2.1.1.2 | bouwkosten: | | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989),
voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt
een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting,
bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit
normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het
bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid
geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de
prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten
worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk
waarop de aanvraag betrekking heeft; | | | |
| | | | |
2.1.1.3 | Indien de bouwkosten niet of niet conform de daadwerkelijke
bouwkosten wordt opgegeven, wordt voor de vaststelling van
de bouwsom en het bepalen van de leges de meest recente
uitgave van het boek Basisbedragen Gebouwen gebruikt van het
Nederlands Bouwkosten Instituut (NBI). | | | |
| | | | |
| Wabo: Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht. | | | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn
omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens
de Wabo bedoeld. | | | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de
Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op
activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander
wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde
betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | | | |
| | | | |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling
conceptaanvraag | | | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | | | |
2.2.1 | om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een
indicatie of een voorgenomen project danwel om beoordeling
van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning in het
kader van de Wabo vergunbaar is | € 150,00 | | |
2.2.2 | Indien met betrekking tot het vooroverleg en/of de
beoordeling van de conceptaanvraag een ruimtelijk advies
nodig is van de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit, wordt
het tarief voorafgaand aan het in behandeling nemen daarvan
verhoogd met het bedrag zoals door de adviescommissie voor
ruimtelijke kwaliteit in rekening wordt gebracht. Het tarief
voor eerste behandeling is 0,18% van de bouwkosten waarbij
onder de € 25.000,00 een percentage van 0,08% wordt
gehanteerd. Voor administratiekosten wordt € 30,00 in
rekening gebracht. | | | |
| | | | |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | | | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som
van de verschuldigde leges voor de verschillende
activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of
gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft
en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in
verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend
naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de
vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere
grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | | |
| | | | |
| | | | |
| | | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 1.500 bedragen: | € 100,00 | | |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 1.500 tot € 5.000 bedragen: | € 200,00 | | |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten € 5.000 tot € 10.000 bedragen: | € 300,00 | | |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten € 10.000 tot € 500.000 bedragen, 2,00% van de op basis van onderdeel 2.3.1.1.4 geheven leges
met een minimum van € 300,-- | 2,00% | | |
2.3.1.1.5 | indien de bouwkosten € 500.000 tot en met 1.000.000
bedragen, 1,80% van de op basis van onderdeel 2.3.1.1.5
geheven leges met een minimum van € 10.000,-- | 1,80% | | |
2.3.1.1.6 | indien de bouwkosten boven de € 1.000.000 bedragen, 1,50% van de op basis van onderdeel 2.3.1.1.6 geheven leges
met een minimum van € 18.000,-- | 1,50% | | |
| | | | |
2.3.1.2 | Welstandstoets | | | |
2.3.1.2.1 | Extra welstandstoets Om een extra advies van de adviescommissie voor ruimtelijke
kwaliteit over een project danwel beoordeling van een
aanvraag om een omgevingsvergunning, het bedrag zoals door
de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit in rekening
wordt gebracht. (40% van de legeskosten zoals berekend voor
de eerste behandeling ( zie 2.2.2.)) | | | |
2.3.1.2.2 | Advisering adviescommissie 1. Reguliere adviezen (op basis van bouwsom of bestede
tijd) planbehandeling - advies bij bouwsom tot € 20.000,00 altijd vast laag
tarief - advies bij bouwsom boven € 20.000,00 percentage bouwsom - advies zonder bouwsom; o.b.v. tijd, omrekening naar
commissietarief per uur - maximum tarief per behandeld bouwplan Kortingen - korting op adviestarief bij vooroverleg door WZNH
supervisor | € 40,00 0,25% € 440,00 € 2.250,00 -50% | | |
| 2. Advies tegen vast tarief: - reclame-objecten - sloopvergunningen - handhavingszaken/ excessenregeling | € 75,00 € 100,00 € 150,00 | | |
2.3.1.2.3 | Monumentenadviezen WZNH Erfgoedcommissie - behandeling in WZNH Erfgoedcommissie: o.b.v. tijd,
omrekening naar uurtarief | € 440,00 | | |
| Beoordeling bodemrapport | | | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het
tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt
beoordeeld: | | | |
2.3.1.3.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 50,00 | | |
2.3.1.3.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € 70,00 | | |
2.3.1.3.3 | voor de beoordeling van een akoestisch rapport | € 50,00 | | |
| | | | |
| Verplicht advies agrarische commissie | | | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het
tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische
commissie wordt beoordeeld: | € 600,00 | | |
| | | | |
| Achteraf ingediende aanvraag | | | |
2.3.1.5 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het
tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt
ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit
verdubbeld. | 100% | | |
| | | | |
| Beoordeling aanvullende gegevens | | | |
2.3.1.6 | Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.1.1 bedraagt het
tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende
gegevens die worden ingediend voordat de in dat onderdeel
bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: 5% van de op
basis van artikel 2.3.1.1 geheven leges met een minimum van
€ 25,00 en een maximum van €250,00 | 5% | | |
| | | | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | | | |
2.3.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | | |
2.3.2.1.1 | Indien de aanlegkosten niet meer dan € 25.000,00
bedragen | € 250,00 | | |
2.3.2.1.2 | Indien de aanlegkosten meer dan € 25.000,00 en minder dan €
50.000,00 bedragen | € 400,00 | | |
2.3.2.1.3 | Indien de aanlegkosten meer dan € 50.000,00 en minder dan €
100.000,00 bedragen | € 650,00 | | |
2.3.2.1.4 | Indien de aanlegkosten meer dan €100.000,00 bedragen | € 1.000,00 | | |
2.3.2.1.5 | Indien ten behoeve van de aanvraag om een
omgevingsvergunning een advies van een landschapsdeskundige
wordt gevraagd bedraagt het tarief: | € 500,00 | | |
| | | | |
| Beoordeling bodemrapport | | | |
