De Raad van de gemeente Uden;
gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van
11 november 2014;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de
Gemeentewet;
b e s l u i t
vast te stellen de
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
begraafplaats : de gemeentelijke begraafplaats aan de
Bronkhorstsingel;
- b.
graf : een zandgraf of keldergraf;
- c.
grafkelder : een betonnen of gemetselde constructie waarin een
of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;
grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of
wand;
- d.
particulier graf : een graf, waarvoor aan een natuurlijke of
rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het
doen:
- -
begraven en begraven houden van het lijken;
- -
bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder
urnen;
- -
- e.
algemeen graf : een graf bij de gemeente in beheer waarin
gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
- f.
particulier urnengraf : een graf, waarvoor aan een natuurlijk of
rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen
bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
het doen verstrooien van as;
- g.
algemeen urnengraf : een graf bij de gemeente in beheer waarin
gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen
met of zonder urnen;
- h.
particuliere urnennis : een nis, waarvoor aan een natuurlijk of
rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen
bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder
urnen;
- i.
particuliere gedenkplaats : een plaats waarvoor aan een
natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is
verleend om overledene te gedenken;
- j.
gedenkzuil : een zuil waarop gedenkplaatjes kunnen worden
bevestigd;
- k.
gedenkplaatje : een door de gemeente beschikbaar gesteld
rechthoekig plaatje welke bevestigd kan worden op een de
gedenkzuil;
- l.
asbus : een bus bestemd voor het bergen van as van een
overledene;
- m.
urn : een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
- n.
particulier kindergraf : een graf, waarvoor aan een natuurlijk
of rechtspersoon voor bepaalde tijd het recht is verleend tot
het doen:
- -
begraven en begraven houden van lijken van personen
beneden de leeftijd van 12 jaar;
- -
bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder
urnen van personen beneden de leeftijd van 12 jaar;
- -
verstrooien van as van overledenen beneden de leeftijd
van 12 jaar;
- o.
rechthebbende : natuurlijk of rechtspersoon aan wie het
uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een
particulier urnengraf, een particulier urnennis, een
particuliere gedenkplaats of een particulier kindergraf.
Artikel 2. Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden, onder de naam van
begrafenisrechten, rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats
en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de
begraafplaats.
Artikel 3. Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten
behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de
bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4. Vrijstellingen
Algemene graven worden, onverminderd het bepaalde in de artikelen van de
tarieventabel, kosteloos ter beschikking gesteld.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven,
opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel;
- 2.
Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de
tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid
aangemerkt.
Artikel 6. Belastingjaar
- 1.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het
belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
- 2.
Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 1 van de
tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor
het recht wordt verleend.
- 3.
Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.2 van de
tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor
wordt afgekocht.
Artikel 7. Wijze van heffing
- 1.
De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4.1 van de tarieventabel,
worden geheven bij wege van aanslag.
- 2.
Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.1 van de tarieventabel
worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke
kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde
bedrag wordt door toezending (elektronische toezending daaronder
begrepen) of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de
belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld
- 1.
De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.1 van de
tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het
belastingstijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de
belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak
aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 4.1 van de
tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de
voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na aanvang
van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak
eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in
hoofdstuk 4.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten
van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na
het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.1 van de tarieventabel
zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de
aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10. Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990
moeten de rechten worden voldaan binnen één maand na dagtekening van
de kennisgeving of de dagtekening van het aanslagbiljet.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste
lid gestelde termijn.
Artikel 11. Kwijtschelding
Bij de invordering van de rechten genoemd onder hoofdstuk 1 en hoofdstuk
4.2 van de tarieventabel wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12. Nadere regels door het College van burgemeester en
wethouders
Het College van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 13. Inwerkingtreding en citeerartikel
- 1.
De Begrafenisrechtenverordening 2014 wordt ingetrokken met
ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de
heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de
belastbare feiten die zich voor die datum hebben
voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag
na die van bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als
'Begrafenisrechtenverordening 2015'.
Hoofdstuk 1. Verlenen van rechten
- 1.1.
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier
graf of een particuliere gedenkplaats wordt geheven voor een
periode van 20 jaar € 800,00
- 1.2.
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.
met een periode van 10 jaar wordt geheven € 400,00
- 1.3.
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier
urnengraf of een particuliere urnennis wordt geheven voor een
periode van 20 jaar € 500,00
- 1.4.
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.
met een periode van 10 jaar wordt geheven € 250,00
- 1.5.
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier
kindergraf wordt geheven voor een periode van 20 jaar €
400,00
- 1.6.
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.5.
met een periode van 10 jaar wordt geheven € 200,00
Hoofdstuk 2. Begraven / asbestemming
- 2.1.
Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of
ouder wordt geheven € 900,00
- 2.2.
Voor het begraven van een lijk van een persoon beneden één jaar
wordt geheven € 225,00
- 2.3.
Voor het begraven van een lijk van een persoon beneden 12 jaar
wordt geheven € 450,00
- 2.4.
