Hoofdstuk I. Algemene bepalingen.
Artikel 1. Begripsomschrijving.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
markt: de warenmarkt, welke krachtens besluit van de raad op de
daarbij aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;
- b.
marktterrein: het gehele grondoppervlak, dat door de raad is
aangewezen als plaats waar de markt gehouden wordt;
- c.
standplaats: de op en voor de duur van de markt op grond van
artikel 4 aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de
markthandel;
- d.
vaste standplaats: een standplaats, die tot wederopzegging wordt
toegewezen;
- e.
losse standplaats: een standplaats die, in de gevallen bij deze
verordening bepaald, per marktdag wordt uitgegeven:
- f.
standwerkerplaats: een standplaats, bestemd voor het uitoefenen
van de markthandel op een wijze als bij standwerken gebruikelijk
is;
- g.
standplaatshouder: degene aan wie het op grond van artikel 12 is
toegestaan om gedurende de markt een standplaats in te
nemen;
- h.
standwerker: een marktkoopman, die als zodanig publiek om zich
verzamelt, een het publiek aansprekende uiteenzetting houdt over
het door hem te verkopen marktartikel en ten slot te tracht een
aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te
bewegen;
- i.
marktcommissie: de commissie bedoeld in artikel 2 van deze
verordening;
- j.
kramenzetter: degene, aan wie op grond van artikel 6 vergunning
is verleend:
- k.
marktartikelen: alle goederen, waren of zaken die -tenzij door
burgemeester en wethouders niet toelaatbaar verklaard- object
van markthandel kunnen zijn.
Artikel 2. Marktcommissie.
- 1.
Er is een commissie van advies aan burgemeester en wethouders,
genaamd marktcommissie.
- 2.
De marktcommissie bestaat uit:
- a.
een ambtelijk voorzitter;
- b.
drie vertegenwoordigers van de kooplieden, zijnde vaste
standplaatshouders, bij voorkeur uit verschillende
branches;
- c.
twee vertegenwoordigers van de consumenten;
die worden benoemd door burgemeester en wethouders.
- 3.
De zittingsduur van de leden van de marktcommissie is gelijk aan
die van de leden van de raad.
- 4.
Een lid, dat de hoedanigheid verliest krachtens welke het
zitting heeft, houdt op lid te zijn.
- 5.
De benoeming ter vervulling van plaatsen, die door ontslagname,
overlijden of een andere oorzaak openvallen, geschiedt binnen
drie maanden na dat openvallen. Hij die tussentijds tot lid van
de marktcommissie is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop
degene in wiens plaats hij is benoemd, had moeten aftreden.
- 6.
De marktcommissie heeft tot taak burgemeester en wethouders te
adviseren:
- a.
in de gevallen in deze verordening genoemd;
- b.
op verzoek van burgemeester en wethouders inzake door
hen te bepalen aangelegenheden, het marktwezen
betreffende.
- 7.
De marktcommissie is bevoegd uit eigener beweging haar gevoelens
inzake onderwerpen, het marktwezen betreffende, aan burgemeester
en wethouders kenbaar te maken.
- 8.
Op de werkwijze van de marktcommissie is zo veel mogelijk van
toepassing het reglement inzake de samenstelling en de werkwijze
van werkgroepen van advies aan burgemeester en wethouders.
- 9.
De niet ambtelijke leden van de marktcommissie ontvangen voor
het bijwonen van de vergaderingen van de marktcommissie een
vergoeding.
Artikel 3. Tijdelijke wijziging dag en plaats.
- 1.
Onverminderd het bepaalde in de Winkelsluitingswet 1976 wordt op
door burgemeester en wethouders op grond van bijzondere
omstandigheden daartoe aangewezen dagen geen markt gehouden.
- 2.
Bij het samenvallen van een marktdag met een der in het vorige lid
bedoelde dagen, kunnen burgemeester en wethouders voor het houden
van de markt een andere dag aanwijzen.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van bijzondere
omstandigheden tijdelijk een ander terrein voor het houden van de
markt aanwijzen.
- 4.
Burgemeester en wethouders brengen hun besluiten als bedoeld in het
eerste, tweede en derde lid tijdig ter openbare kennis.
Artikel 4. Omvang en indeling markt.
- 1.
