. Activiteiten

De activiteiten bedoeld onder artikel 3, lid 1 worden gesubsidieerd van uit de Rijksmiddelen die de gemeente ontvangt met de Specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid.

De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 11-01; Lokaal onderwijsbeleid.

Deze doelstelling is:

“Het voorkomen en bestrijden van educatieve achterstanden en sociaal-emotionele problemen bij jonge kinderen en leerlingen op Capelse scholen voor primair en voortgezet onderwijs en het bevorderen dat zoveel mogelijk leerlingen een startkwalificatie halen”.

Artikel 4. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd. Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen en de wijze van verantwoording (zie ook artikel 10 en 11).

Artikel 5. Subsidieontvangers

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Onderwijsachterstanden vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Beslistermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden.

Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag

van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats. Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking. Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te

zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.

Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Artikel 10. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

De subsidieontvanger moet voldoen aan de voorwaarden van de Specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid. Deze voorwaarden worden door de gemeente in de beschikking opgenomen.

Artikel 11. Aanvraag vaststelling subsidie

De verantwoordingseisen, voor zover die zijn opgegeven door het ministerie OCW, zijn opgenomen in de subsidiebeschikking. Het kan gedurende het kalenderjaar voorkomen dat er aanvullende eisen worden gesteld aan de wijze van verantwoording. Dit gebeurt wanneer het ministerie OCW aanvullende informatie nodig heeft van de gemeente.

Artikel 12. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Subsidieregeling Jeugdagenda & Lokaal Jeugdbeleid

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

Gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

Overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Jeugdagenda & Lokaal Jeugdbeleid Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2 bedoelde activiteiten.

Artikel 2. Activiteiten

  • 7.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die aansluiten op de speerpunten van het vigerende jeugdbeleid en waarvoor geen beroep kan worden gedaan op een andere subsidieregeling.

  • 8.

    De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-05; jeugd- en jongerenbeleid.

Artikel 3. Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 4. Subsidieontvanger

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 11.

    Een aanvraag om een subsidie die niet per kalenderjaar wordt verstrekt wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 12.

    Aanvragen ingediend voor of na de termijn genoemd in het eerste lid worden niet in behandeling genomen.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 13.

    In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, binnen acht weken nadat de uiterste aanvraagdatum, te weten 1 april, is verstreken.

  • 14.

    Het college kan de termijn genoemd in het eerste lid eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 8. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per product. De in product 12-05 opgenomen middelen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 2.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de subsidieaanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als hierdoor het subsidieplafond niet zou worden overschreden. De subsidieaanvragen die voor de voorgeschreven aanvraagdatum zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen van artikel 6 van de ASV, worden eerst getoetst aan de overige artikelen van de ASV. Als de beoordeling op grond van de ASV geen aanleiding geeft om de aanvraag af te wijzen, wordt de aanvraag getoetst aan deze subsidieregeling. Indien het totaalbedrag van de aanvragen die na deze toetsing voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, worden deze aanvragen met elkaar vergeleken. De aanvragen die op basis van de uitkomsten van deze vergelijking het meest bijdragen aan het realiseren van het gemeentelijk beleid, worden in volgorde van de uitkomsten van de vergelijking gehonoreerd tot het niveau van het subsidieplafond.

  • 3.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor andere aanvragen om subsidie plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 9. Verplichtingen

  • 13.

    Subsidieontvangers dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 14.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 10. Aanvraag vaststelling subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 15 van de ASV dient een aanvraag tot vaststelling van een subsidie vanaf € 5.000,- tot € 50.000,- naast een inhoudelijk verslag ook een financiële verantwoording te bevatten.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 11.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 12.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Jeugdagenda & Lokaal Jeugdbeleid.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,

G.Kruijt J.F. Koen

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 2. Activiteiten

Activiteiten moeten aansluiten bij het gemeentelijk beleid. Het vigerende jeugdbeleid is beschreven in de Jeugdagenda. Zoals is verwoord bij product 12-05 van de gemeentelijke begroting is de doelstelling van dit beleid als volgt:

“Het scheppen van zodanige voorwaarden, dat de zelfstandigheid, eigen kracht en verantwoordelijkheid van jongeren wordt versterkt en dat hun maatschappelijke participatie en sociale binding aan de Capelse samenleving wordt bevorderd”.

Zoals in artikel 2 lid 1 is bepaald, geldt deze regeling niet voor activiteiten waarvoor een beroep gedaan kan worden op een andere subsidieregeling. De achtergrond hiervan is dat onder het product “Jeugdbeleid” nog twee andere subsidieregelingen bestaan (de subsidieregeling Vakantieactiviteiten en de subsidieregeling Speeltuin, Speeluitleen en Speel-o-theek). Voor subsidieaanvragen die aansluiten bij de activiteiten genoemd in een van deze twee subsidieregelingen, kan geen aanspraak worden gemaakt op de Subsidieregeling Jeugdagenda & Lokaal Jeugdbeleid.

Artikel 3. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd. Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 9).

Artikel 4. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Jeugdagenda & Lokaal Jeugdbeleid vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Beslistermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Subsidieplafond en wijze van verdeling

De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden. Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats. Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking. Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.

Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Artikel 9. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat er op gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 10. Aanvraag vaststelling subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 11. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Subsidieregeling Jeugdsport

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Jeugdsport Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • e.

    Jeugdleden: Leden van een sportvereniging die op 1 januari van het desbetreffende subsidiejaar jonger zijn dan 18 jaar.

  • f.

    NOC*NSF: Nederlandse sportorganisatie die ten doel heeft (top)sport in Nederland te bevorderen en haar leden, zijnde sportverenigingen, te ondersteunen.

  • g.

    Sportvereniging: Een binnen- of buitensportvereniging die geografisch en statutair gevestigd is in Capelle aan den IJssel, rechtstreeks dan wel via de (overkoepelende) bond aangesloten is bij NOC*NSF en sportactiviteiten ontwikkelt voor de inwoners van Capelle aan den IJssel.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

Subsidie voor jeugdsport wordt verstrekt voor de financiële ondersteuning van sportverenigingen bij het voeren van een actief jeugdbeleid en het aanbieden van sportactiviteiten voor jeugd en jongeren teneinde hun maatschappelijke betrokkenheid te stimuleren.

Artikel 4. Subsidieontvanger

  • 2.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan een sportvereniging met jeugdleden.

  • 3.

    De sportvereniging:

    • a.

      mag geen winstoogmerk hebben;

    • b.

      dient uitsluitend of vrijwel uitsluitend met vrijwilligers te werken;

    • c.

      dient een openbaar karakter te hebben, dat wil zeggen voor alle Capellenaren toegankelijk te zijn of activiteiten te organiseren die voor alle Capellenaren toegankelijk zijn.

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt € 5,- per jeugdlid van de betreffende sportvereniging.

Artikel 6. Aanvraag

Artikel 6. Aanvraag

Bij een aanvraag om subsidie hoeft de aanvrager, in afwijking van artikel 6, tweede lid, van de ASV, alleen de volgende gegevens over te leggen:

  • a.

    een volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • b.

    een genummerde ledenlijst met daarop de namen en geboortedata van de jeugdleden.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend voor 1 mei van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 8. Verantwoording

De sportvereniging is vrij om het bedrag naar eigen inzicht te besteden aan de activiteiten genoemd in artikel 3 en hoeft hierover geen verantwoording af te leggen.

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling.

  • 26.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad als bijlage van bij de programmabegroting een subsidieoverzicht vastgesteld.

  • 27.

    De in het eerste lid bedoelde bedragen gelden als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 28.

    Een subsidie wordt verleend voor zover het subsidieplafond niet wordt overschreden.

  • 29.

    Met inachtneming van artikel 6 van deze subsidieregeling vindt de verdeling van het subsidieplafond plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 10. Verplichtingen

  • 1.

    Subsidieontvangers dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 2.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    De Beleidsregels Jeugdsportsubsidie worden ingetrokken.

  • 3.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Jeugdsport.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3. Activiteiten

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 4. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Jeugdsport vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 6. Aanvraag

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Verantwoording

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 9 Subsidieplafond en wijze van verdeling.

Het subsidieplafond wordt verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend voor 1 mei van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Artikel 10. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 11. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Subsidieregeling Maatschappelijke Dienstverlening

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Maatschappelijke Dienstverlening Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a.

    Veteranen: alle (ex)-militairen met de Nederlandse nationaliteit die het Koninkrijk dienden in oorlogsomstandigheden of daarmee overeenkomende situaties, zoals vredesmissies in internationaal verband.

  • b.

    Wmo 2015: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 9.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten - anders dan bedoeld in de Wmo 2015 - op stedelijk, bovenwijks, niveau, die gericht zijn op:

    • a.

      Belangenbehartiging en maatschappelijke participatie van ouderen en gehandicapten

      • i.

        Het helpen van verstandelijk gehandicapte jongeren bij hun integratie in de samenleving en het ontlasten van hun ouders of verzorgers in de zorgtaak en/of;

      • ii.

        Het behartigen van de belangen van gehandicapten en/of;

      • iii.

        Het vervullen van een informatie- en verwijsfunctie voor ouderen en/of gehandicapten, onder andere in de vorm van voorlichtingsbijeenkomsten en/of;

      • iv.

        Het in staat stellen van inwoners van 50 jaar en ouder om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen en deel te nemen aan het maatschappelijk leven en/of;

      • v.

        Het coördineren van telefooncirkels ten behoeve van zelfstandig wonende inwoners van 50 jaar en ouder.

    • b.

      Afasiepatiënten

      i.Het bevorderen van het zelfstandig functioneren en deelnemen aan het maatschappelijk verkeer van mensen met niet aangeboren hersenletsel en het ontlasten van hun mantelzorgers.

    • c.

      Veteranen

      • i.

        Het bevorderen van de sociale cohesie en onderlinge hulpvaardigheid tussen veteranen.

      • ii.

        Het bevorderen van de bekendheid van het fenomeen veteraan.

    • d.

      EHBO

      • i.