2.3.2.2 | Onderdeel 2.3.1.3.1 vindt overeenkomstige toepassing met
betrekking tot de in onderdeel 2.3.2.1 bedoelde aanvraag,
tenzij onderdeel 2.3.1.3.1 zelf toepassing vindt. | | | |
| | | | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is
van een bouwactiviteit | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het
bepaalde in onderdeel 2.3.1: | | | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 200,00 | | |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 200,00 | | |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 3.000,00 | | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking): | € 500,00 | | |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 500,00 | | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € 3.000,00 | | |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 3.000,00 | | |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 500,00 | | |
2.3.3.9 | indien voor een bouwactiviteit een hogere waarde procedure
noodzakelijk is op grond van de Wet Geluidshinder | € 150,00 | | |
| | | | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is
van een bouwactiviteit | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 200,00 | | |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 200,00 | | |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 3.000,00 | | |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking) | € 500,00 | | |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 500,00 | | |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € 3.000,00 | | |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 3.000,00 | | |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 500,00 | | |
| | | | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot
brandveiligheid | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 500,00 | | |
| | | | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of
beschermde stads- of dorpsgezichten | | | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd
monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f,
van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een
krachtens provinciale verordening aangewezen monument,
waarvoor op grond van die provinciale verordening, bedraagt
het tarief: | | | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht
wijzigen van een monument: | € 200,00 | | |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een
monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in
gevaar gebracht: | € 200,00 | | |
| | | | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in
beschermd stads- of dorpsgezicht | | | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat
in een bestemmingsplan, beheersverordening of
voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 150,00 | | |
| | | | |
| Aanleggen of veranderen weg | | | |
2.3.8 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in
de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een
bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van
de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en
eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 150,00 | | |
| | | | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het
gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in
een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene
plaatselijke verordening een melding is vereist, als bedoeld
in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | € 150,00 | | |
| | | | |
2.3.10 | Kappen | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor
op grond van een bepaling in een provinciale verordening of
artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een
vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € 50,00 | | |
| | | | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998 | | | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die
schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de
natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of
planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € 150,00 | | |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen
met gevolgen voor habitats en soorten in een door de
minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen
gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998 | € 150,00 | | |
| | | | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en
Faunawet | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75,
derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is,
bedraagt het tarief | € 150,00 | | |
| | | | |
2.3.14 | Andere activiteiten | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het verrichten van een andere activiteit of
handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk
bedoeld en die activiteit of handeling: | | | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen
zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 150,00 | | |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke
verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie
activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke
leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de
Wabo, bedraagt het tarief: | € 150,00 | | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag
dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende
vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit
zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning; | | | |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen
van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager
meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien
een begroting als bedoeld in de eerste volzin is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de
vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de
aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor
deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | | |
| | | | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in
twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste
lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven krachtens
artikel 2.3.1.1 voor de activiteiten waarop de aanvraag voor
de eerste fase betrekking heeft; | 75% | | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven krachtens
artikel 2.3.1.1 voor de activiteiten waarop de aanvraag voor
de tweede fase betrekking heeft. | 50% | | |
| | | | |
2.3.16 | Advies | | | |
2.3.16.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere
instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het
ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een
omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het
in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. | | | |
2.3.16.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | | |
2.3.16.3 | Indien ten behoeve van de aanvraag om een
omgevingsvergunning een advies van een ervenconsulent wordt
gevraagd bedraagt het tarief: | € 750,00 | | |
| | | | |
2.3.17 | Verklaring van geen bedenkingen | | | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen
bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet
afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend,