Burgemeester en wethouders bepalen, de marktcommissie gehoord, ten
aanzien van de markt:
- a.
het maximum aantal vaste standplaatsen per branche;
- b.
de opstelling en de indeling van de markt; .
- c.
welke plaatsen op net marktterrein uitsluitend bestemd zijn
voor standwerken.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen, de marktcommissie gehoord, ten
aanzien van de markt bepalen:
- a.
welke gedeelten van het marktterrein bestemd zijn voor het
verhandelen van bepaalde artikelen;
- b.
welke gedeelten van de markt eventueel bestemd zijn voor het
plaatsen van verkoopwagens.
Artikel 5. Wijze uitoefening markthandel.
- 1.
Het is verboden op de markt markthandel uit te oefenen anders dan
vanuit een standplaats als bedoeld in artikel 12.
- 2.
Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan de plaats,
welke is toegewezen.
Artikel 6. Vergunning kramen plaatsen.
Het is verboden om zonder vergunning van burgemeester en wethouders
kramen of andere voor verkoop van marktartikelen bestemde
bedrijfsmiddelen op de markt te plaatsen en te verhuren.
Artikel 7. Gebruik materiaal kramenzetter.
- 1.
De standplaatshouder is, behoudens het bepaalde in het tweede lid en
het derde lid van dit artikel, verplicht gebruik te maken van de
door een kramenzetter beschikbaar gestelde kramen of andere voor
verkoop van marktartikelen bestemde bedrijfsmiddelen.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen aan de standplaatshouder
toestemming verlenen om gebruik te maken van kramen of andere voor
de verkoop van marktartikelen bestemde bedrijfsmiddelen, als de
standplaatshouder deze zelf bezit. De toestemming kan worden
verleend als:
- a.
deze bedrijfsmiddelen naar hun oordeel voldoende solide van
constructie zijn;
- b.
deze zich voorts in zindelijke staat bevinden;
- c.
de indeling van de markt het gebruik van deze
bedrijfsmiddelen toelaat;
- d.
de aard van de te verkopen artikelen zulks toelaat.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen aan de standplaatshouder
toestemming verlenen de te verkopen artikelen zonder gebruik te
maken van een kraam of andere bedrijfsmiddelen ten verkoop aan te
bieden, als de aard van de artikelen zulks toelaat.
Artikel 8. Verlichting.
- 1.
De standplaatshouder is verplicht zijn standplaats vanaf
zonsondergang voorzien te hebben van een verlichting, waarmede de
uitgestalde waren helder verlicht dienen te zijn.
- 2.
Het gebruik van andere dan van gemeentewege verstrekte of
goedgekeurde verlichtingsmaterialen is niet toegestaan.
Artikel 9. Marktartikelen.
- 1.
Het is verboden artikelen, welke krachtens een besluit van
burgemeester en wethouders niet op de markt verhandeld mogen worden,
op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan
te bieden of te verkopen.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen, indien hun dit in het belang van
de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt,
de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn
verbieden.
Artikel 10. Delegatie uitoefening bevoegdheden.
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen de uitvoering van bepalingen
van deze verordening, voor zover die uitvoering tot hun
bevoegdheid behoort, overdragen aan door hen aan te wijzen
gemeenteambtenaren.
- 2.
Bij burgemeester en wethouders ingekomen correspondentie wordt,
voor zover nodig, geacht bij de betrokken ambtenaar ingekomen te
zijn.
- 3.
Burgemeester en wethouders brengen hun besluiten als bedoeld in
het eerste lid tijdig ter openbare kennis.
- 4.
De belanghebbende kan tegen een beslissing van een ambtenaar
genomen krachtens een overdracht bedoeld in het eerste lid,
beroep instellen bij burgemeester en wethouders.
Bij de beslissing wordt op deze beroepsmogelijkheid
gewezen.
- 5.
Het horen kan worden opgedragen aan een adviescommissie. Het
bepaalde in artikel 7:19 Awb is hierop van toepassing.
- 6.
Burgemeester en wethouders kunnen -al dan niet op verzoek van de
belanghebbende- de beslissing van een ambtenaar, genomen
krachtens een overdracht bedoeld in het eerste lid schorsen dan
wel in verband met een zodanig beslissing een voorlopige
voorziening treffen totdat op het beroep is beslist.
Hoofdstuk II. Toewijzing en bezetting van standplaatsen
Artikel 11. Vaste en losse standplaatsen.
- 1.