        Het opleiden voor het eenheidsdiploma EHBO.

      • ii.

        Het bieden van EHBO-ondersteuning bij activiteiten/evenementen in Capelle aan den IJssel.

      • iii.

        Het aanbieden van EHBO-lessen op het basisonderwijs voor Jeugdgetuigschrift A.

      • iv.

        Het inzetten van EHBO gediplomeerde hulpverleners bij rampen.

    • e.

      Slachtofferhulp

      • i.

        Het bieden van hulp aan personen of groepen van personen, die als gevolg van een ingrijpende gebeurtenis zoals een misdrijf, verkeersongeval of calamiteit direct of indirect, in materiële of immateriële zin, schade hebben ondervonden.

      • ii.

        Het verwijzen van slachtoffers naar andere deskundigen dan de subsidieontvanger.

  • 10.

    De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-01; maatschappelijke dienstverlening.

Artikel 4. Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 5. Subsidieontvanger

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon, met uitzondering van zorg- en opvangorganisaties die Wmo-gelden ontvangen.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

  • 13.

    Een aanvraag om een subsidie die niet per kalenderjaar wordt verstrekt wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 14.

    Aanvragen ingediend voor of na de termijn genoemd in het eerste lid worden niet in behandeling genomen.

Artikel 8. Beslistermijn

  • 15.

    In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, binnen acht weken nadat de uiterste aanvraagdatum, te weten 1 april, is verstreken.

  • 16.

    Het college kan de termijn genoemd in het eerste lid eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 30.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per product. De in product 12-01 opgenomen middelen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 31.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de subsidieaanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als hierdoor het subsidieplafond niet zou worden overschreden. De subsidieaanvragen die voor de voorgeschreven aanvraagdatum zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen van artikel 6 van de ASV, worden eerst getoetst aan de overige artikelen van de ASV. Als de beoordeling op grond van de ASV geen aanleiding geeft om de aanvraag af te wijzen, wordt de aanvraag getoetst aan deze subsidieregeling. Indien het totaalbedrag van de aanvragen die na deze toetsing voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, worden deze aanvragen met elkaar vergeleken. De aanvragen die op basis van de uitkomsten van deze vergelijking het meest bijdragen aan het realiseren van het gemeentelijk beleid worden in volgorde van de uitkomsten van de vergelijking gehonoreerd tot het niveau van het subsidieplafond.

  • 32.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor andere aanvragen om subsidie plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 10. Verplichtingen

  • 15.

    Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 16.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 11. Aanvraag vaststelling subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 15 van de ASV dient een aanvraag tot vaststelling van een

subsidie vanaf € 5.000,- tot € 50.000,- naast een inhoudelijk verslag ook een financiële

verantwoording te bevatten.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 13.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 14.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Maatschappelijke Dienstverlening.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3. Activiteiten

Met de activiteiten beschreven in dit artikel worden andere activiteiten bedoeld dan hetgeen is vastgelegd in de Wmo 2015. Activiteiten vallend onder die wet, worden door de gemeente ingekocht en niet gesubsidieerd.

De activiteiten behorende bij artikel 3 sub b (afasiepatiënten), bestaan uit welzijnsactiviteiten.

Hierbij kan gedacht worden aan het organiseren van creatieve activiteiten en bijeenkomsten voor lotgenotencontact en ondersteuning van mantelzorgers.

De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-01; maatschappelijke dienstverlening. Deze doelstellingen zijn:

  • -

    Het verlenen van zowel kort- als langdurige diensten aan individuen, samenlevingsverbanden en/of groepen om deze in staat te stellen zo goed mogelijk te functioneren in de samenleving.

  • -

    Het in stand houden en/of bevorderen van een zo zelfstandig mogelijke leefwijze van ouderen en gehandicapten.

Artikel 4. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd.

Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 10).

Artikel 5. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Maatschappelijke Dienstverlening vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Beslistermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden. Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats. Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking. Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.

Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Artikel 10. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 11. Aanvraag vaststelling subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 12. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Subsidieregeling Vakantieactiviteiten

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Vakantieactiviteiten Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2 bedoelde activiteiten.

Artikel 2. Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor vakantieactiviteiten die gedurende één of meer schoolvakanties in Capelle aan den IJssel worden aangeboden aan jeugd en jongeren.

Artikel 3. Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 4. Subsidieontvanger

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon.

  • 2.

    Het organiseren van vakantieactiviteiten dient te passen in de doelstelling van de subsidieontvanger.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2.

Artikel 6. Aanvraag

1.Bij een aanvraag om een subsidie legt de aanvrager, in afwijking van artikel 6, tweede lid, van de ASV alleen de volgende gegevens over:

  • a.

    een volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • b.

    een begroting van de geplande activiteiten.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

  • 15.

    Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 16.

    Aanvragen ingediend eerder of later dan genoemde termijn in het eerste lid worden niet in behandeling genomen.

Artikel 8. Subsidieplafond en wijze van verdeling.

  • 33.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad als bijlage van bij de programmabegroting een subsidieoverzicht vastgesteld.

  • 34.

    De in het eerste lid bedoelde bedragen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 35.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

  • 36.