als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | | |
2.3.17.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen
moet afgeven: | € 500,00 | | |
2.3.17.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan
het in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. | | | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.2 is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de
vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de
aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor
deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | | |
| | | | |
Hoofdstuk 4 Vermindering | | | |
Vervallen | | | | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf | | | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | | | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning
voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit
bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de
onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl
deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente,
bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
| | | |
| de teruggaaf bedraagt: | | | |
2.5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van
4 weken na het in behandeling nemen ervan | 75% | | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges; | | | |
2.5.1.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8
weken na het in behandeling nemen ervan | 50% | | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges; | | | |
2.5.1.3 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken en binnen 26
weken na het in behandeling nemen ervan | 40% | | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | | | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | | | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-,
aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen
2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de
vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een
deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12
maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning
geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | 25% | | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | | | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | | | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat
geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2,
2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van
een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 40% | | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | | | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede
verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de
vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | | | |
2.5.3.3 | Indien een aanvraag van een omgevingsvergunning voor bouw-,
aanleg- of sloop-activiteiten voor een project dat geheel of
gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7,
niet in behandeling kan worden genomen, bedraagt de
teruggaaf: | 90% | | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | | | |
| | | | |
2.5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf | | | |
| Vervallen | | | |
| | | | |
2.5.5 | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen
bedenkingen | | | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16
en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend. | | | |
| | | | |
| | | | |
| | | | |
Hoofdstuk 6 | Vervallen | | | |
| | | | |
Hoofdstuk 7 | Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging
project | | | |
2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als
gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe
wijziging in het project: | € 75,00 | | |
| | | | |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder
activiteiten | | | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke
ordening | € 5.000,00 | | |
2.8.2. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a. van de Wet
ruimtelijke ordening (binnenplanse wijziging) | € 2.500,00 | | |
| | | | |
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde
beschikking | | | |
2.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde
beschikking: | € 150,00 | | |
| | | | |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese
dienstenrichtlijn | | | |
Hoofdstuk 1 Horeca | | | |
3.1.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van
artikel 3 van de Drank- en Horecawet | € 350,00 | | |
3.1.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet
| € 35,00 | | |
3.1.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld
in artikel 35 van de Drank- en Horecawet | € 25,00 | | |
3.1.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een wijziging van een
aanhangsel zoals artikel 29 lid 2 Drank en Horecawet | € 50,00 | | |
3.1.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het
sluitingsuur | € 20,00 | | |
| | | | |
| | | |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of
markten | | | |
3.2.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een
evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de
Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning),
indien het betreft: | | | |
3.2.1.1 | een grootschalig evenement of een evenement met verhoogd
risicoprofiel | € 125,00 | | |
3.2.1.2 | een herdenkingsplechtigheid | € 40,00 | | |
3.2.1.3 | een braderie | € 40,00 | | |
3.2.1.4 | een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg | € 40,00 | | |
3.2.1.5 | een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de
weg | nihil | | |
3.2.1.6 | een klein evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in
artikel 2.25, tweede lid, van de Algemene plaatselijke
verordening | € 40,00 | | |
3.2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als
bedoeld in artikel 5.23 van de Algemene plaatselijke
verordening | nihil | | |
3.2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
vergunning voor het organiseren van een markt | nihil | | |
| | | | |
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven | | | |
| niet van toepassing | | | |
| | | | |
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte | | | |
| niet van toepassing | | | |
| | | | |
Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening | | | |
| niet van toepassing | | | |
| | | | |
Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening | | | |
| niet van toepassing | | | |
| | | | | |
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning,
ontheffing of andere beschikking | | |
3.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde
vergunning, ontheffing of andere beschikking | € 100,00 | | | |
3.7.2 | Voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot
registratie in het Landelijk Register Kinderopvang van
gastouder (ongeacht TKA en/of TKB inspectie; ongeacht de
opvang plaatsvindt op adres van gastouder of vraagouder | € 220,00 | | | |
3.7.3 | Voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot
registratie in het Landelijk Register Kinderopvang van
gastouderbureau, kinderdagverblijf of buitenschoolse
opvang | € 550,00 | | | |