De standplaatsen op de markt worden als regel als vaste
standplaatsen toegewezen.
- 2.
Een vrijgekomen vaste standplaats wordt als losse standplaats
beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet opnieuw
als vaste standplaats is toegewezen.
Artikel 12. Bevoegdheid toewijzing standplaatsen.
De toewijzing van vaste en losse standplaatsen, alsmede van
standwerkerplaatsen, geschiedt door burgemeester en wethouders.
Artikel 13. Legitimatieplicht.
Een ieder, die een standplaats op de markt bezet of wenst te bezetten,
dient zich te kunnen legitimeren door middel van een door de overheid
verstrekt bewijs, waaruit zijn identiteit blijkt en dat voorzien dient
te zijn van een goedgelijkende foto. Hij moet dit identiteitsbewijs op
eerste aanvraag kunnen tonen, als hem dat door of namens burgemeester en
wethouders op de markt wordt verzocht.
Artikel 14. Bewijs toewijzing en anciënniteitlijst.
- 1.
Van de toewijzing van een vaste standplaats wordt door
burgemeester en wethouders aan de standplaatshouder een
schriftelijk bewijs afgegeven, waarop naast de personalia van de
standplaatshouder in ieder geval worden vermeld:
- a.
een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste
plaats;
- b.
de artikelen of de groep van artikelen, welke door de
standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen
worden verkocht.
- 2.
Houders van vaste standplaatsen worden met vermelding van en in
volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste
plaats is toegewezen, op een door burgemeester en wethouders bij
te houden anciënniteitlijst ingeschreven. Bij deze inschrijving
worden tevens de artikelen of de groep van artikelen als bedoeld
in het eerste lid, onder b, vermeld.
Artikel 15. Vereisten verkrijgen vaste standplaats.
- 1.
Alvorens een vaste standplaats mag worden aangenomen dient de
aanvrager, die een natuurlijke persoon dient te zijn, aan te
tonen:
- a.
handelingsbekwaam te zijn;
- b.
dat hij voldoet aan alle voorgeschreven publiekrechtelijke
verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en
bedrijfsorganisatie;
- c.
dat hij van het bedrijven van handel zijn hoofdberoep
maakt;
- d.
dat hij genoegzaam verzekerd is tegen eisen tot het betalen
van schadeloosstellingen, waartoe hij als gebruiker van een
verkoopinrichting op de markt krachtens wettelijke
aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht
wegens aan derden toegebracht lichamelijk letsel en wegens
beschadiging van eigendommen van derden.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in het eerste
lid, onder c en d, in bijzondere omstandigheden ontheffing
verlenen.
- 3.
Een standplaatshouder wordt geacht aan het in het eerste lid, onder
d, genoemde voorschrift te hebben voldaan, indien hij overlegt een
geldig bewijs van lidmaatschap van een organisatie, welke voor al
haar leden een collectieve verzekering als in het eerste lid, onder
d, bedoeld, heeft afgesloten.
- 4.
Aanvrager behoort bovendien op de in artikel 24 bedoelde
sollicitantenlijst te zijn ingeschreven. Burgemeester en wethouders
kunnen van deze bepaling ontheffing verlenen.
- 5.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in
het eerste lid, onder b, c en d, indien aanvrager:
- a.
persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke
vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een
vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet
Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel;
- b.
op de markt in de uitoefening van de markthandel werkzaam
zal zijn uit naam van een rechtspersoon, welke voldoet aan
de in het eerste lid, onder b, c en d, gestelde eisen;
- c.
van het verkopen van marktartikelen zijn hoofdberoep
maakt.
Artikel 16. Toewijzingsregels vaste standplaatsen.
- 1.
Wanneer op de markt een vaste standplaats vrijkomt, komen
hiervoor allereerst in aanmerking de houders van een vaste
standplaats op de markt, die zich schriftelijk voor verandering
van standplaats hebben opgegeven. De volgorde van inschrijving
op de in artikel 14, tweede lid, bedoelde anciënniteitlijst is
bepalend, rekening houdend met de branche.
- 2.
Daarna komen in aanmerking degenen, die zijn ingeschreven op de
voor de markt geldende sollicitantenlijst, als bedoeld in
artikel 24. De volgorde van inschrijving op deze lijst is
hierbij bepalend, rekening houdend met de branche.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in het eerste
en tweede lid bij gemotiveerd besluit afwijken, indien naar hun
oordeel gewichtige redenen daartoe aanleiding geven.