    Een subsidie wordt verleend voor zover het subsidieplafond niet wordt overschreden.

Artikel 9. Verplichtingen

  • 3.

    Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 4.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 10. Aanvraag vaststelling subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 15 van de ASV dient een aanvraag tot vaststelling van een subsidie vanaf € 5.000,- tot € 50.000,- naast een inhoudelijk verslag ook een financiële verantwoording te bevatten.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregelingtreedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    De Beleidsregels voor de verlening van doelsubsidies op het beleidsterrein vakantieactiviteiten 2007 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Vakantieactiviteiten.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 2. Activiteiten

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd.

Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 9).

Artikel 4. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Vakantieactiviteiten aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 6. Aanvraag

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Subsidieplafond en wijze van verdeling

Het subsidieplafond wordt verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Artikel 9. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 10. Aanvraag vaststelling subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 11. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Subsidieregeling Integratiebeleid

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Integratiebeleid Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a.

    Inburgeraar: Nieuwkomers en oudkomers die op basis van de daarvoor geldende landelijke regelgeving moeten inburgeren.

  • b.

    Nieuwkomer: Persoon tussen de 16 en 65 jaar die geen Nederlands paspoort heeft en na 1 januari 2007 in Nederland is komen wonen óf op 31 december 2006 nieuwkomer was volgens de oude Wet inburgering nieuwkomers.

  • c.

    Oudkomer: Persoon tussen 16 en 65 jaar die geen Nederlands paspoort heeft maar voor 1 januari 2007 in Nederland woonde, minder dan 8 jaar in Nederland woonde toen hij of zij leerplichtig was en geen diploma’s heeft die kunnen laten zien dat hij of zij de Nederlandse taal en Nederland goed kent.

  • d.

    Statushouder: Verblijfsgerechtigde vreemdeling die ingevolge de Vreemdelingenwet als vluchteling is toegelaten dan wel beschikt over een op grond van een asielaanvraag verleende vergunning of over een voorwaardelijke vergunning tot verblijf, zowel nieuwkomers als oudkomers.

  • e.

    Vluchteling: Iemand die in zijn thuisland gegronde vrees heeft voor vervolging. Redenen voor vervolging kunnen zijn: ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of seksuele voorkeur. Een vluchteling kan in eigen land geen bescherming krijgen tegen deze vervolging.

  • f.

    Zelforganisatie: Een organisatie opgezet vanuit een allochtone bevolkingsgroep, die zich inzet voor de specifieke belangen van haar achterban en wordt gedragen door personen uit de eigen doelgroep die op vrijwillige basis actief zijn.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

11.Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten op stedelijk, bovenwijks, niveau die gericht zijn op:

  • a.

    Vluchtelingen, statushouders, inburgeraars en/of potentiële inburgeraars

    • i.

      Het wekelijks verzorgen van een spreekuur voor vluchtelingen, statushouders en (potentiële) inburgeraars en,

    • ii.

      Het zorgvuldig informeren van vluchtelingen, statushouders, inburgeraars en/of potentiële inburgeraars en zo nodig doorverwijzen naar voorzieningen op buurt- en stedelijk niveau met name op sociaal en maatschappelijk gebied.

  • b.

    Discriminatiepreventie en -bestrijding

    i.Het bieden van klachtbehandeling op het gebied van discriminatie en gelijke

behandeling en,

  • ii.

    Het registeren van klachten en meldingen op het gebied van discriminatie en gelijke behandeling en,

  • iii.

    Het organiseren van thema- en voorlichtingsbijeenkomsten in het kader van

preventie en bestrijding van discriminatie en ongelijke behandeling en,

    • iv.Het bevorderen van homotolerantie.

    • c.

      Zelforganisaties

      i.Het vergroten van de zelfredzaamheid, emancipatie en participatie van de achterban.

    • d.

      Inzet van buurtmoeders

      • i.

        Afleggen van gerichte huisbezoeken in de door het college aangewezen aandachtsbuurten.

      • ii.

        Gerichte toeleiding en begeleiding, in de zin van op weg helpen, van ouders met kinderen in een achterstandssituatie, naar voorzieningen op buurt- en stedelijk niveau, buurtactiviteiten, vrijwilligerswerk, scholing- en/of arbeidsvoorziening en informatiebijeenkomsten.

      • iii.

        Het bevorderen van de deelname van kinderen met een onderwijsachterstand aan voor- en vroegschoolse educatie en het bevorderen van de deelname van ouders met een taalachterstand aan taalbevorderende activiteiten;

    • e.

      Taalcoaching

      i.Het vergroten van de kennis van de Nederlandse taal door middel van deelname aan conversatielessen.

    • f.

      Het Multicultureel Centrum

      i.Het exploiteren van een multicultureel centrum ten behoeve van de integratieactiviteiten van (zelf)organisaties in Capelle aan den IJssel

    • g.

      De ontmoetingsruimte aan de Capelseweg 39 d te Capelle aan den IJssel:

      i.Het exploiteren van een ruimte ten behoeve van activiteiten gericht op de zelfredzaamheid, emancipatie en participatie van Caribische Nederlanders.

