Organisatie | Noordoostpolder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening Noordoostpolder 2013 |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet milieubeheer, art. 10.23, eerste lid
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-12-2014 | Nieuwe regeling | 24-01-2013 Gemeenteblad, 100; Flevopost, 30-01-2013 | 2012017632 |
Paragraaf 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 5 Gecombineerde inzameling
In afwijking van artikel 10.21 van de Wet milieubeheer, vindt de inzameling van groente- fruit- en tuinafval gecombineerd plaats met gebruikte wegwerpluiers van kinderen. Het college kan besluiten om deze combinatie uit te breiden met één of meer andere categorieën van huishoudelijke afvalstoffen, voor zover dat past binnen de uitvoering van het Afvalbeleidsplan.
Artikel 6 Huishoudelijke afvalstoffen voor inzameling aanbieden
In afwijking van artikel 10.21 van de Wet milieubeheer, vindt de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen in Noordoostpolder niet door of vanwege de gemeente plaats in gedeelten van het grondgebied die het college gemotiveerd als zodanig heeft aangewezen en waarvoor een alternatieve gelegenheid wordt geboden, zoals bedoeld in artikel 10:27 van de Wet milieubeheer.
Paragraaf 4 Straf- en slotbepalingen
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3, van de Wet op de economische delicten:
De ambtenaren die aangewezen zijn krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
Toelichting op de Afvalstoffenverordening Noordoostpolder 2013
Bij het opstellen van deze Afvalstoffenverordening is de modelverordening van de VNG als basis genomen. Vanuit dat model en de mogelijkheden die de Wet milieubeheer biedt, is de verordening passend gemaakt voor de gemeente Noordoostpolder. Het uitgangspunt was een verordening te maken die aansluit op de wensen van de raad en het college om het afvalbeheer efficiënt, duurzaam en inwonergericht uit te kunnen voeren; ofwel, conform het gemeentelijke Afvalbeleidsplan 2011-2021. Om dat mogelijk te maken, is in deze verordening, evenals in de vorige versie, een duidelijke knip gemaakt tussen de bepalingen die (door de raad) in de verordening gesteld moeten worden en de bepalingen die door het college in een uitvoeringsbesluit kunnen worden uitgewerkt. En uiteraard is per bepaling ook kritisch gekeken naar de noodzaak en de handhaafbaarheid ervan.
Om de Afvalstoffenverordening juridisch correct, maar toch zo begrijpelijk en leesbaar mogelijk te houden, zijn de aanbevelingen opgevolgd uit de publicatie “100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever; begrijpelijk, leesbaar en doelmatig”.
Toelichting artikel 1 (begrippen):
De begripsomschrijving in deze Afvalstoffenverordening is grotendeels overgenomen uit de modelverordening van de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten). Naast de begrippen die in dit artikel staan, zijn ook de begrippen uit hogere regelgeving van toepassing op deze verordening. De Wet milieubeheer bevat bijvoorbeeld een aantal omschrijvingen van begrippen die in deze verordening staan, zoals:
Deze begrippen zijn in de Afvalstoffenverordening gebruikt en bedoeld conform hun beschrijving in de Wet milieubeheer.
Toelichting artikel 2 (aanwijzing inzamelaars):
Het aanwijzen van een inzameldienst is een wettelijke verplichting (art 10.23 Wm). Deze bevoegdheid kan via de Afvalstoffenverordening bij het college worden neergelegd. Dat past bij de bevoegdheden omdat het college ook de overeenkomst met de inzameldienst afsluit. In Noordoostpolder is HVC Inzameling op dit moment de inzameldienst.
Naast de inzameldienst kunnen andere organisaties ook afval inzamelen (bijv. Het GOED, ReShare, winkels, scholen en verenigingen). Daarom is het in deze afvalstoffenverordening mogelijk gemaakt om ook dit soort ‘overige inzamelaars’ door het college te laten aanwijzen. Dit systeem vervangt het oude stelsel van inzamelvergunningen. Het omzetten van het vergunningensysteem naar algemene regels past in de trend naar minder administratieve lasten en procedures.