- 4.
Over de toewijzing wordt de marktcommissie gehoord.
Artikel 17. Verlies recht op vaste standplaats.
- 1.
Het recht op een vaste standplaats vervalt:
- a.
op eigen verzoek van de standplaatshouder;
- b.
bij overlijden van de standplaatshouder;
- c.
wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de
eisen, bedoeld in artikel 15, eerste lid;
- d.
indien de standplaatshouder binnen een periode van drie
maanden driemaal zonder geldige reden niet op de markt
verschijnt. Als geldige redenen worden beschouwd ziekte,
vakantie of bijzondere omstandigheden.
- 2.
Indien het bepaalde in het voorgaande lid toepassing vindt,
wordt de inschrijving op de in artikel 14, tweede lid, bedoelde
anciënniteitlijst van houders van vaste plaatsen
doorgehaald.
- 3.
- a.
Bij overlijden van de standplaatshouder wordt het recht
op de vaste standplaats overgeschreven op de
overblijvende echtgenoot, mits daartoe binnen drie
maanden na het overlijden van de standplaatshouder een
schriftelijk verzoek is ingediend en betrokkene ten
tijde van het indienen van dit verzoek voldoet aan de
eisen, als bedoeld in artikel 15, eerste lid;
- b.
indien de aanvrager, als bedoeld onder a, reeds
rechthebbende is op een andere standplaats op de markt,
verliest hij het recht op die andere standplaats;
- c.
de inschrijving op de anciënniteitlijst, als bedoeld in
artikel 14, tweede lid, wordt overeenkomstig
gewijzigd;
- d.
in bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en
wethouders afwijken van het onder a bepaalde.
Artikel 18. Overschrijven recht op vaste standplaats.
- 1.
Het recht op een vaste standplaats kan op aanvraag van de
standplaatshouder door burgemeester en wethouders op een kind
van de standplaatshouder overgeschreven worden indien:
- a.
het kind zich ten minste drie jaar eerder bij
burgemeester en wethouders heeft laten inschrijven als
gegadigde voor overname van de desbetreffende
standplaats;
- b.
het kind tevens voldoet aan de eisen als bedoeld in
artikel 15, eerste lid.
- 2.
In bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders
afwijken van net bepaalde in het eerste lid.
Artikel 19. Ziekte.
- 1.
Indien een standplaatshouder wegens ziekte verhinderd is de hem
toegewezen standplaats in te nemen, dient hij hiervan
burgemeester en wethouders in kennis te stellen.
- 2.
Bij langdurige afwezigheid van een standplaatshouder wegens
ziekte dient ten bewijze van deze reden van verhindering iedere
drie maanden een geneeskundige verklaring te worden
overgelegd.
Artikel 20. Vakantie.
- 1.
Indien een standplaatshouder zijn standplaats wegens vakantie niet
kan innemen, dient hij dat vooraf onder opgave van de duur van de
vakantie, te melden bij burgemeester en wethouders.
- 2.
Per kalenderjaar mag een standplaatshouder als regel ten hoogste
vier marktdagen wegens vakantie afwezig zijn.
Artikel 21. Gebruik standplaats.
- 1.
Een standplaatshouder dient de aan hem toegewezen standplaats
persoonlijk in te nemen.
- 2.
Een standplaatshouder mag zich doen bijstaan.
Artikel 22. Vervanging.
- 1.
In bijzondere omstandigheden kan door burgemeester en wethouders aan
een standplaatshouder ontheffing worden verleend van de verplichting
als bedoeld in artikel 21, eerste lid.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen in dat geval, of indien er sprake
is van ziekte of vakantie en voldaan wordt aan het bepaalde in
artikel 19 of 20, de standplaatshouder toestemming verlenen zich te
laten vervangen.
- 3.
Als vervanger mag alleen optreden de echtgeno(o)t(e) of een kind van
de standplaatshouder, alsmede degene die reeds in loondienst van de
standplaatshouder is, mits alleen voor rekening van de
standplaatshouder wordt gehandeld.
- 4.
In bijzondere omstandigheden kan door burgemeester en wethouders aan
de standplaatshouder toestemming worden verleend om zich te laten
vervangen door een ander persoon, dan bedoeld in het derde lid.