  • 12.

    De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-03; integratiebeleid.

Artikel 4. Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 5. Subsidieontvanger

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon. De uit te voeren activiteiten dienen te passen in de doelstelling van de subsidieontvanger.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Ten aanzien van subsidie voor zelforganisaties is per activiteit een bedrag van maximaal € 750,- beschikbaar.

  • 2.

    Een zelforganisatie kan in een kalenderjaar voor maximaal 4 activiteiten subsidie aanvragen. Een van deze activiteiten moet worden uitgevoerd in samenwerking met een andere zelforganisatie of maatschappelijke instelling.

Artikel 8. Aanvraagtermijn

  • 17.

    Een aanvraag om een subsidie die niet per kalenderjaar wordt verstrekt wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 18.

    Aanvragen ingediend voor of na de termijn genoemd in het eerste lid worden niet in behandeling genomen.

Artikel 9. Beslistermijn

  • 17.

    In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, binnen acht weken nadat de uiterste aanvraagdatum, te weten 1 april, is verstreken.

  • 18.

    Het college kan de termijn genoemd in het eerste lid eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 10. Aanvullende weigeringsgrond

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de ASV kan het college de door een zelforganisatie gevraagde subsidie weigeren, als de organisatie zich alleen richt op de identiteit van de achterban en/of hoofdzakelijk een aanbod heeft op het veld van eigen cultuur, ontmoeting en gezelligheid voor de eigen achterban.

Artikel 11. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 37.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per product. De in de product 12-03 opgenomen middelen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 38.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de subsidieaanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als hierdoor het subsidieplafond niet zou worden overschreden. De subsidieaanvragen die voor de voorgeschreven aanvraagdatum zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen van artikel 6 van de ASV, worden eerst getoetst aan de overige artikelen van de ASV. Als de beoordeling op grond van de ASV geen aanleiding geeft om de aanvraag af te wijzen, wordt de aanvraag getoetst aan deze subsidieregeling. Indien het totaalbedrag van de aanvragen die na deze toetsing voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, worden deze aanvragen met elkaar vergeleken. De aanvragen die op basis van de uitkomsten van deze vergelijking het meest bijdragen aan het realiseren van het gemeentelijk beleid, worden in volgorde van de uitkomsten van de vergelijking gehonoreerd tot het niveau van het subsidieplafond.

  • 39.

    Met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 vindt de verdeling van het subsidieplafond voor andere aanvragen om subsidie plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 12. Verplichtingen

  • 17.

    Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 18.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 13. Aanvraag vaststelling subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 15 van de ASV dient een aanvraag tot vaststelling van een subsidie vanaf € 5.000,- tot € 50.000,- naast een inhoudelijk verslag ook een financiële verantwoording te bevatten.

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 15.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 16.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Integratiebeleid.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3. Activiteiten

De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-03; integratiebeleid.

Deze doelstellingen zijn:

  • 1.

    Het scheppen van voorwaarden voor de bevordering van integratie en participatie van diverse doelgroepen in onze samenleving.

  • 2.

    Het vergroten van de zelfredzaamheid, emancipatie en participatie van diverse doelgroepen waaronder lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgenders (LHBT).

Artikel 4. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd.

Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 12).

Artikel 5. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Integratiebeleid vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

Artikel 7 lid 2 betekent dat als een zelforganisatie in een jaar slechts één activiteit organiseert deze in samenwerking met een andere zelforganisatie of een maatschappelijke instelling uitgevoerd moet worden.

Artikel 8 Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 9. Beslistermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 10. Aanvullende weigeringsgrond

Indien de activiteiten puur gericht zijn op het vergroten van de eigen identiteit van de achterban en niet gericht zijn op het vergoten van zelfredzaamheid, emancipatie en participatie van de achterban, wordt geen subsidie verstrekt. Ook activiteiten die enkel gericht zijn op ontmoeting en gezelligheid binnen de eigen cultuur komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 11. Subsidieplafond en wijze van verdeling

De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden. Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats. Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking. Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.

Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Artikel12. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 13. Aanvraag vaststelling subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 14. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Subsidieregeling Evenementen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Evenementen Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a.

    Evenement: Een gebeurtenis zonder religieus of politiek karakter, met een begin- en einddatum, die maximaal één keer per jaar plaatsvindt op één of meerdere locaties in Capelle aan den IJssel, verplaatsbaar is en waarbij bezoekers specifiek voor de activiteit komen.

  • b.

    Gemeente: de gemeente Capelle aan den IJssel;

  • c.

    Groot evenement: een evenement met bovenstedelijke uitstraling en een verwacht aantal bezoekers van 1250 of meer;

  • d.

    Klein evenement: een evenement van lokaal niveau met een verwacht aantal bezoekers van 150 of meer;

  • e.