Met deze bepaling wordt geborgd dat het wettelijke kader (de Wet milieubeheer) en het gemeentelijk beleid (Afvalbeleidsplan) als argument worden gebruikt bij besluiten over aanwijzing van de inzameldienst en andere inzamelaars.
Met deze bepaling kan het college de inzameldienst of andere inzamelaars voorschriften opleggen om te borgen dat de uitvoering van de inzameling in lijn is met het wettelijke kader (de Wet milieubeheer) en het gemeentelijk beleid (Afvalbeleidsplan).
Door par 4.1.3.3 Awb uit te sluiten, wordt voorkomen dat inzamelaars ‘van rechtswege’ worden aangewezen wanneer het college niet tijdig besluit. Deze bepaling past logisch bij het karakter van aanwijzing; daaruit blijkt al dat het geen vanzelfsprekendheid is dat iedereen die afval wil inzamelen dat ook mag doen.
Deze bepaling biedt de mogelijkheid om gebruik te maken van alleenrecht bij het aangaan van een overeenkomst over de uitvoering van de afvalinzameling en -verwerking.
Toelichting artikel 3 (verbod op inzamelen zonder aanwijzing):
Deze verbodsbepaling geeft betekenis aan de aanwijzing van de inzameldienst en de overige inzamelaars.
Dit lid voorkomt strijdigheid met hogere regelgeving. Personen en instanties die inzameling van huishoudelijke afvalstoffen uitvoeren vanuit een verplichting in landelijke regelgeving (zoals de AmvB’s voor verpakkingsafval, electrische apparatuur en batterijen) mogen daarbij geen belemmering tegenkomen in de gemeentelijke regelgeving (zoals deze Afvalstoffenverordening).
Toelichting artikel 4 en 5 (Gescheiden en gecombineerde inzameling):
Het kan interessant zijn om bepaalde categorieën van huishoudelijke afvalstoffen gescheiden in te zamelen, of juist gecombineerd (bijv. papier en kunststof samen, luiers en GFT samen). En ook om de inzamelmethode daarop aan te passen (bijv. containers met blauwe deksel). Voor welke afvalstromen welke inzameling interessant is, is afhankelijk van marktontwikkelingen en technische ontwikkelingen in de afvalverwerking en –recycling. De gemeenteraad van Noordoostpolder heeft daarom in het Afvalbeleidsplan 2011-2021 doelstellingen gekozen voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen (milieurendement, economisch effect, gemak voor de inwoners etc). Die doelstellingen bepalen de koers bij het kiezen voor nieuwe inzamelmethoden of combinaties. Deze Afvalstoffenverordening is erop gericht om dat beleid uit te voeren. Het college krijgt de ruimte om te bepalen welke afvalstoffen gecombineerd of gescheiden worden ingezameld, met de doelen uit het Afvalbeleidsplan als kader.
Voor enkele specifieke soorten afvalstoffen bevatten landelijke besluiten verplichtingen of mogelijkheden die de gemeente op raadsniveau moet invullen, in de Afvalstoffenverordening. Dat geldt bijvoorbeeld voor de gescheiden inzameling van elektrische apparatuur en voor de gecombineerde inzameling van andere fracties met GFT. Daarom zijn die afvalstoffen wel in de verordening uitgeschreven.
De Wet milieubeheer biedt de mogelijkheid om te bepalen dat GFT-afval in combinatie met andere afvalsoorten mag worden ingezameld. Van deze afwijkingsmogelijkheid maakte de gemeente Noordoostpolder al gebruik door luiers bij het GFT in te zamelen. Die lijn wordt in deze versie van de Afvalstoffenverordening voortgezet.
Toelichting artikel 6 (huishoudelijke afvalstoffen voor inzameling aanbieden):
De Wet milieubeheer schrijft voor dat de gemeente minimaal eens per week de huishoudelijke afvalstoffen bij ieder perceel inzamelen (art 10.21 Wm). De Wet milieubeheer biedt echter ook de mogelijkheid om in de gemeentelijke Afvalstoffenverordening hiervan af te wijken (art 10.26 Wm). Dat kan door een andere frequentie of een andere afstand te kiezen en door specifieke soorten woningen van de inzameling uit te sluiten. Dat afwijken moet door de raad gebeuren, in de Afvalstoffenverordening. Tegelijk is het niet wenselijk om in de verordening zodanig concrete normen op te nemen dat voor iedere wijziging van het inzamelsysteem een aanpassing van de verordening (en dus een procedure voor een raadsbesluit) nodig is. De gemeente Noordoostpolder heeft daarom in de verordening ruime normen opgenomen (art 6, lid 1 t/m 4). Het college past die dan vervolgens in de uitvoering ‘op maat’ per gebied, per afvalstroom of per woningsoort toe.