Artikel 23. Bezetting vaste standplaats.
- 1.
De houder van een vaste standplaats is verplicht deze uiterlijk één
kwartier voor aanvang van de markt in te nemen. Indien de houder van
een vaste standplaats op dat tijdstip niet aanwezig is, wordt de
desbetreffende standplaats op die marktdag als een losse standplaats
aangemerkt.
- 2.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing, indien de
standplaatshouder tijdig heeft verzocht de vaste standplaats voor
hem vrij te houden, zulks onder opgave van de reden, waarom hij
redelijkerwijs niet tijdig op de markt aanwezig kan zijn en nadat
hem door of namens burgemeester en wethouders toestemming is
verleend de standplaats later in te nemen.
Artikel 24. Sollicitantenlijst.
- 1.
Door burgemeester en wethouders wordt ten behoeve van de
toewijzing van vrijkomende vaste standplaatsen een
sollicitantenlijst bijgehouden, waarop in volgorde van
schriftelijke aanmelding de gegadigden voor een standplaats,
onderverdeeld naar branche, zijn vermeld.
- 2.
Om voor inschrijving op de sollicitantenlijst in aanmerking te
komen, dienen gegadigden te voldoen aan het bepaalde in artikel
15.
In bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders
toestaan dat de gegadigde niet voldoet aan het bepaalde in
artikel 15.
Artikel 25. Doorhaling inschrijving sollicitantenlijst.
- 1.
De inschrijving op de sollicitantenlijst wordt doorgehaald:
- a.
op verzoek van de ingeschrevene;
- b.
bij het overlijden van de ingeschrevene, behoudens het
bepaalde in het tweede lid van dit artikel;
- c.
wanneer de ingeschrevene een vaste standplaats krijgt
toegewezen;
- d.
wanneer de ingeschrevene voor een vaste plaats in aanmerking
komt, doch zonder geldige reden weigert een vaste plaats te
aanvaarden;
- e.
wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de
eisen, bedoeld in artikel 24, tweede lid.
- 2.
Bij overlijden van de ingeschrevene kunnen burgemeester en
wethouders in de plaats van de ingeschrevene degene van de
erfgenamen inschrijven, die daarvoor naar hun oordeel het meest in
aanmerking komt, mits daartoe binnen drie maanden na het overlijden
van de ingeschrevene door de erfgenamen een aanvraag is ingediend en
de erfgenaam voldoet aan de eisen als bedoeld in artikel 15, eerste
lid.
Artikel 26. Toewijzingsregels losse standplaatsen.
- 1.
Standplaatsen, als bedoeld in artikel 11, tweede lid, alsmede
standplaatsen die een kwartier voor aanvang van de markt nog
niet zijn ingenomen en waarvoor het bepaalde in artikel 23,
tweede lid, niet van toepassing is, worden als losse standplaats
toegewezen.
- 2.
Om voor een losse standplaats in aanmerking te komen, dient
aanvrager aan te tonen te voldoen aan het bepaalde in artikel 15
en ingeschreven te zijn op de in artikel 24 bedoelde
sollicitantenlijst.
- 3.
Bij de toewijzing van losse standplaatsen wordt het maximum
aantal standplaatsen per branche, dat burgemeester en wethouders
op grond van artikel 4 hebben vastgesteld, niet
overschreden.
- 4.
Indien er meer gegadigden zijn, dan er losse standplaatsen
beschikbaar zijn, worden de losse standplaatsen toegewezen aan
de hand van de volgorde van plaatsing op de in artikel 24
bedoelde sollicitantenlijst.
- 5.
Losse standplaatsen die na toepassing van het vierde lid niet
kunnen worden toegewezen, kunnen worden toegewezen aan de houder
van de naastgelegen standplaats. Indien beide houders van de
naastgelegen standplaats in aanmerking wensen te komen voor
toewijzing van de losse standplaats, beslist het lot.
Artikel 27. Toewijzingsregels standwerkerplaatsen.
- 1.
Het is uitsluitend op de ingevolge het bepaalde in artikel 4 daartoe
aangewezen standplaatsen toegestaan als standwerker op te
treden.
- 2.
De toewijzing van standwerkerplaatsen geschiedt per marktdag bij
loting ter bepaling van de volgorde, waarin gegadigden een plaats
kiezen, zulks met inachtneming van de wijze van werken.