    Middelgroot evenement: een evenement van lokaal niveau met een verwacht aantal bezoekers van 750 of meer.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor het organiseren van een evenement. Het evenement dient te voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    het evenement is niet gericht op het maken van winst;

  • b.

    het evenement dient geen commercieel doel en de subsidieontvanger kan dit aantonen;

  • c.

    het evenement is gratis of tegen een lage vergoeding toegankelijk;

  • d.

    het evenement heeft meerdere financieringsbronnen;

  • e.

    het gaat om een evenement op stedelijk, bovenwijks, niveau;

  • f.

    het evenement is aanvullend wat betreft sectoren, grootte, spreiding in data en locaties ten opzichte van het totaal van evenementen dat wordt georganiseerd in de gemeente;

  • g.

    het evenement heeft een artistiek, sportief of cultureel doel;

  • h.

    het evenement heeft een aantrekkingskracht voor de bevolking van Capelle aan den IJssel en zo mogelijk voor de regio;

  • i.

    het evenement levert een bijdrage aan het imago van de gemeente en de economie en de sociale samenhang in de gemeente.

  • j.

    Het evenement sluit aan bij de doelstellingen en uitgangspunten van de gemeente zoals verwoord in de ‘Notitie Subsidiering Evenementen 2013-2016’.

Artikel 4. Subsidieontvanger

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon.

  • 2.

    De subsidieontvanger dient te beschikken over aantoonbare kennis en vaardigheden op het gebied van het organiseren van evenementen.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het subsidiebedrag is gerelateerd aan het bereik van het evenement en het aantal bezoekers:

    • a.

      een evenementensubsidie bedraagt maximaal € 3.000,- voor een klein evenement;

    • b.

      een evenementensubsidie bedraagt maximaal € 15.000,- voor een middelgroot evenement;

    • c.

      een evenementensubsidie bedraagt maximaal € 25.000,- voor een groot evenement;

  • 2.

    Het maximale subsidiebedrag per categorie is: voor kleine evenementen € 3.200,-, voor middelgrote evenementen € 29.100,- en voor grote evenementen € 92.505,-.

Artikel 7. Aanvraag

  • 1.

    Onverminderd het verder in artikel 6, eerste en tweede lid, van de ASV bepaalde, legt de aanvrager bij de aanvraag om een subsidie in afwijking van artikel 6, tweede lid, sub a en b van de ASV, de volgende gegevens over:

  • a.

    een omschrijving van het evenement waarvoor de subsidie wordt aangevraagd inclusief de beoogde publieksdoelgroep, de locatie en de duur van het evenement;

  • b.

    het doel van het evenement in relatie tot de doelstellingen van de gemeente zoals geformuleerd in de 'Notitie Subsidiering Evenementen 2013-2016';

  • c.

    het aangeboden evenement in meetbare termen, zoals het te verwachten bezoekersaantal en het aantal deelnemers.

  • 2.

    Bij een aanvraag om een subsidie door een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, dient de aanvrager, in afwijking van artikel 6, derde lid, van de ASV, alleen een afschrift van de statuten van de rechtspersoon te overleggen.

Artikel 8. Aanvraagtermijn

  • 19.

    Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voorafgaand aan het evenement.

  • 20.

    Aanvragen ingediend eerder of later dan genoemde termijn in het eerste lid worden niet in behandeling genomen.

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad als bijlage van bij de programmabegroting een subsidieoverzicht vastgesteld.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde bedragen gelden als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 3.

    Een subsidie wordt verleend voor zover het subsidieplafond van het totale budget en van het budget per categorie niet wordt overschreden.

  • 4.

    Met inachtneming van artikel 6 van deze subsidieregeling vindt de verdeling van het subsidieplafond plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 10. Verplichtingen

  • 19.

    Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 20.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 11. Aanvraag vaststelling subsidie

Onverminderd het bepaalde in de ASV dient de aanvrager uiterlijk acht weken na afloop van de activiteit een inhoudelijk en financieel verslag van de activiteit in te leveren, waarin tenminste is opgenomen het aantal bezoekers, de bereikte doelen en de financiële verantwoording.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregelingtreedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    De Beleidsregels voor subsidieverlening aan evenementen in Capelle aan den IJssel 2013 worden ingetrokken.

  • 3.

    Deze subsidieregelingwordt aangehaald als: Subsidieregeling Evenementen.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Met de onder a gebruikte term “verplaatsbaar” wordt bedoeld dat een evenement, indien nodig, naar een andere locatie zou kunnen uitwijken.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3. Activiteiten

Activiteiten moeten aansluiten bij het gemeentelijk beleid. In het geval van deze subsidieregeling is dit beleid verwoord in de 'Notitie Subsidiering Evenementen 2013-2016'.

Met het onder f genoemde “sectoren” wordt bedoeld dat het evenement inhoudelijk aanvullend is op het overige aanbod van evenementen in Capelle aan den IJssel.

Artikel 4. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Evenementen vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Een subsidieontvanger kan desgewenst in een jaar subsidie aanvragen voor meer dan één te organiseren evenement.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Aanvraag

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

Het subsidieplafond wordt verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen.