De Wet milieubeheer schrijft voor dat de Inspraakverordening moet worden toegepast wanneer gebruik gemaakt wordt van deze afwijkingsbevoegdheden (art 10.26 Wm). Dat is bij de totstandkoming van de besluiten in deze verordening als volgt gebeurd: Het voorstel voor deze verordening heeft zes weken ter inzage gelegen. In die periode kon iedereen zijn zienswijze erop indienen.
In lid 4 t/m 6 krijgt het college de taken en bevoegdheden om regels te stellen over de inzameling. Met die regels en bepalingen zorgt het college voor een goed verloop van de afvalinzameling. Inwoners krijgen duidelijkheid over hun rol en het college kan handhavend optreden tegen ongewenste situaties.
Met deze bepaling wordt geborgd dat het gemeentelijk beleid (Afvalbeleidsplan) als argument wordt gebruikt bij collegebesluiten over inzamelvoorzieningen, inzameldagen etc.
Deze verbodsbepaling geeft betekenis aan de regels en bepalingen van het college over de uitvoering van de inzameling.
Toelichting artikel 7 (verbod op verkeerd aanbieden):
De verbodsbepalingen in dit artikel voorkomen misbruik van de voorzieningen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente Noordoostpolder. In dit artikel is bepaald dat:
Deze verboden zijn gesteld om de algemene belangen bij de inzameling te kunnen borgen, vooral door misbruik van voorzieningen die voor anderen bedoeld zijn, te voorkomen. Dit zijn bijvoorbeeld het financiële belang (Afvalstoffenheffing) en het voorkomen van overlast.
Toelichting artikel 8 (zwerfafval):
De verbodsbepalingen in dit artikel zijn gericht op het voorkomen van zwerfafval. Het artikel verbiedt om afval buiten de afvalbakken e.d. achter te laten en ook om afval uit de afvalbakken te halen. Dit artikel sluit aan op de bepalingen in andere regelgeving, zoals de afvalpreventievoorschriften die via een omgevingsvergunning of AmvB worden gesteld en de voorschriften die rechtstreeks gelden vanuit de Wet milieubeheer of APV (Algemene plaatselijke verordening).
Toelichting artikel 9 (opslag afvalstoffen):
In artikel 9 is de mogelijkheid uit de Wet milieubeheer benut om ook voorschriften te stellen over opslag van afval op zichtbare plaatsen. Het is een algemene vangnetbepaling wat gebruikt kan worden om op te kunnen treden tegen overlast of verrommeling van de omgeving door opslag van afvalstoffen.
Toelichting artikel 10 (autowrakken):
Landelijke wetgeving (Artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken) schrijft voor dat de gemeente deze bepalingen opneemt in de Afvalstoffenverordening.
Toelichting artikel 11 en 12 (handhaving):
Artikel 11 benoemt de verboden waar bij overtreding een strafrechtelijke boete opgelegd kan worden. In dit artikel zijn alle verboden uit de verordening als zodanig benoemd. Artikel 12 regelt het toezicht op de naleving van de bepalingen uit deze verordening.
Toelichting artikel 13 (werking verordening):
Dit zijn gangbare bepalingen over het moment waarop de verordening in werking treedt. Er zijn geen overgangsbepalingen opgenomen omdat de inzamelaars die op basis van de oude verordening door het college aangewezen waren of een geldende inzamelvergunning hadden, in de nieuwe uitvoeringsbesluiten opnieuw door het college worden aangewezen.
Toelichting artikel 14 (citeertitel):
Een citeertitel maakt het makkelijker om in andere documenten naar de verordening te verwijzen.