- 3.
Tot de loting voor een standwerkerplaats kunnen slechts worden
toegelaten marktkooplieden die voldoen aan de in artikel 15, eerste
lid, onder a, b en d gestelde eisen met dien verstande, dat
allereerst tot de loting worden toegelaten:
- a.
door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht
als standwerker geregistreerde personen, die in de
uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk
als standwerker plegen op te treden
- b.
en vervolgens andere marktkooplieden, die door het Centraal
Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker
geregistreerd zijn of in het bezit zijn van een geldig
voorlopig standwerkerbewijs en ten aanzien van wie niet
gebleken is, dat zij op een standwerkerplaats niet
daadwerkelijk actief zijn als standwerker.
- 4.
Indien blijkt, dat een marktkoopman niet bij voortduring als
standwerker optreedt, zal hem schriftelijk door burgemeester en
wethouders worden medegedeeld, dat hem in het vervolg geen
standwerkerplaats meer zal worden toegewezen.
- 5.
Voor de artikelengroepen waarvoor de branche-indeling ingevolge het
bepaalde in artikel 4 geldt, kan niet meer dan eenmaal per maand één
standwerkerplaats voor elk van die artikelengroepen worden
toegewezen.
Hoofdstuk III. Handhaving van de orde.
Artikel 28. Aan- en afvoer marktartikelen.
- 1.
Het aanvoeren van marktartikelen ter markt dient te geschieden
in de twee uren voorafgaande aan het vastgestelde
aanvangstijdstip van de markt. In bijzondere gevallen kunnen
burgemeester en wethouders ontheffing van deze verplichting
verlenen.
- 2.
Het afvoeren van marktartikelen dient te geschieden binnen een
uur na het vastgestelde sluitingstijdstip van de markt.
- 3.
Het is niet toegestaan kramen of andere voor de verkoop van
marktartikelen bestemde bedrijfsmiddelen voor of na de in het
eerste en tweede lid genoemde tijden op net marktterrein te
laten staan.
- 4.
Het bepaalde in het derde lid geldt niet voor de
kramenzetter.
- 5.
Tot verwijdering van marktartikelen wordt van gemeentewege
overgegaan, indien deze onbeheerd op het marktterrein staan
en/of zonder voorkennis van burgemeester en wethouders aldaar
zijn geplaatst.
Artikel 29. Algemene ordemaatregelen.
Het is de standplaatshouder niet toegestaan:
- a.
zijn standplaats voor het vastgestelde sluitingstijdstip van de
markt te verlaten. Van dit verbod kan in bijzondere gevallen
door burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend;
- b.
voor het vastgestelde sluitingstijdstip van de markt niet
verkochte marktartikelen van de standplaats te verwijderen;
- c.
andere marktartikelen te verkopen of ten verkoop aan te bieden,
dan waarvoor in de in artikel 14, eerste lid, bedoelde
toewijzing toestemming is verleend;
- d.
op het marktterrein op andere dan de voor de uitoefening van de
markthandel vastgestelde tijden marktartikelen te verkopen of
ten verkoop aan te bieden;
- e.
de aangewezen standplaats te ruilen of een andere standplaats in
te nemen dan is aangewezen;
- f.
zich van zijn uitstalling langer dan 15 minuten te verwijderen
en deze alsdan onbeheerd achter te laten of toe te vertrouwen
aan een niet-rechthebbende op die plaats;
- g.
meer ruimte in te nemen dan hem is toegestaan;
- h.
zijn kraam of stand tijdens de markt af te breken of te
verplaatsen;
- i.
de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op
enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;
- j.
aan de achterzijde van de kraam marktartikelen te verkopen of
ten verkoop aan te bieden;
- k.
zich zonder noodzaak aan de voorzijde van de kraam op te houden
bij het verkopen of ten verkoop aanbieden van
marktartikelen;
- l.
marktartikelen, kisten of ander verpakkingsmateriaal buiten de
aangewezen standplaats te plaatsen.
Artikel 30 Aanzien standplaats.
- 1.
De standplaatshouder is verplicht er voor zorg te dragen, dat zijn
standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt.
- 2.
De standplaatshouder is verplicht tijdens de markturen het afval en
verpakkingsmateriaal zelf in te zamelen.
- 3.