In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Artikel 10. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 11. Aanvraag vaststelling subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 12. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Subsidieregeling Stimulering Vrijwilligerswerk

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Stimulering Vrijwilligerswerk Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

a.Vrijwilligersorganisatie: een rechtspersoon, die activiteiten uitvoert in de gemeente

Capelle aan den IJssel en voor het uitoefenen van al zijn activiteiten geheel of in grote mate afhankelijk is van vrijwilligers.

b.Vrijwilliger: een persoon aangesloten bij een onder a. bedoelde organisatie, die belangeloos en onbetaald structureel activiteiten verricht die ten goede komen aan de Capelse inwoners en/of de Capelse samenleving.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor het in artikel 3 bedoelde doel.

Artikel 3. Doel

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt ten behoeve van het stimuleren van vrijwilligerswerk door vrijwilligersorganisaties binnen de gemeente.

  • 2.

    De subsidie dient ten goede te komen aan de vrijwilligers die zijn aangesloten bij de vrijwilligersorganisatie die de subsidie ontvangt.

Artikel 4. Subsidieontvanger

2.Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon die vrijwilligersorganisatie is, met uitzondering van:

  • a.

    Een vrijwilligersorganisatie met een politieke, levensbeschouwelijke of beroepsgerichte doelstelling, waarvan de activiteiten zich beperken tot gelijkdenkenden.

  • b.

    Een vrijwilligersorganisatie met een commerciële doelstelling.

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt € 46,- per vrijwilliger. Dit bedrag wordt niet jaarlijks geïndexeerd.

  • 2.

    Voor een organisatie met een recreatief of op ontspanning gericht doel wordt de subsidie verstrekt voor maximaal 10% van het aantal personen dat bij de organisatie is aangesloten.

Artikel 6. Aanvraag

3.Bij een aanvraag om een subsidie legt de aanvrager, in afwijking van artikel 6, tweede lid, van de ASV, de volgende gegevens over:

  • a.

    Een lijst van namen, adressen, handtekeningen, gewerkte uren en een korte

    functieomschrijving van de vrijwilligers waarvoor een subsidie wordt gevraagd.

  • b.

    Indien de aanvraag een organisatie met een recreatief of op ontspanning gericht doel betreft:

een opgave van het aantal personen dat bij de organisatie is aangesloten.

c.Een beschrijving van de manier waarop de subsidie zal worden aangewend.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 7 van de ASV moet een aanvraag om een subsidie worden ingediend voor

1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag

betrekking heeft.

Artikel 8. Verantwoording

  • 1.

    Als de subsidie is verstrekt voor maximaal 49 vrijwilligers is de organisatie vrij om de subsidie aan te wenden op de manier die bij de aanvraag is vermeld en hoeft zij hierover geen verantwoording af te leggen.

  • 2.

    Als de subsidie is verstrekt voor 50 of meer vrijwilligers, dient de organisatie de manier waarop de subsidie is aangewend te verantwoorden in de jaarstukken of in een ander schriftelijk document en deze verantwoording aan het college ter hand te stellen.

Artikel 9. Verplichtingen

  • 21.

    Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 22.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 10. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregelingtreedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    De Stimuleringsmaatregel Vrijwilligerswerk 2010 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze subsidieregelingwordt aangehaald als: Subsidieregeling Stimulering Vrijwilligerswerk.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Ter informatie wordt opgemerkt dat de gemeente een collectief verzekeringspakket heeft afgesloten ten behoeve van alle vrijwilligers die in enig organisatorisch verband onverplicht en onbetaald werkzaamheden verrichten ten behoeve van anderen en/of de samenleving en waarbij een maatschappelijk belang wordt gediend. Het collectief verzekeringspakket bestaat uit:

  • -

    een ongevallen- en persoonlijke eigendommenverzekering voor vrijwilligers;

  • -

    een aansprakelijkheidsverzekering voor vrijwilligers;

  • -

    een rechtsbijstandsverzekering voor vrijwilligers;

  • -

    een aansprakelijkheidsverzekering voor rechtspersonen;

  • -

    een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering voor bestuurders rechtspersonen;

  • -

    een verkeersaansprakelijkheidsverzekering voor rechtspersonen.

Het gaat hierbij om een secundaire verzekering. Dit betekent dat deze verzekering alleen van kracht is, voor zover de schade niet is gedekt door een andere verzekering al dan niet van oudere datum. Een vrijwilligersorganisatie kan gebruikmaken van deze collectieve verzekering voor de bij haar aangesloten vrijwilliger(s).Het is niet nodig vrijwilligers aan te melden voor de verzekering. Ook hoeft geen urenregistratie te worden bijgehouden. Niet verzekerd zijn:

  • -

    de vrijwillige politie en de vrijwillige brandweer, vanwege speciaal voor hen getroffen rechtspositieregelingen;

  • -

    vrijwilligers die actief zijn voor een Vereniging van Eigenaren of een huurdersvereniging, omdat deze organisaties het eigen belang tot doel hebben en niet een maatschappelijk belang;

  • -

    vrijwilligers die zich op individuele basis inzetten, zonder dat sprake is van enig organisatorisch verband.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Uit artikel 1 sub a blijkt dat organisaties waarbij vrijwilligers ingezet worden als aanvulling op de dienstverlening niet voor subsidie op grond van deze subsidieregeling in aanmerking komen. Vrijwilligers zijn bij deze organisaties onderdeel van de bedrijfsvoering. Zij ontlasten het personeel.