Voor het begraven van een lijk van een persoon zoals opgenomen
in 2.1., 2.2. of 2.3. in een graf op drie diep zal een toeslag
worden geheven van € 80,00
- 2.5.
Voor het bijzetten van een asbus of urn met de as van een
overledene van één jaar of ouder wordt geheven € 350,00
- 2.6.
Voor het bijzetten van een asbus of urn met de as van een
overledene beneden één jaar wordt geheven € 175,00
- 2.7.
Voor de verstrooiing van de as van een overledene op het
strooiveld van de begraafplaats in aanwezigheid van nabestaanden
wordt geheven € 150,00
- 2.8.
Voor de verstrooiing van de as van een overledene op het
strooiveld van debegraafplaats zonder aanwezigheid van
nabestaanden wordt geheven € 125,00
- 2.9.
Indien het begraven van een lijk, het bijzetten van een
asbus of urn of het vertrooien van as plaatsvindt buiten
de ingevolge de Begraafplaatsverordening vastgestelde
uren, worden de in 2.1., 2.2., 2.3., 2.4., 2.5., 2.6. en
2.7. genoemde rechten met 50% verhoogd.
- 2.10.
Voor het gelijktijdig begraven van lijken van twee
overledenen of bijzetten van twee asbussen of urnen is
het recht genoemd in 2.1., 2.2., 2.3., 2.4., 2.5. en
2.6. slechts éénmaal verschuldigd indien dit begraven of
bijzetten in hetzelfde graf, urnengraf of urnennis
geschiedt.
Hoofdstuk 3. Gedenkteken
- 3.1.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een vergunning zoals bedoeld in artikel 19 van de
Begraafplaatsverordening gemeente Uden is een recht verschuldigd
van € 135,00
- 3.2.
Voor het recht tot het aanleggen van een gemetseld graf of een
grafkelder is een recht verschuldigd van:
- 3.2.1.
in een particulier graf € 110,00
- 3.2.2.
in een particulier kindergraf € 55,00
- 3.3.
Voor het leveren en aanbrengen van een gedenkplaat exclusief
belettering voor het columbarium wordt geheven € 350,00
- 3.4.
Voor het leveren en bevestigen van een gedenkplaatje op een
gedenkzuil bij het strooiveld voor de periode van tien jaar €
150,00
3.4.1.Voor het verlengen van de bevestiging van een
gedenkplaatje voor de periode van vijf jaar € 30,00
Hoofdstuk 4. Onderhoud
4.1.Voor het door of vanwege de gemeente schoonhouden en
verzorgen van graven, gedenkplaatsen, urnengraven, urnennissen,
gemetselde graven en grafkelders, gedenktekens en overige op de
begraafplaats aanwezige zaken zoals de entree met overdekte
afscheidsplaats, bomen en paden wordt geheven per grafruimte per
jaar:
- 4.1.1.
voor een particulier graf, algemeen graf, particuliere
gedenkplaats € 47,50
- 4.1.2.
voor een particulier kindergraf, kindergraf € 30,00
- 4.1.3.
voor een particulier urnengraf, algemeen urnengraf € 40,00
- 4.1.4.
voor een urnennis € 30,00
- 4.2.
De rechten als bedoeld in 4.1. kunnen worden afgekocht door het
storten van een bedrag ineens voor:
- 4.2.1.
een particulier graf, met een looptijd van: 10 jaar € 385,00 20
jaar € 650,00 een particulier kindergraf met een looptijd van:
10 jaar € 235,00 20 jaar € 410,00 een urnengraf met een looptijd
van: 10 jaar € 325,00 20 jaar € 545,00 een urnennis met een
looptijd van: 10 jaar € 235,00 20 jaar € 410,00 een algemeen
graf, met een looptijd van 10 jaar € 385,00 een kindergraf, met
een looptijd van 10 jaar € 235,00
- 4.
3 Het recht genoemd in 4.1.1. tot en met 4.1.4. kan worden
afgekocht over de nog niet verstreken jaren tegen betaling van
de naar boven op hele euro’s afgeronde contante waarde der nog
jaarlijks verschuldigde rechten, berekend naar een rente van
4%.
Hoofdstuk 5. Opgraven
- 5.1.
Voor het opgraven van een lijk of de overblijfselen van een lijk
wordt geheven € 500,00
- 5.2.
Voor het opgraven en weer begraven van een lijk of de
overblijfselen van een lijk in hetzelfde graf (3 diep)
gelijktijdig met het begraven van een lijk of de overblijfselen
van een lijk (2 diep) wordt geheven naast het tarief voor
begraven € 150,00
- 5.3.
Voor het na opgraven weer begraven van een lijk of de
overblijfselen van een lijk
in een ander graf wordt geheven € 450,00 Het recht onder 5.1., 5.2. en
5.3. is niet van toepassing indien dit door openbaar gezag bevolen
wordt.
5.4.Voor het opgraven of verwijderen van een asbus of urn € 155,00
Behoort bij besluit van de Raad van 11 december 2014
De griffier van de gemeente Uden
drs. M.A.H. Heffels