De standplaatshouder dient, alvorens hij het marktterrein na
beëindiging van de markt verlaat, zijn standplaats en de
onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval op
de daartoe aangewezen plaatsen te deponeren, dan wel dit mede te
nemen.
Artikel 31. Luidsprekers e.d.
- 1.
Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te
maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter
versterking van het geluid.
- 2.
Het op de standplaats aanwezig hebben van radiotoestellen,
grammofoons/ bandrecorders en dergelijke toestellen, anders dan ten
verkoop, is evenmin toegestaan.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van de in
het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen; het
in die leden bepaalde geldt voorts niet ten aanzien van één
draagbare radio voor eigen gebruik van de standplaatshouder mits
daardoor geen hinder wordt veroorzaakt voor andere
standplaatshouders.
Artikel 32. Verwarmingstoestellen e.d.
- 1.
Het is de standplaatshouder verboden verwarmingstoestellen en/of
bak- en kookinstallaties te gebruiken.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde
verbod ontheffing verlenen.
Artikel 33. Verkoop eet- en drinkwaren.
De standplaatshouder, aan wie het is toegestaan eet- en drinkwaren te
verkopen, is verplicht zijn waren op zodanige wijze uit te stallen, dat
deze voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of
anderszins.
Artikel 34. Afvalbakken.
De standplaatshouder, aan wie het is toegestaan vanuit zijn standplaats
geringe eet- en drinkwaren, bestemd voor directe consumptie, te
verkopen, is verplicht aan de voorzijde van zijn kraam of andere
verkoopinrichting, een tweetal afvalbakken van voldoende grootte te
plaatsen.
Artikel 35. Naamsaanduiding.
De standplaatshouder is verplicht gedurende de tijd, dat hij
marktartikelen ten verkoop aanbiedt, op een duidelijk zichtbare plaats
aan zijn kraam of andere verkoopinrichting zijn naam aan te geven. Deze
gegevens dienen duidelijk leesbaar te zijn.
Artikel 36. Priisaanduiding.
De standplaatshouder dient, indien de ten verkoop aangeboden
marktartikelen geprijsd worden, er voor zorg te dragen dat de
prijsaanduiding tot generlei misverstand aanleiding kan geven en voor
het publiek duidelijk leesbaar is.
Artikel 37. Plaatsen motorvoertuigen en wagens.
De standplaatshouders zijn verplicht zich te gedragen naar de door of
namens burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen ten aanzien van
het plaatsen van motorvoertuigen en wagens op het marktterrein, zowel
voor, tijdens als na de tijd, dat aldaar markthandel plaats mag
vinden.
Artikel 38. Ventverbod.
- 1.
Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met
marktartikelen ten verkoop rond te lopen of te rijden.
- 2.
Van het bepaalde in het eerste lid kan door burgemeester en
wethouders ontheffing worden verleend, voor zoveel het betreft de
verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten
behoeve van de standplaatshouders.
Artikel 39. Propaganda, geneesmiddelen.
- 1.
Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein te
venten met gedrukte of geschreven stukken of, afbeeldingen, of
godsdienstige, politieke of andere propaganda te voeren.
- 2.
Onder het voeren van propaganda als in het eerste lid bedoeld wordt
niet verstaan het aanprijzen van marktartikelen op de markt.
- 3.
Het is verboden op de markt een geneesmiddel, als bedoeld in de Wet
op de geneesmiddelenvoorziening, te verkopen.
Artikel 40. Dieren.
De standplaatshouder, die op de markt levende dieren voor de verkoop in
voorraad heeft, is verplicht ervoor zorg te dragen, dat deze dieren op
een behoorlijke wijze worden bewaard, verzorgd en beschermd.
Artikel 41. Omvang aangevoerde marktartikelen.
De standplaatshouder is verplicht zijn marktartikelen tot een zodanig
omvang ter markt aan te voeren, dat deze voldoende is om er, uitgaande
van normale omstandigheden, gedurende de gehele duur van de markt handel
mee te drijven.
Artikel 42.Meet- en weegwerktuigen.
- 1.
De standplaatshouder die zijn artikelen per maat of gewicht
verkoopt, is verplicht te zorgen dat zijn meet- of weegwerktuigen in
deugdelijke staat verkeren.
- 2.
Het weegwerktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde
van de standplaats zijn geplaatst of aangebracht, dat het daarop bij
de weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk
zichtbaar en leesbaar is.