De betreffende organisaties dienen de kosten voor de vrijwilligers mee te nemen in hun totale lasten.

Vrijwilligers zoals bedoeld in artikel 1 sub b kunnen mensen zijn die zich één week per jaar zeven dagen inzetten, maar het kunnen ook mensen zijn die eenmaal per maand iets doen voor een organisatie. Vrijwilligers moeten wel bekend zijn en geregistreerd staan als vrijwilliger binnen de organisatie waar zij hun werkzaamheden verrichten. De werkzaamheden welke de vrijwilliger uitvoert kunnen van zeer uiteenlopende aard zijn, bijvoorbeeld mensen verzorgen, een bestuursfunctie vervullen, chauffeur zijn of de plantsoenen bijhouden.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3. Doel

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 4. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Stimulering Vrijwilligerswerk vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 6. Aanvraag

De aanvrager moet bij de aanvraag beschrijven hoe het subsidiebedrag besteed zal worden. Het is aan de vrijwilligersorganisatie om te bepalen voor welke activiteit zij de subsidie willen gebruiken, mits zij ten goede komt aan alle vrijwilligers binnen de organisatie. Wanneer alle vrijwilligers liever een onkostenvergoeding ontvangen dan bijvoorbeeld een jaarlijks cadeau is dit geoorloofd. Vrijwilligers van de betreffende organisatie dienen op de hoogte te zijn van deze subsidie en waar het geld voor gebruikt wordt. De subsidie mag niet ten goede komen aan slechts enkele vrijwilligers of besteed worden aan onkosten die niet direct de vrijwilligers aangaan.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Verantwoording

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 9. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat er op gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 10. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Subsidieregeling Milieueducatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Milieueducatie Capelle aan den IJssel 2015.

Artikel 1. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2 bedoelde activiteiten.

Artikel 2. Activiteiten

1.Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten op stedelijk, bovenwijks, niveau die

gericht zijn op:

a.Het verantwoord beheren, in stand houden en openstellen van een terrein met opstallen als

kinderboerderij aan de ’s-Gravenweg te Capelle aan den IJssel.

b.Het onderhouden en openstellen van een heemtuin aan de ’s-Gravenweg te

Capelle aan den IJssel.

  • c.

    Het organiseren van activiteiten op het gebied van milieueducatie.

  • 2.

    De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-31; Milieueducatie.

Artikel 3. Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

Artikel 4. Subsidieontvanger

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 21.

    Een aanvraag om een subsidie die niet per kalenderjaar wordt verstrekt wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 22.

    Aanvragen ingediend voor of na de termijn genoemd in het eerste lid worden niet in behandeling genomen.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 19.

    In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, binnen acht weken nadat de uiterste aanvraagdatum, te weten 1 april, is verstreken.

  • 20.

    Het college kan de termijn genoemd in het eerste lid eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel8. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 40.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per product. De in product 12-31 opgenomen middelen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 41.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de subsidieaanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als hierdoor het subsidieplafond niet zou worden overschreden. De subsidieaanvragen die voor de voorgeschreven aanvraagdatum zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen van artikel 6 van de ASV, worden eerst getoetst aan de overige artikelen van de ASV. Als de beoordeling op grond van de ASV geen aanleiding geeft om de aanvraag af te wijzen, wordt de aanvraag getoetst aan deze subsidieregeling. Indien het totaalbedrag van de aanvragen die na deze toetsing voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, worden deze aanvragen met elkaar vergeleken. De aanvragen die op basis van de uitkomsten van deze vergelijking het meest bijdragen aan het realiseren van het gemeentelijk beleid worden in volgorde van de uitkomsten van de vergelijking gehonoreerd tot het niveau van het subsidieplafond.

  • 42.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor andere aanvragen om subsidie plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 9. Verplichtingen

  • 5.

    Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 6.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 10. Aanvraag vaststelling subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 15 van de ASV dient een aanvraag tot vaststelling van een subsidie vanaf € 5.000,- tot € 50.000,- naast een inhoudelijk verslag ook een financiële verantwoording te bevatten.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 17.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 18.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Milieueducatie.

Capelle aan den IJssel, 9 december 2014.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A.R. Ruijmgaart RA MGA, loco. J.F. Koen.

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikel 1. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 2. Activiteiten

De activiteiten dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-31; milieueducatie.

Deze doelstelling is:

“Het leveren van een bijdrage aan gerichte recreatieve voorzieningen (kinderboerderij) voor de Capelse jeugd en het doen organiseren van activiteiten met een milieueducatief karakter”.

Artikel 3. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd.

Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 9).

Artikel 4. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Milieueducatie vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 7. Beslistermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Subsidieplafond en wijze van verdeling

De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden. Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats.

Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking. Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.

Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Artikel 9. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 10. Aanvraag vaststelling subsidie

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 11. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Aldus besloten in de openbare vergadering van het college, gehouden op 9 december 2014

De (loco) secretaris, De burgemeester,