Artikel 43.Verkoop bij opbod.
Het bij opbod verkopen van enig artikel is verboden.
Hoofdstuk IV. Straf-, overgangs- en slotbepalingen.
Artikel 44. Opsporing, toezicht.
Onverminderd het bepaalde in artikel 141 van het Wetboek van
Strafvordering, zijn met de opsporing van bij of krachtens deze
verordening strafbaar gestelde feiten en met het toezicht op de naleving
en de handhaving van de bepalingen van deze verordening belast de door
burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren.
Artikel 45. Ontzegging recht op standplaats.
- 1.
De standplaatshouder, die door de wijze waarop hij zijn
marktartikelen ten verkoop aanbiedt of aanprijst, of door
overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven
voorschriften, of anderszins door zijn gedragingen de orde op de
markt verstoort of in gevaar brengt, kan door burgemeester en
wethouders, zo dit naar hun oordeel noodzakelijk is en de zaak
geen uitstel lijdt, het recht op zijn standplaats voor de
verdere duur van de dag, waarop de markt wordt gehouden, worden
ontzegd.
- 2.
Aan het in het eerste lid genoemde ontzeggingbevel dient
onmiddellijk gevolg te worden gegeven. Indien dit niet
geschiedt, wordt de hulp van de politie en, indien noodzakelijk,
die van de dienst gemeentewerken en -bedrijven ingeroepen.
- 3.
Zolang de door de gemeente op grond van het tweede lid gemaakte
kosten van ontruiming van de standplaats door betrokkene niet
zijn vergoed, komt degene, die tot het maken der kosten
aanleiding heeft gegeven niet meer voor een standplaats op de
markt in aanmerking.
- 4.
Door burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen van
het bepaalde in het derde lid worden afgeweken, mits betrokkene
bereid is de voorwaarden die daarbij worden gesteld te
aanvaarden en na te leven.
- 5.
In de gevallen, bedoeld in het eerste lid kunnen burgemeester en
wethouders bovendien het recht op een standplaats op een of meer
volgende marktdagen gedurende ten hoogste drie weken
ontzeggen.
Artikel 46. lntrekking recht op vaste standplaats.
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen het recht tot het innemen van een
vaste standplaats intrekken of de inschrijving op de
sollicitantenlijst doorhalen indien:
- a.
de door de standplaatshouder ten verkoop aangeboden
marktartikelen naar het oordeel van de Keuringsdienst van
Waren ondeugdelijk van samenstelling en/of ondeugdelijk van
toestand zijn;
- b.
de standplaatshouder handelt in strijd met de bij of
krachtens deze verordening gegeven voorschriften;
- c.
de standplaatshouder direct of indirect de orde, de rust of
de goede gang van zaken voor, tijdens of na de markturen
verstoort of in gevaar brengt;
- d.
de standplaatshouder niet of niet tijdig het verschuldigde
marktgeld voldoet.
- 2.
Indien burgemeester en wethouders het voornemen hebben een van de
maatregelen, als in het eerste lid bedoeld, toe te passen, gaan zij
tot het uitvoeren daarvan niet over dan nadat betrokkene in de
gelegenheid is gesteld zich te rechtvaardigen.
Artikel 47. Gevolgen wanbetaling.
Ieder, die wegens wanbetaling het recht op zijn vaste plaats heeft
verloren, of wiens inschrijving op de in artikel 24 bedoelde lijst om
deze reden is doorgehaald, wordt niet opnieuw als gegadigde voor een
standplaats ingeschreven, zolang het verschuldigde marktgeld niet is
voldaan.
Artikel 48. Strafsancties.
Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven
voorschriften wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee
maanden of met een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 49. Overgangsbepaling.
- 1.
Een recht op een vaste standplaats, verleend op grond van het
Marktreglement gemeente Veldhoven, wordt geacht te zijn verleend op
grond van deze verordening.
- 2.
De sollicitantenlijst, die op grond van het Marktreglement gemeente
Veldhoven is samengesteld, wordt geacht te zijn samengesteld op
grond van deze verordening.
Artikel 50. Beslissingsbevoegdheid onvoorziene gevallen.
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen
burgemeester en wethouders.
Artikel 51. Slotbepaling.
- 1.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Marktverordening
1987”.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag waarop
zij is bekendgemaakt.